Opzichter Amsterdam liet zich door stratenmakers omkopen – Aanbestedingsnieuws

Opzichter Amsterdam liet zich door stratenmakers omkopen

Afgelopen 10 januari is uitspraak gedaan in een omkopingszaak waarbij een ambtenaar van het stadsdeel van Amsterdamse stratenmakers giften aannam. De feiten dateren echter al van langer geleden, en waren door het Team Criminele Inlichtingen in oktober van 2014 voor het eerst vastgesteld. Verdachten zijn voor het laatst gehoord in 2017, voor de zaak pas in 2020 verder werd opgepakt. Het zou daarbij gaan om opdrachten onder meer aan herstel van kademuren aan de Erasmuskade.

Dat is zo lang dat het in strijd is met het recht op een due process. De redelijke procestermijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is fors overschreden, terwijl er geen omstandigheden zijn die deze langere termijn rechtvaardigen. Er is sprake van een dusdanige schending van de beginselen van een behoorlijke procesorde dat dit moet leiden tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging, zo stelde de raadsman van de verdachte.

Daarover overweegt de rechter mild ten gunste van het OM, de verdachte krijgt 1 maand strafvermindering:

Met de verdediging en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Zoals hierna onder punt 10.3. uiteengezet neemt de rechtbank een termijnoverschrijding aan van drie jaar en tien maanden. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad dient een overschrijding van de redelijke gecompenseerd te worden door strafvermindering. Overschrijding van de redelijke termijn kan niet leiden tot niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie. De rechtbank verwerpt daarom het verweer van de raadsman en acht de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging.
[…]

De redelijke termijn is daarom met ongeveer drie jaar en tien maanden overschreden. De lange duur van de vervolging is niet aan de verdediging te wijten, terwijl de ingewikkeldheid en omvang van de zaak de overschrijding slechts voor een klein deel rechtvaardigen. Dit dient in het voordeel van verdachte tot uitdrukking te komen in de hoogte van de straf. De rechtbank zal daarom de voor de feiten passend geachte gevangenisstraf van zes maanden met één maand verminderen.

Dat heeft echter niet kunnen voorkomen dat hij voor 5 maanden is veroordeeld, ter zake van het aannemen van giften ter waarde van €68.945,44. Daarbij viel het ons op dat er nogal ruim geprijsd werd aan kozijnen, Yton-blokken, dakspanten, festool mixer, een houtkachel, kennelijk ter waarde van ruim 3000€. De aannemer die dit alles verstrekte, bracht de spullen ook naar een huis in Frankrijk. Volgens de uitspraak verkreeg de ambtenaar zo het BTW-voordeel van het bouwbedrijf op de ingekochte spullen. Belangrijkste bewijsmateriaal zijn afgeluisterde telefoongesprekken in 2016.

Zie ook:

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *