WMO in Eindhoven, vooral de krant is er druk mee
We werden getriggerd door een artikel in het Eindhovens Dagblad met als titel “Advocaat: ‘Gemeenten als Eindhoven rommelen met de rechtsstaat'”. Wat is dat nu weer?
Het is een artikel geschreven in reactie op een opiniestuk van Renate Richters, Wethouder in Eindhoven, in dezelfde krant, waar ook al in dezelfde krant een ingezonden artikel stond van SP- commissielid Sylvie van Dijk.
De essentie van al deze artikelen is eigenlijk vrij eenvoudig.
De rechter zegt: dat er gewerkt moet worden met een urenindicatie en de Gemeente Eindhoven heeft dat losgelaten en gaat voor prestatie; zeg maar – een schoon huis, ongeacht hoeveel uren daarvoor nodig is.
Daarmee zet Eindhoven de Rechtsstaat voor aap, volgens Tim Robbe, die o.a. schrijft voor Aanbestedingscafé. En dan hebben we nog van Dijk (SP) die schrijft: Het is ongelofelijk dat de gemeente Eindhoven haar geld liever uitgeeft aan juridische procedures dan aan zorg.
Ook als de hoogste rechter aangeeft dat er een urenindicatie moet zijn, kun je het wel aanhoren; maar het werkt niet. Een schoon huis, of schone ramen zijn geen eenheden om mee te rekenen. De oplossing is natuurlijk dat het een niet zonder het andere kan: dus én kwantitatief én kwalitatief meten. Maar zelfs dan zijn we er niet. Zelfs niet als je zoals in de Elektrotechniek met normtijden gaat werken. 1 m2 stofzuigen duurt 1 minuut, dus een kamer van 5×6 duurt een half uur. Wat namelijk ook nog mee speelt is de vakbekwaamheid en taalbeheersing van de huishoudelijke hulp, de geestesgesteldheid van de zorgbehoevende, de omvang van het huis en soms dwars daar tegenin de Arbo-wetgeving en de arbeidsomstandigheden.
Om dit met een praktijkvoorbeeld te illustreren, gaan we 10, 12 jaar terug in de tijd, in een andere stad (binnen de Randstad) bij een bij de pinken maar niet meer goed ter been zijnde bejaarde. De vaste hulp is goed maar wordt op een ander project ingezet, waar intensief gecontroleerd wordt, dus daar moet je goede mensen hebben. De bejaarde in kwestie kreeg vervolgens een legertje hulpen over de vloer waar ze niet veel aan had. Kunt u vandaag een nieuw overtrek om mijn dekbed doen? Nou dat kon, maar na twee uren was het nog niet gelukt. De helft van de toegemeten tijd per 14 dagen was opgegaan aan het verschonen van het bed. Dat gebeurt mij geen tweede keer, dacht deze mevrouw en stommelde naar de berging met de rollator om wat “good old” dekens naar boven te halen, wat gewone lakens daarbij en … de nieuwe hulp vroeg “Hoe moet dat?” Had ze nog nooit gezien dekens, ze was ook nog maar een jaar of zeventien.
Volgende hulp, wandmeubel afstoffen, stapje achteruit stofdoek uitkloppen. Nou kon je het die nieuwe hulpen amper verwijten, zij kwamen hier ook niet vandaan en spreken de taal niet. Dan kun je ook niet uitleggen hoe je moet stofzuigen.Uitmondend in uiteindelijk stofzuigend tegen stoel en tafelpoten stotend totdat de verf er af was, diefstal van geld en goud, ramen wassen, maar niet de bovenste dertig centimeter, die was buiten bereik. Tja dan doe je niet veel met uren , ook al zitten er in alle uren 60 minuten en blijkt schoon ook een rekbaar begrip.
De meervoudige oplossing is dus een goede scholing, een goede beloning en begrip, onder meer voor het feit dat je wel ‘s morgens hier, ‘s middags daar en ‘s avonds thuis kan soppen, maar dat je dit geen jaren volhoudt. Pas dan kun je werken met normtijden en is urenindicatie mogelijk. Met alleen schoon of uren kom je er niet.
Het vereist enig omdenken in de politiek: zowel landelijk als lokaal. Een voorziening kost wat het kost, en als er wat terug komt is, dat ‘meegenomen’. Volgens die regel had men bijvoorbeeld in Eindhoven ook nog zijn “Tongelreep”zwembad.
Zie ook: