Besluit reële kostprijs thuisondersteuning per 1 juni al van kracht – Aanbestedingsnieuws

Besluit reële kostprijs thuisondersteuning per 1 juni al van kracht

Op basis van Stb. 2017, 158 is per 1 juni 2017 het besluit voor een reële kostprijs thuisondersteuning van kracht geworden. De wijziging heeft gevolgen voor het VNG model van de Wmo-verordening. De VNG heeft de gewijzigde modelverordening in de tweede helft van maart per ledenbrief naar de gemeenten gestuurd.

Het besluit is in afwijking van de vaste veranderdata gepubliceerd. Deze datum wijkt af van de vaste verandermomenten om het besluit nog effect te laten hebben op de overheidsopdrachten voor voorzieningen ten behoeve van maatschappelijke ondersteuning voor 2018. Een latere inwerkingtreding zou feitelijk een jaar uitstel betekenen van de werking van het betreffende besluit.

De invoeringstermijn is volgens staatssecretaris van Rijn in het desbetreffende Staatsblad: “kort, maar haalbaar. Colleges van burgemeester en wethouders zouden alvast de aanbestedingsprocedure kunnen inrichten conform het gepubliceerde besluit en een vaste prijs of een reële prijs als ondergrens voor een inschrijving in de zin van de Aanbestedingswet 2012 kunnen vaststellen overeenkomstig de in het betreffende besluit gestelde regels dan wel gebruik kunnen maken van de uitzondering daarop door aanbieders conform de vereisten met een reële prijs te laten inschrijven.”

Naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad van State zijn aan het ontwerpbesluit twee methodieken toegevoegd die het college kan hanteren in plaats van de reële prijs als ondergrens voor een inschrijving.

Ten eerste kan het college beslissen om een reële prijs niet als ondergrens voor een inschrijving te hanteren onder de voorwaarde dat de prijs, die met een derde wordt overeengekomen voor de dienst, gebaseerd is op de eisen van het tweede en derde lid van artikel 5.4 van dit besluit. Het college toetst op deze wijze of de inschrijvende partij een reële prijs hanteert en daarmee voldoet aan de eisen van het besluit.

Ten tweede kan het college besluiten een vaste prijs te hanteren, zodat aanbieders alleen op kwaliteit concurreren. In deze vaste prijs moeten alle kwaliteitseisen zijn verdisconteerd. Deze vaste prijs moet ten minste gebaseerd worden op de kostprijselementen zoals beschreven in artikel 5.4 van het ontwerpbesluit. Hierop wordt hierna ingegaan onder paragraaf 4 van dit nader rapport.

Tot slot geldt in zijn algemeenheid dat de effecten van het ontwerpbesluit binnen drie jaar worden geëvalueerd op doeltreffendheid en doelmatigheid in de praktijk. Het kabinet bespreekt de uitkomsten van deze evaluatie met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG) en stuurt een verslag over deze evaluatie toe aan de Staten-Generaal.

Zie ook:

PIANOo toelichting op de meest voorkomende situaties:

https://www.pianoo.nl/actueel/nieuws/amvb-re-le-kostprijs-thuisondersteuning

Staatsblad waarin het besluit is gepubliceerd:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2017-255.html

Staatsblad van inwerkingtreding:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2017-158.html

Het advies van de Raad van State: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/34504/stcrt-2017-10324?resultIndex=0&sorttype=1&sortorder=4

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *