Rechter vordert overeenkomst op straffe van dwangsom van €300.000
Vandaag heeft PIANOo een analyse van het IBR van de Stedin-uitspraak, die 13 oktober bekend werd, gepubliceerd. In de uitspraak wordt Stedin veroordeeld tot het sluiten van een overeenkomst met de onaanvaardbare prijs van Avineon, op straffe van een dwangsom van €300.000,-
Het draait om een inkoop waarbij Stedin, een netbeheerder voor gas en elektriciteit, de inkoop voor het “vectoriseren van huisaansluitingen in het bedrijfsmiddelenregister” heeft gedaan.
De uitspraak is interessant voor inkopers die veronderstellen dat je het aanbestedingsrecht naast je neer kan leggen. Zie eerder: Laat je niet inkaderen door de Aanbestedingswet!
De rechter oordeelt in deze zaak, dat de aanbesteding in strijd is met de eis van ‘” objectieve voorschriften en selectiecriteria” in de aanbestedingswet 2012. Artikel 3.74 AW 2012 bepaalt dat de paragrafen 2.3.8.4., 2.3.8.5 en 2.3.8.6. van de AW 2012 van overeenkomstige toepassing zijn op speciale-sectoropdrachten.
De term onaanvaardbare prijs is nergens uitgewerkt en het is niet duidelijk hoe de beslissing van Stedin moet worden geduid. Volgens de voorzieningenrechter is in feite een nieuw (gunnings)criterium door Stedin toegevoegd, namelijk of een inschrijving wel paste bij het budget van Stedin.
De rechter veroordeelt Stedin binnen vier weken na dit vonnis een (nieuwe) gunningsbeslissing te nemen en de tweede Raamovereenkomst alsnog aan Avineon te gunnen, een en ander voor zover Stedin de opdracht nog wil gunnen verbiedt Stedin de tweede Raamovereenkomst te gunnen aan een ander dan Avineon.
Dit alles, op straffe van een dwangsom van €300.000, uitvoerbaar bij voorraad.
Zie:
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2016:7827
https://www.pianoo.nl/nieuw-gunningscriterium-week-42
En zie ook deze belangrijke inkoopmethodiek: