BNA Constructieve dialoog nodig voor een betere aanbestedingscultuur
Architectenbureaus zijn van mening dat een architectenopdracht tenminste het voorontwerp, het definitieve ontwerp en de aanvraag van de omgevingsvergunning zou moeten beslaan voor het beste gebouwde resultaat. Dat blijkt uit het BNA Verdiepingsonderzoek voorjaar 2023 onder aangesloten bureaus. Architectenselecties in Nederland vinden nog te vaak plaats met te lage of geen vergoedingen, te specifieke of te hoge eisen en te veel focus op kwantiteit boven kwaliteit.
- “Aanbestedingen zijn complex, vragen een onevenwichtige hoeveelheid werk en input en er is geen tot een marginale vergoeding die absoluut niet in verhouding staat tot de inspanning en kosten die bureaus moeten maken.”
- “Er is een te grote hoeveelheid eisen bij aanbestedingen en selecties waarmee jong talent wordt gefrustreerd maar ook kleinere bureaus gemarginaliseerd dreigen te worden. Voor een selectie wordt er vaak uitgegaan dat je net een aantal van dezelfde projecten hebt gedaan. Dat is vaak niet zo waardoor je afvalt.”
- “Uitschrijvers van tenders vragen allerlei duurzaamheidsberekeningen op een VO, wat voor schijnzekerheid en problemen met de haalbaarheid in latere fasen zorgt.”
Bureaus geven aan dat ze gelukkig ook meer goede voorbeelden zien, waarbij kleinere inspanningen worden gevraagd, niet de prijs maar de creativiteit doorslaggevend is en vaker een toereikende vergoeding wordt geboden. Absoluut positieve geluiden, maar er zijn nog veel verbeterpunten om het innovatieve en creatieve vermogen van Nederlandse architectenbureaus optimaal aan te spreken en in te zetten.
Daarom neemt de BNA als partner ook actief deel aan het Programma Beter Aanbesteden. Wat veel tenders betreft, lijken opdrachtgevers, via aanbestedende diensten en inkopers, steeds vaker te kiezen voor zekerheid en risicominimalisering met een stapeling en verzwaring van inschrijvingseisen tot gevolg.
‘Begrijpelijk, maar daardoor missen we als samenleving ook veel kansen. Enerzijds wordt de vijver waaruit we kunnen vissen zo steeds kleiner. Anderzijds merken we steeds minder enthousiasme bij talentvolle jonge én ervaren kleine en middelgrote architectenbureaus voor deelname aan aanbestedingsprocedures. Simpelweg omdat ze nauwelijks of niet meer kunnen voldoen, of de investering niet meer in verhouding staat tot het bedrijfsrisico dat ze hiermee nemen. Als we daadwerkelijk een hoogwaardige leefomgeving tot doel hebben, laten we daar dan aan werken door terug te gaan naar de wezenlijke vragen: Wil je verschil maken en als publieke opdrachtgever echt het beste uit jezelf en de markt halen? Durf je ambitie te tonen en de bijbehorende risico’s te nemen? En is de gewenste zekerheid en veiligheid alleen haalbaar door vooraf zoveel mogelijk dicht te timmeren, of zijn hiervoor alternatieve scenario’s denkbaar?’,
Astrid Aarsen, beleidsmedewerker juridische zaken bij de BNA.
Een constructieve houding, spannende en levendige dialogen tussen opdrachtgever en architect, vakinhoudelijke discussies en een goede uitvraag brengen vaak onverwacht verrassende, nieuwe mogelijkheden in beeld. Kwalitatief hoogwaardige architectuur kan alleen ontstaan als iedere betrokkene bereid is het beste uit zichzelf te halen, de spelregels en de rollen helder zijn, alle partijen onderschrijven dat ze hetzelfde kwaliteitsdoel nastreven en elkaar versterken in complementariteit. Maar ook: signaleren waar het spannend kan worden, wie welke verantwoordelijkheid draagt en zich daarop ook laat aanspreken.
Vanuit de BNA is de behoefte aan een merkbare verbetering van de huidige aanbestedingscultuur groot. Er speelt veel en daarom zetten we vanuit de branche in op een breed en constructief publiek debat met alle belangrijke aanbestedingsspelers met daarin ook aandacht voor best practices uit andere landen.
Bron: BNA, 13 juni 2023
Zie ook:
https://bna.nl/nieuws/constructieve-dialoog-nodig-voor-een-betere-aanbestedingscultuur