Rapport IGJ: Aanbesteding te verschillend per gemeente – Aanbestedingsnieuws

Rapport IGJ: Aanbesteding te verschillend per gemeente

Het rapport van de Inspectie Gezondheid en Jeugd over de Jeugdzorg in Noord-Holland, dat 5 juli is verschenen, blijkt ook in te gaan op de aanbesteding van Jeugdzorg. Een belangrijke klacht van de inspectie is het verschil in werkwijze van aanbesteden per gemeente. Dat verschilt erg. Bovendien reorganiseren de gemeenten veel, wat leidt tot een grote backoffice. Het rapport concludeerde dat de jeugd onvoldoende was beschermd.

Was dat nou niet de bedoeling van het decentraliseren van Jeugdzorg?  Dat dit per gemeente verschillend en met het oog op het geval zou gaan? Het rapport van de IGJ meldt:

“De aanbesteding verschilt sterk per gemeente. Ook veranderen gemeenten geregeld, bijvoorbeeld nadat in 2018 de SPIC-methode is ingevoerd in Amsterdam-Amstelland, is
Amsterdam met ingang van 2021 overgegaan naar lumpsum voor tien kernpartners. Zaanstreek-Waterland gaat werken met een nieuwe versie van SPIC, waarbij sprake is van 100
verschillende vormen. Dit leidt tot een grote backoffice die bezig is met inkoop en verantwoording. Dit kost meerdere miljoenen per jaar, dat gaat allemaal van zorgbudget af.
Door de decentralisatie is ook al minder geld beschikbaar. Het leidt tot verliesgevende resultaten.” zorgaanbieder

Contract Management en Informatiedeling

Ook elders in het rapport blijkt dat de inkoop wat betreft contract management niet echt uitvoerbaar is, er kan wel worden ingekocht, maar het stuit op weerstand resultaat te meten of budget gestuurd te werken. Kennelijk komt dat onder meer door ethische beroepscodes in de jeugdhulp. De redactie van Aanbestedingsnieuws heeft dat er even bij gezocht. Die “ethische codes” blijken niet alleen van toepassing op artsen, maar op alle jeugdzorgwerkers, waardoor de informatieuitwisseling stokt:

Zo vinden we via https://skjeugd.nl/tuchtrecht/standaarden/

Uit een evaluatie van de beroepscode voor de jeugdzorgwerker is gebleken dat deze ook toepasbaar is op het werk van andere hulpverleners. De Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk BPSW heeft daarom besloten de reikwijdte van de code uit te breiden en deze van toepassing te verklaren op het beroepsmatig handelen van alle jeugdhulpverleners en jeugdbeschermers in het sociaal werk. 

We zochten de ethische code voor jeugd- en gezinsprofessionals, er even bij. Dat blijkt een lijvig boekwerk. Naast verwijzingen naar de wet blijkt die vol te zitten met nog weer andere regels, ook onder meer voor wat betreft de vertrouwelijkheid. Dat meldt onder J:

Vertrouwelijkheid
De jeugd- en gezinsprofessional behandelt informatie over de jeugdige cliënt, diens ouders/ opvoeders en hun omstandigheden vertrouwelijk.
• Hij informeert zijn cliënt in geval van door wet- en regelgeving verplichte rapportage aan of overleg met derden.
• Hij vraagt toestemming aan zijn cliënt en/of aan zijn wettelijke vertegenwoordiger als hij meent dat het noodzakelijk is om met derden vertrouwelijke informatie uit te wisselen.
• Toestemming is in het geval van een (voorbereiding of uitvoering van een) kinderbeschermingsmaatregel of opname in een justitiële jeugdinrichting niet vereist.

Dat maakt het niet zo gek dat we in het rapport van de Inspectie Gezondheid en Jeugd lezen:

“Gemeenten bemoeien zich inhoudelijk met de jeugdzorg. Daar hebben we heel veel discussies over. Ethisch roept dit ook vragen op. Vanuit onze beroepscode mogen we niet zomaar delen. We horen elkaar toch te vertrouwen. Wij zijn de experts. Het gebeurt met enige regelmaat dat er een plan ligt en dat ze minder geld geven. Iemand bij de gemeente beslist dan dat het plan niet goed is en/of moet het in minder tijd. Zonder overleg. We zijn dan lang bezig om hen weer uit te leggen waarom wij dit zo vinden of lang bezig om in minder tijd de hulp te bieden. Veel tijd kwijt aan overleggen in plaats van aan hulp.” jeugdhulpaanbieder

Naar het idee van Aanbestedingsnieuws kun je hier een catch-22 in zien, twee elkaar uitsluitende normen: een om contractbeheer toe te passen en een ander om vertrouwelijk met informatie uit een zorgrelatie om te gaan. Dat is niet altijd tegelijk uitvoerbaar. Het duidt op enige ambivalentie in het nationale jeugdzorgbeleid. Aan de ene kant is er de wens dit op de markt in te kopen. En dat moet dan omdat dat overal zo moet, via een aanbesteding. Aan de andere kant is er de wens om geen enkele controle uit te oefenen over de inkoop. Maar is het dan nog wel inkoop?

Of je nu inkoopt of een subsidie verleent, je zal altijd moeten willen weten wat voor vlees je nu in de kuip hebt.

Probleem 18+

En dan is een jongere, stel een rebellerende, criminele jongen eindelijk na een lang traject op het rechte pad en eindelijk bij de juiste behandelaar, waar hij niet zomaar van weg kan lopen, een die de vinger op de zere kneep heeft weten te leggen wat de sociaal-psychologische dramatiek precies veroorzaakt, en dan wordt zo’n kind 18. Inkooptechnisch gezien ben je er dan als gemeente mooi vanaf.  Dat is niet zo. Als je ze dan op straat zou zetten, zonder de behandelaar en plotsklaps zelfredzaam moeten zijn, gaan ze zwerven onder het afdakje van je gemeentekantoor, je buurtbakfiets stelen, en de prullebakken in de fik steken. En dat komt dan ook weer terug op je gemeentelijke bordje, maar dan bij de collega’s van openbare ruimte. Het rapport maakt gewag van de problemen met de continuering van de zorg, maar heeft daar ook geen oplossing voor.

Zo meldt het rapport:

Daarnaast betreft het bijvoorbeeld woonplekken voor jeugdigen met een jeugdreclasseringsmaatregel, pleeg- en projectgezinnen, (passende) JeugdzorgPlus. Ook de
overgang van 18- naar 18+ is een knelpunt, onder andere omdat de hulp voor volwassenen anders gefinancierd is. De inspecties hebben hierbij geconstateerd dat er wachttijden zijn die op elkaar ingrijpen en elkaar versterken. Een bijkomend probleem voor deze kinderen is bijvoorbeeld dat GGZ-behandeling (waaronder traumabehandeling) niet kan starten, omdat de situatie van het kind op dat moment niet stabiel is. De problematiek van het kind verergert tijdens het wachten.

Gelukkig maar om te weten, dat het volgens Minister Kamp in elk geval niet ligt aan de Aanbestedingswet. Het gaat om de toepassing van de Aanbestedingswet.

©Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd 2021

Het gaat soms ook om oprechte fysieke zorg, iemand die blind is en alle begeleiding na zijn 18e kwijt is. Dan is het probleem vaak zo zichtbaar dat het een hulpverlener nog uit te leggen valt, maar het gaat ongetwijfeld ook om psychische zorg die er van de buitenkant niet af is te zien.

Moet zo iemand dan weer opnieuw door een behandelmolen, om dan tegen een onbetaalbaar tarief weer opnieuw maar dan via de huisarts bij een dergelijke zorgverlener uit te komen? Zo ‘n 18-jarige moet dan tijdig een ziektenkostenverzekering hebben afgesloten en daar een zorgkostentoeslag voor hebben aangevraagd, dan ervoor naar de huisarts, die van niets weet, en dan nog eens zo overtuigend uitleggen dat zijn situatie zo is dat hij al weet welke behandelaar hij nodig heeft, en dat hij van die arts weer precies die psycholoog voorgeschreven krijgt. Dat is niet voor iedereen even makkelijk.

Zie het complete rapport hier:

https://www.igj.nl/publicaties/rapporten/2021/07/05/regiorapport-kkob-noord-holland-amsterdam

En eerder over aanbesteding van jeugdzorg onder meer hier:

Aanbesteding jeugdzorg in Noord-Holland blijft gemoederen bezig houden.

Aanbesteding Jeugdzorgplus NH inderdaad vooringenomen

Jeugdzorgorganisatie failliet door complexe inkoop

VNG wil verantwoordelijkheid jeugdzorg terugleggen

De Jonge: “Aanbesteding werkt niet zo in de praktijk”;

Minister Kamp: probleem zit in de toepassing aanbestedingsregels

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *