Weekendspecial Hume – Ought implies can: contractbeheer
Aanbestedingsnieuws las voor u wat recente kamerstukken en een daarvan van 15 november, ging over toevallig over een onderwerp dat maar zelden aan de orde komt: contractbeheer. Dat moet je maar net kunnen, contractbeheer. Aanbestedingsnieuws heeft privé ergens een mapje en een laatje. Onder invloed van internet en veramerikanisering zijn de standaarden in contractbeheer ernstig aan verandering onderhavig.
Een kennis van Aanbestedingsnieuws sloot geen contract met Vodafone. Geen want hij was permanent in kennelijke staat zoals eenvoudig te bewijzen was geweest en reden waarom hij makkelijk een beroep op 3:33 BW had kunnen doen. Er werd door deze firma letterlijk een vodje meegegeven van een a4-tje. Dat was helemaal niet rechtsgeldig en een vluchtige blik op vodje volstond om dat met zekerheid vast te stellen, dit kon niet rechtsgeldig zijn. De &^*^& mensen van Vodafone kwamen er natuurlijk weer eens mee weg door onze onwaarachtige rechters die geen moeite deden tot waarheidsvinding en niet eens vroegen om een contract waar de naam en handtekening van beide partijen op stonden. De tegenpartij was zelf te dronken om op zitting te verschijnen en hoera als Vodafone zegt dat er een contract is dan is er kennelijk een contract, ook zonder het te laten zien.
Een pact met de duivel is zo wel heel makkelijk gemaakt. De duivel stuurde het naar mijn spambox, ik moest vinken dat ik de algemene voorwaarden gelezen had, die daarna automatisch geupdate werden en niet werkelijk werden toegezonden maar alleen te downloaden via hun website. Onder het contract stond niet eens een kruisje want ik was te dronken om de pen vast te houden maar dat gold toch want de rechter had geen zin om het precies uit te zoeken, want die had een marathonzitting met nog 20 Vodafone contracten en hij had nog niet gegeten en het was al 2 uur geweest.
Dus ja, hoe weet je eigenlijk dat je als overheid een contract hebt met iemand. Is er deugdelijk contractbeheer? Pacta sunt servanda maar waar is de pacta dan? Tegenwoordig volstaat dat niet en worden contracten per slordige mails verstuurd in attachments die er niet aan vast zitten en die niet zijn doorgekomen behalve in een spambox die wordt beheerd door een stagiair die al maanden niet meer in dienst is, ook aan overheidszijde. Een “vinkje” aanvinken wordt door sommigen al als contract geïnterpreteerd.
Geldt dat internationaalrechtelijk ook? Kun je zomaar van een contract af als de Minister dat wil? Aanbestedingsnieuws gelooft daar niet zo in. Het willen opzeggen is 1 ding, internationaal contractenrecht is alweer een tweede. Daar gaat ten leste het Internationaal Gerechtshof over en je moet als eerzame gemeente maar net het aan willen om Aleksej Miller daar voor te slepen. Gelden de PECL? Wat zegt het Weens Verdrag Verdragenrecht?
Contractrechtelijk groen qua jong Minister van Energie en Klimaat heeft getuige de brief kennelijk maling aan internationale contractuele standaarden. Druk maar op de opzegknop. Makkelijker gezegd dan gedaan. Waar zit die opzegknop bij Gazprom? Al spreekt er hoop uit de ontheffing, je moet ook nog maar afwachten of je die ontheffing krijgt en als je de ontheffing niet krijgt en je kan nog niet opzeggen ja dan kan je nog steeds niet opzeggen ook al moet je opzeggen. Wat is de lex fori? Is Russisch recht op de overeenkomst van toepassing? Moet je niet naar Moskou om de overeenkomst gerechtelijk te laten ontbinden? Terwijl je het land niet in mag?
De afgelopen maanden is veel te doen geweest om het bedrijf SEFE Energy Ltd. (hierna: SEFE). Het bedrijf valt onder de sanctiebepalingen, omdat het in Russisch eigendom is. Dit is op verzoek van mijn ministerie door de Landsadvocaat bevestigd, en hun oordeel is vertrouwelijk ter inzage aan uw Kamer aangeboden. Daarom moesten alle aanbestedende diensten en speciale sectorbedrijven hun contracten met dit bedrijf opzeggen. Het is mogelijk om hier een ontheffing op te verlenen. Vanwege onduidelijkheid over de status van het bedrijf en moeilijkheden bij aanbestedende diensten en speciale sectorbedrijven om vervangende gascontracten te vinden heb ik twee keer besloten[1] tot het toekennen van een automatische ontheffing. Op dit moment kan tot in ieder geval eind maart 2023 ontheffing aangevraagd worden door aanbestedende diensten en speciale sectorbedrijven om contracten met SEFE aan te houden. Die aanvraag wordt automatisch toegekend.
[1] Kamerstuk 36 045, nr. 108 en Kamerstuk 36 045, nr. 115
Red AN: Brief zelf: Kamerstukken II 2022/23, 36045, nr. 122
Zie overigens voor meer over het oordeel van de landsadvocaat: Den Haag zegt contract met Pels Rijcken op en Justitie kamerbrief over onder meer aanbesteden landsadvocaat
Wat betekent “moeten”. Is dat zoiets als De landsadvocaat moet worden aanbesteed?
En zo komt Aanbestedingsnieuws dan weer eens in contracfilosofische sferen terecht. Hume, ook een grote contractfilosoof zei dat ook al. Ought Implies Can. Als je het niet kan, dan houdt t blijkbaar ook gauw op met wat je allemaal ought. We oughten zo veel. Ik oughtte met achterlicht te fietsen maar ja de Dynamo moet ook maar mee willen werken als het regent. Die lithium-knoopcel batterijen zijn verschrikkelijk veel duurzamer maar ook een stuk minder zichtbaar. Als je de hele tijd achterom gaat kijken om te zien of het draadje van je achterlicht nog steeds vast zit, dan zit er zeker een draadje los.
Uit wat is volgt nog niet wat ook moet. En uit wat moet volgt zeker nog niet hoe het ook is. Dat is dus de radicale scheiding van Hume die wel bekend staat als Hume’s Guillotine. Daar zijn natuurlijk nog heel veel interpretatieverschillen op mogelijk en alle filosofen buitelen honderden jaren later nog over elkaar om aan de hand van biljartballen en andere Hume achtige voorwerpen te duiden wat Hume daarmee dan bedoelde.
De stanford encyclopedie is er nog best duidelijk over, het gaat niet alleen om je ratio maar ook om je ervaringen vanuit je gevoel, als je ergens een rotgevoel bij hebt:
. Hume sides with the moral sense theorists: we gain awareness of moral good and evil by experiencing the pleasure of approval and the uneasiness of disapproval when we contemplate a character trait or action from an imaginatively sensitive and unbiased point of view. Hume maintains against the rationalists that, although reason is needed to discover the facts of any concrete situation and the general social impact of a trait of character or a practice over time, reason alone is insufficient to yield a judgment that something is virtuous or vicious. In the last analysis, the facts as known must trigger a response by sentiment or “taste.”
Ja, daar kun je natuurlijk lang over filosoferen. Wat is dan dat gevoel. Is mijn gevoel wel uw gevoel. Dat weet je natuurlijk nooit maar dat wil niet zeggen dat sommige gevoelen niet wat universeler zijn dan andere gevoelen. Het koud hebben is zo’n algemeen gevoeld gevoel waar Hume naar het inzicht van Aanbestedingsnieuws op doelde. Het koud hebben is echt een rotgevoel. Al trek je 40 truien aan, dat helpt soms helemaal niets tegen een koud gevoel over je hele lichaam van je nekharen tot onderaan je rug. Aanbestedingsnieuws herinnert de lezer er maar aan dat we in 2013 ook een blauwe maandag in een tochtig ambtenarenholletje gewerkt hebben. Daar was het oorlog om de thermostaat. Allerlei mannen in zware colbertjasjes hadden hele andere meningen over gevoel dan de luchtig geklede secretaresses.
Aanbestedingsnieuws is ook zo’n gevoelsmens en hoopt dat ambtenaren ook hun gevoel laten meewegen. Soms gaat het nu eenmaal echt om je gevoel bij een interpretatie van een overheidsopdracht. I’ve got a feeling… hmmm hmm..
Update, we zitten nu met de Treatise of Human Nature op schoot om voor u relevante passages te citeren:
TOHN 1.1.4
We may carry this farther, and remark, not only that two objects are connected by the relation of cause and effect, when the one produces a motion or any action in the other, but also when it has a power of producing it. And this we may observe to be the source of all the relations of interest and duty, by which men influence each other in society, and are placed in the ties of government and subordination. A master is such-a-one as by his situation, arising either from force or agreement, has a power of directing in certain particulars the actions of another, whom we call servant. A judge is one, who in all disputed cases can fix by his opinion the possession or property of any thing betwixt any members of the society. When a person is possessed of any power, there is no more required to covert it into action, but the exertion of the will; and that in every case is considered as possible, and in many as probable, especially in the case of authority, where the obedience of the subject is a pleasure and advantage to the superior.
(cursief Red. AN)
TOHN 3.1.1
I cannot forbear adding to these reasonings an observation, which may, perhaps, be found of some importance. I every system of morality, which I have hitherto met with, I have always remarked that the author proceeds for some time in the ordinary way of reasoning, and establishes the being of a God, or makes observations concerning human affairs; when of a sudden I am surprised to find, that instead of the usual copulations of propositions is, and is not, I meet with no proposition that is not connected with an ought, or an ought not. This change is imperceptible; but is however of the last consequence. For as this ought or ought not, expresses some new relation or affirmation, it is necessary that it should be observed and explained; and at the same time that a reason should be given, for what seems altogether inconceivable, how this new relation can be a deduction from others, which are entirely different from it. But as authors do not commonly use this precaution, I shall presume to recommend it to the readers; and am persuaded that this small attention would subvert all the vulgar systems of morality, and let us see that the distinction of vice and virtue is not founded merely on the relations of objects, nor is it perceived by reason.
(cursief Hume) .
TOHN 3.2.2
Section two
Moral distinction derived from a moral sense
Thus the course of the argument leads us to conclude, that since vice and virtue are not discoverable merely by reason, or the comparison of ideas, it mus be by means of some impression or sentiment they occasion, that we are able to mark the difference betwixt them. Our decisions concerning moral rectitude and depravity are evidently perceptions; and as all perceptions are either impressions or ideas, the exclusion of the one is a convincing argument for the other. Morality, therefore, is more properly felt than judged of; though this feeling or sentiment is commonly so soft and gentle, that we are apt to confound it with an idea, according to our common custom of taking al things for the same, which have any near resemblance to each other.
1 thought on “Weekendspecial Hume – Ought implies can: contractbeheer”