Rechter Overijssel: uit aanbesteding volgt al dat OPOV van toepassing is
Uit de aanbesteding volgt al dat er sprake is van een overgang van onderneming (ovo) en dus dat de OPOV-regeling van toepassing is. Dat overweegt de kort gedingrechter in arbeidszaken, van Overijssel in een uitspraak tussen het Sociaal Fonds Taxi en Connexxion. De uitspraak staat haaks op een eerdere uitspraak in een andere zaak, over de regiotaxi in de omgeving van Schiedam (Rijnmond). In de Rijnmond- zaak oordeelde de rechter dat géén sprake was van overgang van onderneming en dat Connexxion daarom het personeel niet hoefde over te nemen op basis van de OPOV-regeling van Sociaal Fonds Taxi.
De werknemers schieten hier in een dramatische ontknoping echter niets mee op. In de onderliggende procedure is sprake van een aanbesteding waarna de opdracht van Connexxion over is gegaan in handen van Connexxion. Er zit alleen nog een failliet gegane taxivervoerder (WsK) tussen. De curator had in die zaak, de opdracht in het belang van de schuldeisers, weer terug aan de eerdere opdrachtnemer, Connexxion gegund.
Daarom stonden SFT en Connexxion voor de rechter. Want dat het SFT van toepassing was, was wel duidelijk. Zoals eerder bij de regiotaxi Rijnmond is op basis van het SFT de verkrijger van de opdracht verplicht 75% van het personeel over te nemen. Is nu door het failliet Connnexxion ook verplicht 75% van het personeel (red. van Connexxion dus) over te nemen? Het enige wat niet duidelijk was, was de vraag of Connexxion nu de verkrijgende contractnemer was (door het winnen van de aanbesteding) of de vervreemdende contractnemer (na het faillissement) op basis van de OPOV.
De Overijsselse arbeidsrechter overweegt, dat de OPOV in ieder geval van toepassing is, als een openbare aanbesteding heeft plaatsgevonden:
3.7. Vaststaat dat in het onderhavige geval vanaf november 2014 een openbare aanbesteding als bedoeld in artikel 1.1n heeft plaatsgevonden met betrekking tot het onderhavige vervoerscontract waarvan de waarde per contractjaar meer dan € 300.000,- excl. btw bedraagt. Daaruit volgt reeds dat de OPOV-regeling van toepassing is. Zó beschouwd kan de door het SFT gevorderde verklaring voor recht dus worden toegewezen, maar daarmee is het SFT niet gediend. Het gaat haar er immers vooral om dat haar vordering tot nakoming – het baanaanbod – wordt toegewezen.
De vraag is alleen niet of het OPOV van toepassing is maar wat dan het geval is, als het OPOV van toepassing is.
3.14. Blijkens het partijdebat gaat het hierbij om de vraag of Connexxion Taxi als verkrijgende contractspartij (in de zin van: nieuwe) moet worden beschouwd als bedoeld in artikel 2.1.2 van de regeling, dan wel als huidige contractspartij (in de zin van: bestaande) als bedoeld in artikel 2.1.1b onder a. Het belang van de kwestie is dat Connexxion Taxi in het eerste geval aan 75% van de betrokken werknemers een baanaanbod moet doen en in het tweede geval daarvan is gevrijwaard.
De rechter oordeelt dat het allebei waar is en dat Connexxion zowél de huidige als de verkrijgende contractspartij is. Dat betekent dat er geen verplichting is voor een baanaanbod. Dat is zuur voor de werknemers, want in de praktijk betekent dit dat Connexxion helemaal niet verplicht is 75% van het personeel over te nemen.
Nu de bescherming van werknemers bij overgang van de vervoersonderneming na faillissement ingevolge artikel 7:666 lid 1 BW ontbreekt, bestaat er geen goede grond de werknemers, althans 75% van hen, bij overgang van de vervoersconcessie na faillissement wel een met de artikelen 7:662 e.v. BW vergelijkbare bescherming te bieden.
Of dat slecht nieuws is voor de werknemers, dat hangt er maar van af. Connexxion heeft de werknemers in dienst genomen via het uitzendbureau. De rechter laat in het midden of dit überhaupt een baanaanbod is in de zin van het CAO. Het is er alleen duidelijker op geworden dat er nog niet veel duidelijk is.
Zie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOVE:2016:4136