RIVM: MVI lang niet altijd toegepast
Criteria voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen worden lang niet altijd toegepast. Dat concludeert het RIVM in een effectanalyse van duurzaam inkopen. Ook varieert de mate waarin MVI wordt toegepast, bijvoorbeeld het aantal minimumeisen dat wordt meegenomen bij een aanbesteding. Het meenemen van MVI in een aanbesteding is bovendien geen garantie voor effect. Dit komt doordat niet alle minimumeisen beter zijn dan wat er gemiddeld op de markt beschikbaar is én doordat eisen en gunningscriteria niet altijd in de uiteindelijke contracten terechtkomen.
Daarmee is volgens het RIVM aangetoond, dat al met relatief eenvoudige informatie (zoals het aantal gereden kilometers) het effect van MVI kan worden berekend. Aanbestedende diensten die willen weten wat het effect is van hun MVI-inspanning, wordt aanbevolen deze informatie parallel aan het inkoopproces te gaan verzamelen en administreren. Voor verschillende productgroepen is het raadzaam een database te gaan ontsluiten en gebruiken die aangeeft in welke mate een product het milieu belast in haar hele levenscyclus. (Life Cycle Assessment).
Te casuïstiek
Met het onderzoek zijn acht productgroepen geanalyseerd: Dienstauto’s, Buitenlandse dienstreizen, Contractvervoer (voor bijvoorbeeld leerlingen), Transportdiensten (taxi’s en post), Bedrijfskleding, Elektriciteit, Zonnepanelen en Gas. De analyse van de overheidsinkopen in 2015 en 2016 laat zien dat MVI bij de acht productgroepen een positief effect heeft.
Het RIVM schat het positief effect van duurzaam inkopen op dat er in totaal minstens 4,9 megaton minder koolstofdioxide uitgestoten tijdens de contractperiodes en gebruiksduur van de diensten en producten. Ook was er winst te zien door onder andere minder uitstoot van schadelijke stoffen, recycling en werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.Tegelijk concludeert het RIVM, dat voor alle productgroepen geldt dat niet bekend is wat de variatie van de aanbestedingen binnen de productgroep is. “Daarom is er nog geen goede basis voor een statistisch correcte extrapolatie.” Voor bedrijfskleding was dergelijke informatie ook niet altijd beschikbaar,
Het rapport: “Het toepassen van MVI is zeer casus-specifiek. In dit rapport presenteren we een methode voor het meten van het effect van MVI die
rekening houdt met de uniciteit van aanbestedingen. Op basis van een steekproef per productgroep wordt inzicht verkregen over het effect van
de hele productgroep. Elke stap in de methode bevat keuzes en aannames, zoals: welke aanbestedingen horen wel of niet bij de productgroep en wat geldt er als referentie.”
Inkopers benaderd
Het onderzoek bestond voor een belangrijk deel uit het kijken naar de gehanteerde MVI criteria bij tenders op TenderNed. Het RIVM heeft daarnaast ook inkopers en/of contractmanagers gevraagd naar aanbestedingen die op TenderNed staan. Het bleek daarbij nog nodig om te vertellen wat het doel van het onderzoek was, en dat het niet ging om de prestatie van de inkoper te meten. Bovendien hebben niet alle inkopers tijd om mee te werken aan het onderzoek.
Gestelde vragen zijn onder meer:
• Klopt ons beeld van de aankoop op basis van TenderNed?
• Wat is de omvang van de aankoop in euro’s?
• Wat is er gekocht? In hoeverre is daarin tegemoetgekomen aan
de MVI-eisen/criteria?
• Wat is er geleverd? In hoeverre is daarin voldaan aan de
afgesproken MVI-eisen/criteria?
• Welke andere inschrijvingen waren er en wat was de variatie in
duurzame ambities?
• Wat is het beeld van de inkoper over de referentie van het
aangeschafte product: is het product op MVI-gebied anders dan
wat er gemiddeld op de markt is?
• Uitvraag naar de data die nodig is voor het kwantificeren van de
indicatoren.
Minimumeisen en Criteriadocumenten
Minimumeisen worden relatief vaak meegenomen bij aanbestedingen. Bij 56 van de 70 aanbestedingen zijn minimumeisen toegepast uit de criteriadocumenten die beschikbaar zijn op de website van PIANOo. Voor de productgroep Zonnepanelen geldt dat er geen minimumeisen zijn vastgelegd.
In de evaluatie over 2017 en 2018 moet blijken of hier een groeiende trend in zit of niet. MVI richtte zich in 2015 en 2016 met name op het
verminderen van de uitstoot van broeikasgassen en schadelijke stoffen RIVM Rapport 2018-0002 zoals fijnstof. Biobased inkopen en circulair inkopen werd in 2015 en 2016 afhankelijk van de productgroep in 0 tot 30% van de aanbestedingen toegepast. Social Return werd in 10 tot 70% van de aanbestedingen toegepast en Sociaal Internationale Voorwaarden in 0 tot 50% van de aanbestedingen.
Zie: