Justitie kamerbrief over onder meer aanbesteden landsadvocaat
Minister Grapperhaus heeft net deze week enkele adviezen van hoogleraren naar de kamer gestuurd, met daarin ook een voortgangsbrief met betrekking tot de fraudekwestie bij het kantoor van de landsadvocaat Pels Rijcken. De brief en de adviezen gaan ook in op de aanbestedingsplicht en hoe zich dit verhoudt tot het Besluit vaststelling nieuwe regeling landsadvocatuur 1965.
De brief gaat onder het kopje Lange Termijn ook in op de inkoopstrategie van de juridische dienstverlening en stelt dat op de lange termijn “een wezenlijke vraag is hoe het kabinet in de toekomst omgaat met de juridische dienstverlening van de landsadvocaat. Het heeft veel voordelen om het overgrote deel van de juridische dienstverlening te concentreren, zoals ik hiervoor al aangaf. Dat neemt niet weg dat deze kwestie aanleiding is om hier nog eens goed naar te kijken.”
Minister Grapperhaus vindt het verderop in de brief onterecht dat er discussie bestaat over het aanbesteden van de landsadvocaat. Hoe verhoudt zich dat dan met de rest van de brief, gelet op de eerdere stelling dat de kwestie aanleiding is hier nog eens naar te kijken. De opmerking de eigen juridische advisering te versterken binnen de overheid, doet een mens afvragen of er nog niet genoeg juristen bij de overheid in dienst zijn. Kunnen ze voor dat geld niet beter grafische ontwerpers inhuren voor dat kindvermissingslogo?
-
Herzie het Besluit vaststelling nieuwe regeling landsadvocatuur 1965 (hierna: het Besluit). In de herziening van het Besluit kunnen de volgende onderwerpen een rol spelen:
-
-
De legitimering voor de huidige situatie. De argumenten van de Staat dienen expliciet te worden gemaakt.
-
In de maatschappelijke discussie wordt (on)terecht aandacht besteed aan het periodiek aanbesteden van het instituut Landsadvocaat. De Staat heeft een verantwoordelijkheid om de samenleving uit te leggen hoe de functie van Landsadvocaat wordt ingericht. En waarom is gekozen voor het huidige contract.
-
De rol van de landsadvocaat beperken tot procesvoering en gelijktijdig de kwantiteit/kwaliteit van juridische advisering binnen overheidsorganen versterken.
-
De functie van Landsadvocaat niet door de markt laten uitoefenen maar door een apart instituut met een eigen reglement en set van eisen over de bedrijfsvoering governance, risicomanagement, compliance, databeveiliging).
-
Bron: Kamerstukken II 2021/22, 35925, VI-14 en bijlagen
N.b.
Het advies van Prof. Hoogenboom gaat ook in op de aanbestedingsplicht en de landsadvocaat. Dat besluit uit 1965 is ook volgens hem echt wel een beetje oud. “Dit Besluit is 56 jaar oud. Is uiterst summier en algemeen en voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd” Het besluit regelt volgens hem dat de dienstverlening van de landsadvocaat te allen tijde kan worden opgezegd in artikel 2.
Artikel 2 bepaalt dat aan de advocaat die geregeld voor de Staat als zodanig optreedt, de titel van landsadvocaat kan worden verleend en dat
die verlening te allen tijde kan worden ingetrokken. Ingevolge artikel 3 kan de Minister van Justitie, na overleg met de landsadvocaat, aan andere advocaten de titel van plaatsvervangend landsadvocaat verlenen.
Aanbestedingsnieuws is daar natuurlijk retejaloers op, hadden wij dat maar met al die abonnementjes die we in een dolle bui hebben afgesloten bij onder meer het Reformatorisch Dagblad. Elk moment opzeggen. Leuk ! Aan de hand van zo’n worg komt daar natuurlijk wel een bepaald type advies minder uit dan andere type adviezen. Vindt de Tweede Kamer dat nou nog steeds professioneel opdrachtgeverschap, wat al sinds jaar en dag beleid is voor elke andere sector (woningcoorperaties, de VNG bij WMO-inkopen en de Schoonmaak en in de Bouw ad inf.) ?
Op grond van artikel 10 van Richtlijn 2014/24/EU (geïmplementeerd in de Aanbestedingswet 2012) geldt geen aanbestedingsplicht voor bepaalde
specifieke overheidsdiensten inbegrepen juridische diensten. Het HvJ EU heeft, gelet op de bijzondere aard van juridische dienstverlening in het algemeen en met name ten behoeve van de overheid wanneer publieke belangen een rol spelen, de geldigheid van artikel 10 bevestigd (ECLI:EU:C:2019:472).
Deze geldigheid wordt betwist in het maatschappelijk debat naar aanleiding van de fraudezaak.(voetnoot 4, verwijzing naar Pels Rijcken kan onder geen enkel beding landsadvocaat blijven – NRC Is het tijd voor een andere landsadvocaat? En is die te vinden? – NRC en https://fd.nl/ondernemen/1407347/kan-pels-rijcken-bedrijven-en-burgers-nog-wel-de-maat-nemen
Het andere advies van Prof. Ottervanger memoreert onder meer de eerdere kamerbrief over de aanbesteding van het betalingsverkeer, ter zake van financiële dienstverlening. Dat gaat in op de beleidsnormen die bij die inkoop worden meegegeven, zoals good governance, belangenconflicten en informatiebeveiliging. Net als Prof. Hoogenboom stelt Prof. Ottenvanger dat er niet hoeft te worden aanbesteed in gevolge het Besluit uit 1965, maar hij benadrukt, dat het opdrachtgeverschap in een breder verband moet worden gezien. Het moet bijvoorbeeld ook worden gezien in het kader van de aanscherping van de Wwft en het toezicht op de advocatuur en het notariaat als zodanig, ook in de vorm van tuchtrecht.
Speciale aandacht hebben wij ook gegeven aan de Kamerbrief van 13 maart 2020 ‘Aanbesteding betalingsverkeer – Ernstige beroepsfout en MVO’. Hierin
worden aanvullende eisen gesteld aan opdrachtnemers van de Staat op het terrein van de financiële dienstverlening. Doelstelling was te bezien of er
overeenkomsten of verschillen zijn met de relatie tussen de Staat en de landsadvocaat en herhaalt nog dat de norm uit art. 10 van de Aanbestedingsrichtlijn ook in jurisprudentie is neergelegd.Op grond van artikel 10 van Richtlijn 2014/24/EU (geïmplementeerd in de Aanbestedingswet 2012) geldt geen aanbestedingsplicht voor bepaalde
specifieke overheidsdiensten inbegrepen juridische diensten. Het HvJ EU heeft, gelet op de bijzondere aard van juridische dienstverlening in het algemeen en met name ten behoeve van de overheid wanneer publieke belangen een rol spelen, de geldigheid van artikel 10 bevestigd (ECLI:EU:C:2019:472).
Tussen de Staat en de landsadvocaat is bij overeenkomst (per 1 september 2018) bepaald dat ‘(de landsadvocaat) zich verbindt zijn kantoor zodanig in te
richten dat de zaken van de Staat door hem of zijn kantoorgenoten naar behoren kunnen worden behandeld’ (artikel 1.2). Hij is ‘..op grond van de belofte, door hem als advocaat afgelegd, verplicht tot geheimhouding met betrekking tot zaken die hij voor de Staat behandelt’ (artikel 1.3)
Specifiek voor zakelijke dienstverleners worden eisen gesteld aan integriteit, betrouwbaarheid en transparantie en die komen dan tot uiting in dat aanbesteden.
De minister vindt dat aan de banken en overige partijen die belast zijn met het betalingsverkeer van de Rijksoverheid hoge eisen mogen worden gesteld op het gebied van integriteit, betrouwbaarheid en transparantie. De minister wil hier extra aandacht aan besteden, zowel bij de gunning van de aanbesteding als ook daarna gedurende de looptijd van de overeenkomst. Tevens wordt maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), waaronder duurzaamheid, zwaarder meegewogen.
De uit de aanbesteding resulterende overeenkomst ‘Giraal Betalingsverkeer’ besteedt aandacht aan preventie en detectie van fraude en doorlopende
afstemming tussen de Staat en de bank, aan corruptiebestrijding, geheimhouding, en bescherming van persoonsgegevens. De Staat heeft een
beperkt auditrecht.
Het staat er niet maar tussen de regels door wordt het pijnlijk duidelijk dat als we aanbesteden in de taxibranche en de schoonmaak, waarom hoeft dat dan niet bij juridische dienstverlening?
*knerpende sprinkhanen… ruisende wilgen…. tjilpende mussen… *
Zie ook: Adviezen deskundigen en verbetermaatregelen kantoor Landsadvocaat | Tweede Kamer der Staten-Generaal
2 thoughts on “Justitie kamerbrief over onder meer aanbesteden landsadvocaat”