VNG: Wet harmonisatie kinderopvang betekent aanbesteden peuterspeelzalen
Volgens de VNG is het verstrekken van subsidie aan peuterspeelzalen/kinderopvang na invoering van een wetsvoorstel harmonisatie kinderopvang, mogelijk staatssteun. Dat zegt de VNG in reactie op het wetsvoorstel harmonisatie kinderopvang/peuterspeelzalen; dat gisteren door Minister Asscher naar de Tweede Kamer is gestuurd. Het wetsvoorstel wil het verschil tussen kinderopvang en peuterspeelzalen gelijktrekken. In het voorstel komt een gecentraliseerde vraaggestuurde regeling, die via de DUO moet lopen.
In de praktijk betekent dit volgens de VNG, dat alle peuterspeelzalen worden omgevormd tot kinderopvang. Het is het einde van de gemeentelijke peuterspeelzaal. Dat gebeurt ook al in diverse gemeenten. “Peuterspeelzalen worden daardoor feitelijk getransformeerd naar peuteropvang, een vorm van kinderopvang Dat betekent dat peuterspeelzalen, gelijk aan de kinderopvang, tot de marktsector gaan behoren”. Als de gemeente een peuterspeelzaal wil, moet dat worden aanbesteed.
Tegelijk met het wetsvoorstel is een rapport van de VNG met daarin een praktijktoets gestuurd. De VNG is zeer kritisch over het voorstel. Juist het onderscheid tussen peuterspeelzalen met maatschappelijk belang en kinderdagverblijven, is de grondslag voor de gemeentelijke subsidieverlening aan peuterspeelzalen, niet zijnde kinderdagverblijven. Na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel verdwijnt dan ook de wettelijke basis voor subsidie aan peuterspeelzalen. Dat betekent in de praktijk een marktwerking voor peuterspeelzalen, vergelijkbaar met die van de dagopvang. Ook peuterspeelzalen moeten dan boven de aanbestedingsdrempel, door de gemeente worden ingekocht.
Minister Asscher zegt hierover in de begeleidende brief:
VNG geeft verder aan dat straks de Europese regels voor staatssteun en aanbesteding van toepassing worden. Gemeenten moeten alert zijn dat gemeentelijke subsidies niet leiden tot marktverstoring. Door de harmonisatie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang verdwijnt het verschil tussen voorschoolse voorzieningen. Daarmee wordt het belangrijker dat gemeenten rekening houden met de Europese staatssteunregels bij het verstrekken van subsidies (als het subsidiebedrag onder het Europese aanbestedingsrecht valt). In het lopende implementatietraject bij dit wetsvoorstel zal hieraan aandacht worden besteed.
Op dit moment vallen peuterspeelzalen onder de WMO. De VNG:
Het feit dat de peuterspeelzalen ook een marktsector gaan worden heeft belangrijke gevolgen. Voortaan zullen de Europese regels voor staatsteun en aanbesteding van toepassing worden op peuterspeelzalen Dit betekent onder andere
• een marktconforme huurprijs i p v het maatschappelijk tarief dat veel gemeenten hanteren Een kostenverhoging voor de peuterspeelzalen
• gemeenten moeten voortaan bij inkoop van opvangplaatsen voor de niet-toeslagpeuters (inclusief hun VVE aanbod) aanbesteden of in elk geval meerdere ondernemers de kans geven om in te schrijven Het voortzetten van vaak jarenlange afspraken met de plaatselijke en betrouwbare peuterspeelzaal/welzijnsorganisatie is dan niet meer vanzelfsprekend
• VVE moet volgens de WPO toegankelijk zijn voor doelgroeppeuters, dus betaalbaar zijn. Voor peuters die onder de toeslagenregeling vallen zal die toegankelijkheid vanwege de hogere kosten van kinderopvang verminderen. Gemeenten mogen niet de peuterplekken waar toeslag voor wordt aangevraagd aanvullend subsidieren”
Bron: Kamerstukken II 2016/17, 34596 1-4 en bijlagen.
Zie: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/34596