Uitspraak bollenplaatvloer, Fout van het systeem: zwaartekracht verandert niet. – Aanbestedingsnieuws

Uitspraak bollenplaatvloer, Fout van het systeem: zwaartekracht verandert niet.

Deze week verscheen een interessante uitspraak over de bollenplaatvloer. Een eerste opmerkelijkheid: De publiekrechtelijke rechtspersoon die eist, wilde anoniem blijven. Ook grappig: de advocaat heet Kwaak. De rechter in Assen is bevoegd, dus de gedaagde komt uit die contreien en diens advocaten komen uit Deventer. Het gaat om een aanbesteding uit 2007 voor een ook geanonimiseerd gebouw waarin in de uitspraak wordt verwezen met Gebouw. En nu maar raden welk gebouw. Zelfs de in 2017 ingestorte parkeergarage bleef anoniem, ook al weet iedereen in de bouw wel, welke ingestorte parkeergarage met bollenplaatvloeren het zou kunnen betreffen.

In de uitspraak verweert de gedaagde, een ook anoniem gebleven BV, het volgende:

Tot en met de gedeeltelijke instorting van de parkeergarage in [plaats 2] tijdens de bouw ervan in 2017 ging men er volgens [gedaagde] collectief vanuit dat met de gehanteerde bouwwijze voldaan werd aan de gestelde eisen. [gedaagde] typeert dit als een systeemfout die door eenieder al die jaren over het hoofd is gezien. Het is in haar ogen daarom ten onrechte dat [eiseres] nu de schuld in de schoenen van [gedaagde] als aannemer wil schuiven, terwijl de systeemfout in de gehele bouwbranche speelde.

Aanbestedingsnieuws kan zich voorstellen dat heel wat ambtenaren toch inmiddels erg benieuwd zijn naar Anoniem Gebleven Gebouw. Er zit kennelijk een Noordvleugel aan en daar zijn op de 2e en 3 verdieping in totaal 46 werkplekken ontruimd. De onderzoeken en de bijbehorende professor zijn ook anoniem in de uitspraak. Het valt allemaal wel op. De anonieme professor wordt in de uitspraak K. genoemd. Professor C.S.[K.] We konden niet harder lachen. Josef K? Joseph K. heeft onderzoek verricht volgens de methode DIANA. Je bedenkt het niet zelf.

Waarvoor wordt dit arme bouwbedrijf nou veroordeeld. Het is die vermaledijde 28 UAV-GC bepaling over “ernstige gebreken”.

Volgens [eiseres] is er sprake van ernstige gebreken als bedoeld in paragraaf 28 UAV-GC omdat onderdelen van de constructie niet aan het minimale veiligheidsniveau, het afkeurniveau, uit NEN 8700 voldoen, met als gevolg dat delen van de hoofddraagconstructie dreigen in te storten en delen van het Gebouw daarom niet langer gebruikt kunnen worden. Om dit te voorkomen zullen zeer vergaande, ingrijpende en kostbare maatregelen getroffen moeten worden. Gelet op de aanwezigheid van dit ernstige gebrek stelt [eiseres] dat zijn rechtsvordering ontvankelijk is, hoewel deze is ingesteld na verloop van meer dan vijf jaren (maar minder dan tien jaren) na afloop van de onderhoudstermijn (zie paragraaf 28 lid 2 sub b en lid 4 UAV-GC).

Professor K. vindt dat het enkele niet voldoen aan NEN8700 nog geen ernstig gebrek is.

omdat het enkele feit dat niet aan NEN 8700 wordt voldaan niet automatisch meebrengt dat er sprake is van acuut gevaar.

Volgens de gedaagde Anoniem Bouwbedrijf uit de omgeving van Deventer is het een systeemfout. Iedereen is schuldig. Iedereen heeft het gedaan. En niet alleen de bouwer.

Tot en met de gedeeltelijke instorting van de parkeergarage in [plaats 2] tijdens de bouw ervan in 2017 ging men er volgens [gedaagde] collectief vanuit dat met de gehanteerde bouwwijze voldaan werd aan de gestelde eisen. [gedaagde] typeert dit als een systeemfout die door eenieder al die jaren over het hoofd is gezien. Het is in haar ogen daarom ten onrechte dat [eiseres] nu de schuld in de schoenen van [gedaagde] als aannemer wil schuiven, terwijl de systeemfout in de gehele bouwbranche speelde.

Bezorgde ambtenaren moeten zich afvragen of hun gebouw een Noordvleugel heeft en of er 46 werkplekken zijn ontruimd en of het is opgeleverd op 28 november 2008:

Stappenplan 2017 heeft het Ingenieursbureau [ingenieursbureau] (hierna te noemen: ” [ingenieursbureau] “) in opdracht van [eiseres] een beoordeling uitgevoerd van de constructieve veiligheid van de bollenplaatvloeren in het Gebouw. Een eerste inventarisatie van [ingenieursbureau] heeft ertoe geleid dat begin 2018 circa 46 werkplekken zijn ontruimd. Deze werkplekken bevonden zich op de tweede en derde verdieping van de noordvleugel van het Gebouw.

Het contract bleef niet anoniem. Een anoniem gebleven ingenieursbureau stelde de volgende eisen aan het gebouw:

3.12

In de notitie van [ingenieursbureau] is het volgende bepaald over de prestatie-eisen voor de hoofddraagconstructie en de uitvoering van de verdiepingsvloeren:

” 2 Eisen met betrekking tot belastingen en vervormingen

Alle constructieve onderdelen van het gebouw dienen te voldoen aan de in het Bouwbesluit, alsmede de in de TGB 1990 (NEN6700-serie) gestelde eisen ten aanzien van belastingen en vervormingen.”

“11 Verdiepingsvloeren en dakvloer

“De verdiepingsvloeren dienen te worden uitgevoerd als een bollenplaatvloer (of gelijkwaardig) met een dikte van maximaal 340 mm. De onderzijde van de vloer wordt vlak uitgevoerd en de vloer wordt voorzien van betonkernactivering ten behoeve van de klimaatbeheersing.

Eisen ten aanzien van belastingen en vervormingen, alsmede gelijkmatig verdeelde veranderlijke vloerbelastingen volgen uit de in dit document omschreven “uitgangspunten voor de veranderlijke vloerbelastingen”, de TGB 1990 (NEN6700-serie).”

Wat vond de rechter er nou van. Dat is nog en heel erg opvallend lang verhaal. Is er een gebrek met de bollenplaatvloeren. -Ja. Was dat gebrek ernstig? -Dat is onvoldoende onderbouwd door de eiser maar niet onmogelijk. Was dat gebrek kenbaar? -Ja. Levert dat ernstig gebrek een gebrekkig uitgevoerd ontwerp op? – Nee.

 

6.7

De vraag of er sprake is van een gebrek moet beantwoord worden op grond van paragraaf 4 lid 1 UAV-GC. In deze paragraaf is bepaald dat [gedaagde] verplicht is om de ontwerp- en uitvoeringswerkzaamheden zodanig te verrichten dat het werk voldoet aan de uit de

Overeenkomst voortvloeiende eisen. Als het werk niet aan die eisen voldoet, dan is er sprake van een gebrek.

6.8Uit deze bepaling vloeit voort dat de rechtbank eerst moet vaststellen welke eisen met betrekking tot de bollenplaatvloeren voortvloeien uit Overeenkomst en de daarbij behorende contractdocumenten.

6.9In de dwingende bijlage onder ‘06.01 Vraagspecificatie Nieuwbouw’, behorende bij het Inschrijfdocument, is bepaald dat de prestatie-eisen voor de hoofddraagconstructie zijn opgenomen in de documenten van [ingenieursbureau] . Uit de notitie van [ingenieursbureau] blijkt vervolgens in algemene zin dat alle constructieve onderdelen van het gebouw moeten voldoen aan de in het Bouwbesluit, alsmede de in de TGB 1990 (NEN6700-serie) gestelde eisen ten aanzien van belastingen en vervormingen. Voor de verdiepingsvloeren is specifiek benoemd dat deze uitgevoerd moeten worden als een bollenplaatvloer (of gelijkwaardig) en dat de eisen ten aanzien van belastingen en vervormingen, alsmede gelijkmatig verdeelde veranderlijke vloerbelastingen, volgen uit de TGB 1990 (NEN6700-serie). Hieruit volgt kortom dat er sprake is van een gebrek als de bollenplaatvloeren niet voldoen aan de eisen opgenomen in de TGB 1990 (NEN 6700) en dus in strijd zijn met het destijds geldende Bouwbesluit 2003.

[…]

6.15De rechtbank verenigt zich met de bevindingen van [ingenieursbureau] zoals die zijn vastgelegd in de rapportage van 20 september 2019 en maakt de daarin getrokken conclusies tot de hare. Die rapportage bevat de uitkomsten van de aanvullende analyse die [ingenieursbureau] heeft uitgevoerd om te bepalen of de aanwezigheid van extra doorgaande bijlegstaven op de plaat kan bijdragen aan de capaciteit van de vloer en daarmee het aantal kritische naden kan verminderen. [ingenieursbureau] concludeert enerzijds op basis van de resultaten van de berekeningen dat de doorgaande bijlegwapening een positieve bijdrage heeft op de momentcapaciteit, maar anderzijds dat de doorgaande bijlegwapening niet kan voorkomen dat onthechting van de prefab schil plaatsvindt en dat de tralieliggers worden aangesproken. [ingenieursbureau] concludeert dat vloeien van de tralieliggers nog steeds optreedt voordat vloeien van overige wapening optreedt, maar dat dit, afhankelijk van de hoeveelheid doorgaande bijlegstaven, pas bij een significant hogere belasting zal plaatsvinden ten opzichte van de situatie zonder doorgaande bijlegstaven.

[…]

6.32Bij de hiervoor genoemde redenen betrekt de rechtbank ook dat [ingenieursbureau] in haar rapportage van 21 augustus 2019 heeft benadrukt dat haar conclusie dat een grote hoeveelheid naden niet voldoen aan het vereiste veiligheidsniveau van NEN 8700 niet betekent dat er sprake is van acuut gevaar bij het huidige gebruik van het Gebouw, waarbij diverse werkplekken zijn ontruimd en de belasting voor de urgente locaties is verlaagd. [eiseres] heeft weliswaar gesteld dat op grond van een rekenkundige benadering op basis van de Rekenregels 2019 kan worden vastgesteld dat er sprake is van een ernstig gebrek, maar het heeft niet onderbouwd op grond waarvan feitelijk kan worden vastgesteld dat het Gebouw bij een volledige bezetting van de werkplekken geheel of gedeeltelijk dreigt in te storten of dat het ontruimen van de diverse werkplekken er toe heeft geleid dat het Gebouw feitelijk ongeschikt is of ongeschikt dreigt te raken voor de daaraan gegeven bestemming. En als daarvan sprake zou zijn is evenmin iets gesteld over de vraag welke voorzieningen zouden kunnen worden getroffen om dit te voorkomen en of deze, zoals vereist, buitengewoon en kostbaar zijn.

6.33Op grond van de hiervoor genoemde redenen is de rechtbank van oordeel dat [eiseres] in beginsel heeft aangetoond dat er sprake is van een gebrek in de zin van paragraaf 4 lid 1 UAV-GC, maar dat het op dit moment onvoldoende heeft aangetoond dat dit rekenkundig vastgesteld gebrek feitelijk een ernstig gebrek vormt zoals gedefinieerd in paragraaf 27 lid 2 sub b UAV-GC. En zoals hiervoor is aangegeven kan de uitkomst van een proefbelasting mogelijk zelfs meebrengen dat er in het geheel geen sprake is van een gebrek in de zin van paragraaf 4 lid 1 UAV-GC.

Het veiligheidsrisico met de bollenplaatvloeren was – achteraf gezien- een kenbaar gebrek. De technisch kennis is niet veranderd, de zwaartekracht ook al niet. Dus had je het gebrek ook eerder kunnen weten. Als je het ook wilde weten. Een opvallend hardvochtig oordeel in het licht van de volgende overwegingen of het gebrek ook ernstig is.

6.52Tussen partijen staat onbetwist vast dat breedplaatvloeren en meer specifiek bollenplaatvloeren in de afgelopen decennia zijn gebruikt om steeds grotere overspanningen te overbruggen. Daarvoor moeten de afzonderlijke breedplaten constructief aan elkaar worden gekoppeld, waarbij de functie van de koppelstaven verschoof van verdeelwapening naar hoofdwapening. De combinatie van een grotere overspanning en het aan elkaar moeten koppelen van afzonderlijke breedplaten levert een constructief veiligheidsrisico op voor instorting van een vloer. Dit veiligheidsrisico is niet onderkend toen aannemers de bollenplaatvloeren op een niet-traditionele manier zijn gaan toepassen.

6.53Dit veiligheidsrisico heeft zich inmiddels verwezenlijkt met het instorten van de parkeergarage in [plaats 2] in 2017. Hoewel dit een specifieke situatie betrof, bestaat de kans dat dit risico zich nogmaals zal verwezenlijken, temeer nu het Gebouw op basis van de Rekenregels 2019 rekenkundig niet blijkt te voldoen aan het veiligheidsniveau dat is voorgeschreven in NEN 8700. Dat dit veiligheidsrisico pas na de instorting van de parkeergarage in [plaats 2] is onderzocht en onderkend, kan – zoals [gedaagde] stelt – zijn veroorzaakt door een systeemfout, waarbij dit risico door de gehele bouwbranche niet werd onderkend. Dat betekent naar het oordeel van de rechtbank echter niet dat het gebrek in verband met de destijds heersende of gangbare technische inzichten niet op een eerder moment had kunnen worden ontdekt. De rechtbank acht in dat verband de conclusie van [ingenieursbureau] in haar memo van 8 september 2022 overtuigend en maakt deze tot de hare. [ingenieursbureau] concludeert eerst dat materiaalgedrag en toegepaste mechanica in de tijd van het ontwerp van de door [gedaagde] in het Gebouw toegepaste bollenplaatvloeren niet anders waren dan dat zij nu zijn en dat met de destijds bestaande kennis het bezwijkgedrag van de voeg met koppelwapening geanalyseerd had kunnen worden. Vervolgens concludeert [ingenieursbureau] dat een dergelijke analyse of onderzoek ten onrechte niet is uitgevoerd, aangezien de toepassing van bollenplaatvloeren aanzienlijk is gewijzigd, waardoor de functie van de koppelwapening ten gevolge van steeds grotere overspanningen is verschoven van verdeelwapening naar hoofdwapening. Het is dus niet zo dat er sprake is van een situatie waarbij het op grond van de objectieve stand van de wetenschappelijke en technische kennis, daaronder begrepen het meest geavanceerde niveau, op het tijdstip waarop het betrokken product in het verkeer werd bracht, onmogelijk was om het nadien ontdekte gebrek te ontdekken. Het was een kenbaar gebrek.

[…]

De bollenplaatvloer was dus gebrekkig aangebracht en dat gebrek was ook kenbaar, daar wil de rechter nog wel in mee. Is er dan ook een gebrekkige uitvoering van het ontwerp, en dus ook aansprakelijkheid? -Nee.

6.65

In het kader van haar betwisting dat er gebreken zijn die te wijten zijn aan een ‘gebrekkige uitvoering’, heeft [gedaagde] aangevoerd dat [eiseres] aan [gedaagde] verwijt te zijn tekort geschoten in haar uitwerkingsverplichtingen van het definitief ontwerp plus tot een uitvoeringsontwerp en dat dit op basis van artikel 6 lid 1 van de Overeenkomst een ontwerpverplichting en geen uitvoeringsverplichting is. Van een gebrekkige uitvoering als bedoeld in de garantieverklaring zou daarom geen sprake kunnen zijn. De rechtbank is met [gedaagde] van oordeel dat [eiseres] onvoldoende heeft gesteld om aan te nemen dat de in deze procedure centraal staande gebreken aan de bollenplaatvloeren, gegeven de wijze waarop deze door [gedaagde] zijn ontworpen, te wijten zijn aan een gebrekkige uitvoering van dat ontwerp door [gedaagde] .

6.66

Het oordeel dat er geen sprake is van gebreken die kennelijk te wijten zijn aan ‘minder goede hoedanigheid’ of ‘gebrekkige uitvoering’ leidt ertoe dat de tweede grondslag die [eiseres] heeft aangevoerd voor aansprakelijkheid van [gedaagde] , de tussen partijen van toepassing zijnde garantieverklaring, faalt. Hierdoor hoeven de overige verweren die [gedaagde] in het kader van het beroep van [eiseres] op de garantieverklaring heeft aangevoerd niet meer te worden beoordeeld.

 

—-

Hierdoor niet nee. Maar wel door andere dingen.

Aanbestedingsnieuws denkt daar dan ook filosofisch over na. Er werd dus niets bepaald over de afschuifsterkte en de klant vroeg om een bollenplaatvloer. Sommige vraagstukken zijn het best op te lossen door ze te versimpelen tot iets wat juristen die niets weten van zwaartekracht kunnen snappen. De klant vroeg dus om een kaartenhuis en zei daarbij niets over de mate waarin de kaarten mochten verschuiven. Aan wie ligt het dan als het kaartenhuis instort? Als je de kaarten had vastgelijmd, had het gebouw al een stuk steviger gestaan. Maar er werd nadrukkelijk niet gevraagd om het vastlijmen van de kaarten waarmee het kaartenhuis werd gebouwd. Aan de dikte van de kaarten werden verder ook geen eisen gesteld.

Bron: OVV 2017

Als je ook vraagt om een huis van stro, ligt het dan ook niet aan jezelf als er een wolf komt om het om te blazen? Nou net die vraag, is het gebrek ernstig, de enige vraag die ertoe doet, of de wolf het huisje kan omblazen, die wordt in de rechtszaak niet beantwoord. En een van de redenen daartoe is, dat het huisje allang staat (ro 6.28). Ja hoehoe, het is toch niet de vraag of het huisje al staat, de vraag is of de wolf al langs is geweest. Dus het zou dan eerst getest moeten worden of de huisjes van stro blijven staan bij windbelasting. Maar vervolgens wordt er niet getest. Wat? Maar er werken toch allemaal biggetjes in de Noordvleugel? Willen die soms niet weten of  het gebouw hun gewicht kan dragen onder de reële windbelasting? Dat is toch de hamvraag!

Aanbestedingsnieuws heeft zich ook over de bollenplaatvloer uitgelaten. De oorzaak van het instorten ervan is gelegen in ons inziens in de Aanbesteding. Hiermee is niemand eindverantwoordelijk in het proces. Dat zou al duidelijk hebben moeten maken aan alle betrokken ambtenaren waar je zoal veilig je ambtenarending kan doen. Ook de rechter voelt zich kennelijk niet genegen gerechtelijk te onderzoeken hoe ernstig het gebrek nou echt is. En zo is de hamvraag, hoe onveilig is die bollenplaatvloer nou, onbeantwoord. Nog steeds neemt niemand de verantwoordelijkheid om het echt uit te zoeken. Moet Aanbestedingsnieuws dat soms bekostigen? Dan kunt u maar beter een abonnement gaan nemen!

Arme biggetjes. Ons viel op dat in de tussentijd het Ministerie van Justitie stilletjes verhuisd is uit het Jubigebouw. Inkoop DJI zit ergens anders, zagen we toen we een vacature zagen voor aanbestedingsjurist. Slecht geweten?  Moeite met integer personeel werven, omdat die niet in je gebouw willen zitten? Wat vreemd?  Terwijl er toch allemaal ambtenaren naar binnen lopen in gebouwen met een gebrek. Maar is dat dan ook een ernstig gebrek. Ja, dat thuiswerken, dat kan nog lang blijven aanhouden.

1 thought on “Uitspraak bollenplaatvloer, Fout van het systeem: zwaartekracht verandert niet.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *