Analyse van een uitgever: Aanbesteding Zutphense Koerier is one way love
De kort gedingrechter heeft een uitspraak gedaan over de Zutphense Koerier. De uitspraak laat volgens de redactie van Aanbestedingsnieuws zien, hoe een aanbesteding vraag en aanbod uit elkaar drijft in plaats van naar elkaar toe brengt. De meeste aanbestedingen gaan over saais, zoals bijvoorbeeld een SaaS-omgeving of straatlantaarnarmaturen. Bij een krant is het vrij inzichtelijk, hoe die wordt beoordeeld. We lezen allemaal wel eens een krant.
We gaan hieronder in op de verschillende overwegingen, uit de uitspraak.
Leesbaarheid
Volgens de gemeente is de tekst van de inschrijving minder leesbaar door de schreefloze letter. De Persgroep stelt dat de gemeente enkel op basis van het gebruikte schreefloze lettertype niet tot het oordeel heeft kunnen komen dat de aangeleverde tekst minder leesbaar is dan bij gebruikmaking van een lettertype met schreef. Schreven, dat zijn de kleine randjes aan de letter, wat je bij Times New Roman wel, en bij Arial weer niet hebt. Apart, aangezien de schreefloze letter in het algemeen juist wordt gebruikt om de leesbaarheid te bevorderen. Nijntje-boeken worden ook niet met Gotische letters geschreven. De aanbestedende dienst denkt er blijkbaar anders over. De rechter stelt de Persgroep in het gelijk, maar niet om wat wij dachten. De leesbaarheid van een tekst is volgens de rechter “afhankelijk van diverse factoren, zodat – nu het oordeel van de gemeente uitsluitend op de leesbaarheid van het lettertype berust – dit oordeel onjuist en onvoldoende gemotiveerd is”.
Het is überhaupt een vreemde eis. Voor een krant is het misschien moeilijker een lettertype aan te passen, maar nog steeds niet zo moeilijk, dat een uitgever dat niet zou doen. Iedere uitgever zal met alle liefde om een opdracht binnen te halen, elk ander lettertype willen aanschaffen, als dat naar wens van de klant is. Één telefoontje en de Zutphense Koerier had er 10 jaar terug al anders uit gezien. Had de Persgroep geweten, dat hier zwaar aan getild zou worden, dan hadden ze dit ongetwijfeld graag anders gedaan. Maar of dat de volgende keer ook weer een eis is, dat is helemaal niet duidelijk. Stel dat er over drie jaar weer opnieuw wordt aanbesteed, misschien wil de volgende inkoper dan juist wel een schreefloze letter. Ja, het is allemaal voorradig.
Als een uitgever nu op de opdracht wil inschrijven, hoe moet hij daar dan rekening mee houden. Hoe moet 3a3 Publishing hier nou bij de volgende aanbesteding rekening mee houden dan? Moet je onderzoeken wat de smaak is van de inkoper, die je alleen kent van TenderNed? Moet je ongevraagd een lijstje sturen van alle 1000 fonts die je in huis hebt? Als je voor een paar honderd euro elke andere font in kan kopen? Voor nog een paar duizend Euro ontwikkel je een speciaal nieuw lettertype op maat gemaakt, alleen voor de Zutpense koerier.
Als er altijd wel een stok is om je mee te slaan, hoe zorg je ervoor dat je niet geslagen wordt? Wie er winnaar wordt, heeft op deze manier meer te maken met toeval. Dat is vooral zo ondraaglijk voor de verliezer, omdat het de schijn van objectiviteit met zich meebrengt. Objectief de verliezer? Om die letter!? Terwijl je allemaal het beste wil leveren voor de beste prijs! Dat doet pijn aan je ondernemershart. Juridisch zal het allemaal wel goedkeuring wegdragen. Maar écht objectief is het niet. Dat kan ook helemaal niet. Want als je werkelijk objectief zou kunnen kiezen voor een product, dan zijn de andere producten zo slecht, dat niemand die wil kopen. Maar dan wil ook niemand die producten verkopen! Iedereen verkoopt liever zoete broodjes dan broodjes poep. Al ben je nog zo’n louche ondernemer. Aan de Zutphense Koerier is helemaal niets objectief verkeerd!
Flexibele indeling
De krant is ook beoordeeld op de flexibiliteit van de indeling. De Persgroep heeft willen laten zien dat de indeling maximaal flexibel is, door twee verschillende pagina’s in te leveren. De gemeente voert daartegen aan dat zij juist om een invulling van flexibiliteit heeft gevraagd aan de hand van concrete voorbeelden, om op die manier de deskundigheid en creativiteit van de inschrijver te kunnen beoordelen. De rechter vindt daarom dat de aanbestedende dienst inderdaad kon vinden dat Achterhoek Nieuws, die (kennelijk) meer voorbeelden van de pagina-indeling in haar plan van aanpak heeft opgenomen, minder flexibel is.
Ja, had je geweten, dat ze doelen op een totaal andere vormgeving, dan had je dat wel gedaan. Hiervoor geldt weer hetzelfde als bij de lettertypes. De hele krant kan anders als dat moet. Wil je een andere vormgeving? Andere redactie? Andere eindredactie? Andere drukker? Dan kan dat. Maar dat ga je als bestaande aanbieder niet standaard aanbieden, omdat je gelooft in je product. Áls je weet dat de gemeente sowieso van de vormgeving af wil, dan kun je als Persgroep een hele frisse nieuwe look aan de Zutphense Koerier meegeven. Maar dat doe je niet, omdat er nergens gevraagd wordt om een restyling. Of dat de bedoeling is, dat blijkt niet uit de aanbesteding.
De ruimte die de Persgroep kan bieden is veel groter dan die van een kleinere uitgever. De Persgroep heeft letterlijk alles in huis. Daarmee is het voor een grotere uitgever juist moeilijker om in te schrijven op de aanbesteding, omdat ze zelf moeten kiezen uit een ruim pakket mogelijkheden, dat juist zo ruim is opdat de klant kan kiezen. Als 3a3 Publishing had ingeschreven, dan heeft Zutphen het niet voor het kiezen. De krant drukken we bij de Turkse repro om de hoek. In een oplage van 10. Ja misschien willen ze dat ook wel. Maar Zutphen néémt die keuze niet. Dat zou in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel. Vandaar ook de strategie van Dong om wel 100x op dezelfde aanbieding in te schrijven. Maar dat mag nu ook al niet meer.
Dat weten we bij 3a3 Publishing des te beter, omdat we zelf ook nog hebben gedacht aan meedoen. Natuurlijk niet echt, we gaan toch niet in Zutphen wonen. Kom nou! Maar toch. We hebben ook nog even in de stukken gekeken van tevoren. De opdracht was behoorlijk “functioneel gespecificeerd”. Oftewel we hadden geen idee wat er van ons werd verwacht. Na een uur turen op de lijst tenders zagen we pas dat het niet om drukwerk ging maar om een Zutphense Koerier. Oooh. Ze willen een Zutphense Koerier, ok. Hoe dan? Dat staat er niet bij. En er is al een Zutphense Koerier. Nou dan nemen ze die toch? Is tie niet goed genoeg? Dat staat er niet bij. Ja, je kan vragen stellen. Waarom zouden we de moeite doen? Voor de Zutphense koerier? Je kan er een hoop moeite in steken maar ze kunnen je om elke mogelijke reden afwijzen. Wij kunnen der niet zo veel van maken, een mooie website en wat stencils van de repro. Willen ze dat? We willen best meewerken maar laat Zutphen maar een beetje naar ons toe komen, als ze ons willen hebben hoor.
Lokale informatie
Geeft u in uw plan van aanpak concreet aan welk percentage lokale informatie op de redactionele pagina’s staat en beschrijf welke aanpak u volgt als het gaat om actualiteit en kwaliteit van uw redactionele pagina’s en voorpagina,
zo stond er in de aanbesteding. Waar slaat dat op? Puur vanuit 3a3 geredeneerd, al kunnen we op onze klompen aanvoelen dat de Persgroep ook weinig van deze eis kon maken. Als de gemeente 100% lokale actualiteit wil, dan doen we dat. Maar ja dan is er geen plek voor advertenties. Dus dan betaalt de gemeente wel ietsie meer. Als je ons daar goed voor wil betalen, dan berichten we ook echt van elk omgevallen pak melk in Zutphen. Als de gemeente 80% advertenties wil, dan kunnen we wat van de prijs af halen, door de compensatie met 20% reclame. Alles kan, maar tegen een bepaalde voorwaarde. Dat geldt voor 3a3 Publishing, maar net zo goed voor de Persgroep. Al is die precieze voorwaarde bij 3a3 Publishing wel anders, dan bij de Persgroep. Zij hebben bijvoorbeeld al advertentiecontacten in Zutphen. 3a3 niet hoor. Je kan natuurlijk niet van tevoren ons uitgevers laten raden hoeveel procent lokale informatie moet zijn als we allebei 100% lokale informatie kunnen leveren.
Het is niet aan de inkoper om te beoordelen wat er geleverd kan worden. Alleen de verkoper weet, wat hij allemaal kan leveren. De inkoper moet de verhouding van wat de verkoper kan leveren, beoordelen. Dat moet hij doen aan de hand van al zijn verdere wensen. De inkoper moet aan de hand van zijn wensen van alle aanbieders weten hoe die ruimte is, tussen wat er mogelijk is en wat die mogelijkheden kosten. Het gaat om het vergelijken van de verhoudingen van wat de Persgroep levert ten opzichte van de verhoudingen die 3a3 Publishing kan leveren. Maar de verhouding wordt nou net niet beoordeeld. En dat is inherent aan het aanbestedingsrecht. Het is meer een voorloper op een concrete uitvoeringseis, dan een beoordeling van een prijs/kwaliteitverhouding van een product.
Inkopen is altijd een beste prijs/kwaliteitverhouding. Behalve volgens het aanbestedingsrecht, volgens welke het altijd het een is of het ander. Wie dat verzonnen heeft, kijkt blijkbaar van tevoren echt alleen naar het prijskaartje en niet of ze nu pindakaas of tandpasta op brood smeren. En als ze wel kijken naar of ze pindakaas of tandpasta op het brood smeren dan kijken ze niet naar de prijs. En als ze het allebei laten meewegen, dan moet dat wel van tevoren in een bepaalde verhouding worden aangegeven, anders is het niet objectief. Want je wil wel goedkope tandpasta op brood. Sja, had je maar van te voren duidelijk moeten aangeven wat je bedoelt met broodbeleg. Maar als je van te voren tandpasta uitgesloten had, was dat in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Das toch niet eerlijk voor tandpasta dat je het niet op je brood wil smeren? Zo schrijf je rechtstreeks naar de pindakaasleverancier toe.
Liefde van twee kanten
Dat is de ziekte van de tijd. Er wordt een topdown-eis opgelegd voor aspect A waar je maar aan hebt te voldoen, voor iets waar alleen verhoudingen tussen A en B in zijn. Jij wil er op alle mogelijke manieren met alle soorten van genoegen aan voldoen, als je maar weet met hoeveel B men A gehad had willen hebben. Maar dat moet je zelf maar bedenken! Maar als je dat doet, word je er wel hard op afgerekend, ongeacht hoe je het ook doet. Dus je mocht het helemaal niet “zelf maar bedenken”. Als je daar van tevoren om iets anders was gevraagd, had je ook wel anders gedaan. Managers hebben ook vaak een handje van. Eenzijdige communicatie, vaak uit misplaatste arrogantie, maar in dit geval puur van bovenaf, door het aanbestedingsrecht opgelegd. Het sluiten van een koop is geen bevel. De liefde moet van minimaal 2 kanten komen.
Het is al met al erg oninzichtelijk, wat de Persgroep er nog méér aan had kunnen doen, om wél gedoodverfde winnaar te worden. Ook al heeft de Persgroep op afstand een heel groot bedrijf, in de dagelijkse praktijk wordt een dergelijke krant maar door heel weinig mensen gemaakt. Het is daarom veel meer een rechtstreekse aanval op die mensen, dan een inkoper, die op verre afstand van de werkvloer staat, in de gaten zal hebben. Ze hadden het niet goed genoeg kunnen doen. Als collega uitgever, kijkend vanaf de zijlijn met enig inzicht in aanbesteding, heeft 3a3 Publishing medelijden met onze grote collega. Het allerallerallerbeste is nog niet goed genoeg, voor de Zutphense Koerier. Op een gegeven moment denk je dan toch waarschijnlijk als gerenommeerde uitgever iets als “stik er dan ook maar in”.
Zie ook:
http://www.aanbestedingsnieuws.nl/advies-333-cva-prestatie-inkoop-in-strijd-met-gelijkheidsbeginsel/
http://www.zutphensekoerier.nl Nu het nog kan!
2 thoughts on “Analyse van een uitgever: Aanbesteding Zutphense Koerier is one way love”