Minicompetitie Broedkamer: wat ging er mis – Aanbestedingsnieuws

Minicompetitie Broedkamer: wat ging er mis

Laatst geupdate op november 10, 2017 door redactie

Het rapport van de aanbesteding van de Broedkamer, dat nu gepubliceerd is, blijkt alleen een onderzoek naar de minicompetitie voor de Broedkamer te bevatten. Daarbij zijn volgens de onderzoekers diverse strijdigheden met de aanbestedingswet vastgesteld. Het rapport noemt die gebreken onrechtmatigheden. Dat klinkt voor aanbestedingsbuitenstaanders meteen zeer ernstig, maar komt bij vrijwel elke inkoop voor, door het administratief ingewikkelde en innerlijk strijdige karakter van de -vrijwel direct uit het Europese Aanbestedingsrecht afkomstige- regelgeving waar de inkoper aan moet voldoen.

Volgens het rapport gaat het om:

  • de onbepaaldheid van de Opdracht IIV in de uitvraag voor de Minicompetitie (“Uitvraag IIV”);
  • het ontbreken van de informatie in de Uitvraag IIV die benodigd was om op nuttige wijze te kunnen inschrijven;
  • het opnemen van een geschiktheidseis met betrekking tot referentieprojecten daar waar in de Uitvraag IIV slechts gunningscriteria hadden mogen worden gehanteerd;
  • het formuleren van een gunningscriterium dat onduidelijk was en dat afweek van de in het beschrijvend document voor de Europese aanbesteding voor de ROK AADIVK (“BD AADIVK”) beschreven “lowest acceptable bid”-methode;
  • het hanteren van een onevenredig korte inschrijvingstermijn;
  • het niet hanteren van een NvI-procedure;
  • het hanteren van niet vooraf kenbaar gemaakte sub-gunningscriteria;
  • het hanteren van onvoldoende waarborgen voor het vermijden van willekeur bij de beoordeling van subjectieve kwaliteitscriteria, waaronder met name het vier paar ogen principe; en
  • het onvoldoende compenseren van de informatievoorsprong van Accenture als zittende aanbieder.

Ten aanzien van dat laatste punt merken de onderzoekers op dat Accenture vanuit zijn rol als zittend leverancier extra informatie ter beschikking kreeg gesteld die niet aan de andere deelnemers van de aanbesteding is verstrekt. De Belastingdienst heeft volgens de onderzoekers onvoldoende gedaan om deze voorsprong te compenseren, bijvoorbeeld door de voor een nuttige inschrijving benodigde informatie bij zichzelf en eventueel ook bij Accenture op te halen en aan alle tien Raamcontractanten te verstrekken.

Summiere uitvraag

De aanbesteding leidt uiteindelijk tot een summiere uitvraag, waardoor andere raamcontractanten -concurrenten van Accenture- vragen om meer informatie en een nader gesprek om de precieze hulpvraag boven tafel te krijgen.

Dat vindt de redactie van Aanbestedingsnieuws opmerkelijk want de inkoopafdeling heeft juist opzettelijk een summiere samenvatting gegeven om de opdracht niet helemaal dicht te timmeren. Op het moment dat een opdracht zo summier is opgesteld dat voor leveranciers niet te bedenken is wat de inkopers zouden kunnen willen, bevoordeelt dat de zittende leverancier(s) onbedoeld sterk. Functioneel specificeren, in hoeverre is dat helemaal-niet-specificeren?

De inkopers van de belastingdienst: “We wilden het juist niet beperken. Je ziet dat namelijk vaak bij de overheid. Commissie Elias heeft daar een oordeel over gehad, dat wij zo graag willen voorschrijven dat we een groen schroefje willen”, aldus respectievelijk Betrokkene BD Inkoop en Betrokkene BD VM in de met ons gehouden interviews.”

Accenture had het daardoor een stuk minder moeilijk met het gissen naar de bedoeling van de inkopers. Volgens het rapport zijn er daarnaast ook nog mailwisselingen geweest waaruit blijkt dat er tijdens de voorbereiding van de aanbesteding mails over de opzet van die aanbesteding naar Accenture zijn verstuurd. Dat is niet in strijd met de aanbestedingswet maar de onderzoekers achten die handelswijze: “in strijd met de verplichting dat vanaf de verkenningsfase een “radiostilte” dient te worden betracht ten aanzien van de Minicompetitie (art. 1.4 Business Etiquette)”. Het is bovendien in strijd met het eigen Informatieprotocol van de belasting.

Schijn van belangenverstrengeling

De schijn van belangenverstrengeling is volgens onderzoekers gelegen in een e-mailwisseling tussen de Belastingdienst en Accenture, waaruit blijkt dat de Belastingdienst niet wil dat de opdracht aan een ander dan Accenture wordt gegund:

“Wel hebben wij vastgesteld dat Accenture op de hoogte was van het feit dat Betrokkene BD 3 er in ieder geval voor wilde zorgen dat Accenture voor de Opdracht IIV in aanmerking zou kunnen komen. Dit blijkt uit de e-mail van Betrokkene BD 3 aan Betrokkene Accenture 2 van 14 juli 2013 waarin hij Betrokkene Accenture 2 op de hoogte brengt van de interne vraag of de Opdracht IIV onder de ROK AADIVK kan worden gegund en die vraag als een “probleempje” aanduidt en de reactie daarop van Betrokkene Accenture 2: “In that case hebben we inderdaad een probleempje en zullen we toch naar plan b moeten…”. Deze mailwisseling wekt de indruk dat hier sturing heeft plaatsgevonden, als gevolg waarvan in elk geval de schijn van belangenverstrengeling is ontstaan.”

(Betrokkene BD3 werd afdelingshoofd van de aldus gevormde afdeling Business Information & Analytics (‘BI&A’), Betrokkene Accenture 2 was gedurende de onderzoeksperiode op een managementniveau werkzaam bij Accenture, volgens het rapport.)

De samenwerking tussen Accenture en de Belastingdienst gaat wel verder dan zakelijke mailwisselingen. Zo hebben de medewerkers van Accenture medewerkers van de Belastingdienst uitgenodigd voor hockeywedstrijden  en hebben belastingmedewerkers deelgenomen als jurylid bij de uitreiking van de Accenture Innovation Awards, hetgeen ook bij Zembla op tv was te zien.

Die activiteit was een nevenwerkzaamheid en had daarom moeten worden aangemeld in het ambtelijk werksysteem P-Direkt, e. e. a. volgens het Ambtenarenreglement ARAR. Volgens de medewerker is het besproken met het MT, maar dat blijkt niet uit de stukken. Ook dat draagt bij aan de schijn van de belangenverstrengeling, aldus de onderzoekers.

Verder hebben de onderzoekers nog gekeken naar een Nadere overeenkomst, naar gemaakte prestatieafspraken, naar gedane betalingen en meetmethodiek. Zij concluderen verder alleen nog dat er sprake is van niet-statische beginwaarden waardoor het twijfelachtig is of er een nulmeting gedaan kan worden.

Wat is de Schade? 

Geen Lamborghini’s of rottende lijken, in elk geval niet bij het geval Broedkamer. De schade is concreet toe te spitsen op 3 mails, een afgewezen uitnodiging voor de hockey, een verstoord level playing field en een jurylidmaatschap voor de Accenture Innovation Awards. Al met al een hele oogst, maar het haalt het niet bij andere onrechtmatige aanbestedingen.

Bron: Kamerstukken II 2017/18, 31066 nr. 385

Zie ook:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-822182

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *