CvA publiceert 2 nieuwe adviezen: keurmerken en inschrijfkosten – Aanbestedingsnieuws

CvA publiceert 2 nieuwe adviezen: keurmerken en inschrijfkosten

Op 13 februari 2017 heeft de Commissie van Aanbestedingsexperts 2 nieuwe adviezen gepubliceerd. Een ervan gaat over tenderkostenvergoedingen. In dit advies overweegt de Commissie van Aanbestedingsexperts dat een deel van de opdracht al moet worden uitgevoerd door de inschrijvers. De CvA vindt het daarom in strijd met Voorschrift 3.8 van de Gids Proportionaliteit.

Inschrijfkosten

Voor een aanbesteding voor de renovatie van een gemaal vraagt het waterschap om electrotechnische tekeningen, het verzorgen van de engineering en verder documentatie, berekeningen en een plan van aanpak. De CvA noemt de opdrachtwaarde, geraamd tussen de 6,5 en 8 miljoen, weliswaar hoog, de bijdrage wordt ook gevraagd van de verliezers.

Ook zit er in de aanbesteding een raamovereenkomst en tegelijk een nadere overeenkomst. Daarvan oordeelt de Commissie dat de opdrachten onnodig zijn samengevoegd. Dat moet dan wel goed gemotiveerd worden. De Commissie vindt de gegeven motivering te beperkt: “uiterst summier”. “Dat betekent dat beklaagde niet heeft aangetoond dat er geen sprake is van een “onnodige” samenvoeging van opdrachten in de zin van artikel 1.5, eerste lid, Aw
2012.”

Zie:
https://www.commissievanaanbestedingsexperts.nl/sites/commissievanaanbestedingsexperts.nl/files/adviezen/171219_-_advies_445_-.pdf

Een tweede uitspraak gaat over plastic minicontainers. Daarbij werd bestreden dat de aanbestedende dienst vraagt naar het Duitse keurmerk RAL gz 95-11.Die norm gaat verder dan de Europese norm, de EN-840. Volgens de klagers in strijd met het EU Verdrag (VWEU art. 34) Het Duitse keurmerk wordt exclusief verstrekt door een gerenommeerd testinstituut de minicontainers ook testen door ze van 3 meter naar beneden te jassen 4x, bij -18 graden. Daarvoor is een lange wachtlijst. De containers zijn daarna niet meer te gebruiken en zijn volgens klagers er alleen om bedoeld het andere leveranciers zo moeilijk mogelijk te maken.

De aanbestedende dienst heeft de wijze waarop gelijkwaardigheid moet worden
aangetoond specifiek beschreven; in de aanbestedingsstukken en in de beantwoording
op de vragen 14 en 15 van de nota van inlichtingen. De branchevereniging heeft die manier van testen opgesteld. Alleen keuringsinstanties die door de branchevereniging zijn goedgekeurd, worden gelijkwaardig geacht. Volgens de Commissie lijkt dat in strijd met artikel 2.78a Aw
2012, dat bepaald dat gelijkwaardige keurmerken moeten worden toegestaan. Dan moet je wel iets doen om aan te tonen dat je aan die gelijkwaardigheidseisen wel hebt geprobeerd dat aan te tonen:

Daarnaast kan van de inschrijver niet worden verwacht dat hij gezien de korte doorlooptijd van het project in staat is geweest het keurmerk tijdig te verwerven (artikel 2.78a lid 4 sub a Aw 2012). Dat deze, volgens aanbestedende dienst, al 8 jaar in andere aanbestedingen wordt uitgevraagd doet daaraan niet af.
Echter, niet gebleken is dat [Klager] ook maar iets ondernomen heeft om gelijkwaardigheid aan te tonen of zelfs daarmee een begin te maken, terwijl de bewijslast hieromtrent bij inschrijver ligt. [Klager] valt dan ook te verwijten dat deze
niet proactief heeft geacteerd.

Bron: CvA 13 februari 2018

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *