Aanbesteding Nederlands paviljoen Dubai EXPO 2020 van start
De Europese aanbesteding voor het Nederlandse paviljoen tijdens de wereldtentoonstelling Dubai EXPO 2020 is officieel gestart. Het aanbestedingsdocument is op 15 juni 2018 op Tenderned gepubliceerd. Hierin worden marktpartijen gevraagd met voorstellen te komen voor het paviljoen, de belevenis binnen en de omgeving buiten.
Het gaat zowel om het ontwerp, de bouw, het onderhoud en de afbouw van het paviljoen. Innovatie en duurzaamheid zijn belangrijke uitgangspunten.
De Nederlandse deelname aan de Dubai EXPO 2020 biedt een kans om te laten zien wat ons land in huis heeft aan innovatieve en duurzame oplossingen op het gebied van water, energie en voedsel, en vooral de verbinding daartussen. Door de samenwerking tussen Nederland en de Golf op deze thema’s te verstevigen, wordt ook de basis versterkt voor verdere samenwerking op andere gebieden.
Onder de noemer ‘Dutch Dubai: Dutch connection in the Gulf’ is door het ministerie van Buitenlandse Zaken een meerjarige campagne opgezet, toewerkend naar de Dubai EXPO 2020. Het Nederlandse paviljoen dat voor de Dubai EXPO 2020 moet worden gebouwd, vormt daarbij een hoogtepunt. Het paviljoen biedt dagjesmensen een unieke belevenis maar is ook een platform waar het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden bij elkaar worden gebracht.
Het aanbestedingsdocument is terug te vinden op Tenderned. Hierin wordt beschreven wat er gevraagd wordt aan de markt. De aanbesteding wordt begeleid door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De deadline voor het inleveren van een inschrijving is 3 september 2018, 12.00 uur.
Daaruit blijkt dat Nederland investeert voor de gehele meerjarige deelname ongeveer € 19 miljoen (incl. de 7,5 miljoen euro ex. BTW voor deze opdracht) om te kunnen deelnemen aan de wereldtentoonstelling in Dubai.
Directeur-Generaal Marten van de Berg van Buitenlandse Economische Betrekkingen:
“Het is aan u om met een voorstel te komen dat aan onze verwachtingen voldoet. Maar liever nog: dat onze verwachtingen en die van het publiek overtreft! “
Circulair bouwen
Een opvallend punt van aandacht in de tender is dat wordt gevraagd om circulair bouwen.
Met betrekking tot circulair bouwen wordt een beschrijving (max 2A4) verwacht die toelicht hoe de uitgangspunten van circulair bouwen, de 10 R’s, tot zijn recht komen in het ontwerp.
Voor een concrete invulling hiervan ontwikkelde prof. dr. Jacqueline Cramer de 10 R’s om onderscheid te maken tussen de verschillende niveaus van circulariteit.
Dat wordt gebaseerd op het schema dat hiernaast staat:
Het uitgangspunt bij circulair bouwen is: hoe hoger op de R-ladder, hoe beter.
Tijdspad
Het tijdspad uit de aanbestedingsdocumentatie meldt:
15 juni 2018 Publicatie v/d aanbesteding op Tenderned, start inschrijvingstermijn
29 juni 2018, 18.00 uur Sluiting vragenronde 1
6 juli 2018 Verzenden Nota van Inlichtingen 1
3 augustus 2018, 18.00 uur Sluiting vragenronde 2: uiterste moment voor het stellen van vragen
10 augustus 2018 Verzenden Nota van Inlichtingen 2
3 september 2018, 18.00 uur Uiterste datum en tijdstip van ontvangst van inschrijvingen
3-14 september 2018 Beoordelen inschrijvingen
17&18 september 2018 Presentaties van inschrijvers
27 september 2018 Verzenden mededeling gunningsbeslissing
18 oktober 2018 Uiterste datum om een voorlopige voorziening inzake de mededeling gunningsbeslissing
18 oktober 2018 Uiterste datum voor het door de winnende inschrijver aanleveren van de door de opdrachtgever gevraagde bewijsmiddelen
Eind oktober 2018 Ingangsdatum Overeenkomst
Tjonge volgens die prof. Dr. Cramer is dus feitelijk alles behalve stort al circulair. Hup de fik erin en energie terugwinnen. Hoog op haar lijstje staat repair reuse en refurbish. In het kader van ECHTE duurzaamheid, (dus die volgens het van Dale woordenboek en niet die rare definities die je elders ziet) is repair natuurlijk de nummer 1 in circulariteit. Want reparabel betekent lange levensduur zowel technisch als economisch en daar bovenop kun je door reparaties de levensduur verlengen. En dan belanden we weer in een oude discussie die ik steeds weer probeer aan te zwengelen. Repareren is géén waarde toevoegen. Het gerepareerde product is ook door de reparatie niet in waarde gestegen omdat een reparatie niets verandert aan de depreciatie van het geheel, alleen dat deel dat defect is wordt vervangen.Nu behoeven serviceonderdelen ter reparatie vaak een apart logistiek kanaal dat maakt dat de kosten flink hoger zijn. Een onderdeel dat in de productiekosten is opgenomen voor 0,50 € kan als service onderdeel wel 5 of 10 € kosten. Wil je dus als overheid repair, refurbish stimuleren moet je stoppen met over de prijs van serviceonderdelen 21% BTW te heffen. Een uitzondering voor wear and tear parts is daarbij mogelijk, denk hierbij aan autobanden, fietsbanden etc. Het weigeren cq voorkomen van het gebruik is volgens voornoemde prof. nummer 1 op de ladder. Dat wil zeggen dat het afbreken van de aanbesteding voor een marinierskazerne in Vlissingen extreem circulair is.