200 kamervragen over onderzee capaciteit – Aanbestedingsnieuws

200 kamervragen over onderzee capaciteit

De vaste kamercommissie van Defensie heeft 200 vragen in petto.voor de staatssecretaris van Defensie. Die gaan over Uitkomst verwervings-voorbereidingsfase vervanging onderzeebootcapaciteit
(Kamerstuk 34 225, nr. 52).

Veel vragen gaan over de aanbesteding voor de vervangingsopdracht. Gunnen aan het Franse Naval, hoezo, waarom en hoe?

Vraag
1 Hoe staat uw uitspraak dat er in de offerte van Naval Group sprake
is van brede betrokkenheid van de Nederlandse defensie- en
veiligheid gerelateerde technologische industriële basis (NLDTIB)
in verhouding tot uw uitspraak dat er honderden miljoenen, ten
opzichte van een order van 5,6 miljard euro, naar Nederlandse
bedrijven zal vloeien? Kunt u zo gedetailleerd mogelijk aangeven
op welke manier en waar deze miljoenen de «supply chain» van
Nederland versterken?
2 Wat was voor het kabinet de reden om in november 2019 te kiezen
voor een open aanbestedingsprocedure? Zijn hier in een later
stadium redenen aan toegevoegd? Zo ja, welke en wanneer?
3 Zijn er in de achterliggende periode in aanloop van of tijdens de
aanbestedingsprocedure door de werven betrokken bij de
aanbesteding of door de Nederlandse overheid toezeggingen
gedaan die niet bekend zijn geworden bij de Tweede Kamer? Zo ja,
welke en aan wie?
4 Wat zijn de gevolgen van de voorlopige gunning aan de Franse
werf Naval voor de samenwerking op maritieme basis in Noord-Europa? Betekent dit dat deze samenwerking niet of nauwelijks
meer zal plaatsvinden?
5 Waarom is er gekozen voor een strategische samenwerking met
Frankrijk op het terrein van de bouw van schepen/boten voor de
Koninklijke Marine? Komt hierdoor de continuïteit van de Nederlandse marinebouw niet in gevaar, die in de sectoragenda voor de Maritieme Maakindustrie van het kabinet van groot belang voor onze strategische autonomie wordt geacht?

6 Is er bij de beoordeling van de puntenscore voor de deelnemende
werven gebruikgemaakt van een «multiplier»? Zo ja, op welke
wijze? Wie heeft opdracht gegeven deze «multiplier» te hanteren
voor wat betreft de puntentelling?
7 In hoeverre is de prijs van doorslaggevend belang geweest bij de
keuze? Is dit belang gedurende het aanbestedingstraject nog groter
geworden als gevolg van autonome prijsstijgingen door externe
factoren? Was het daardoor in feite onmogelijk om een lage prijs te
evenaren door het bieden van een kwalitatief betere boot en/of
door een grotere Nederlandse industrieparticipatie?
8 In hoeverre is door het grote belang van de prijs in de weging een
commerciële werf bij voorbaat kansloos in vergelijking met een
staatsgesteunde werf? In hoeverre is deze overweging meegeno￾men gedurende de beslissingscriteria?
9 Kunt u een opsomming geven van de projecten die Naval Group
en/of zijn voorganger DCNS in de laatste 25 jaar op tijd en binnen
budget heeft opgeleverd? En welke niet?
10 Kunt u een vaststaande opsomming geven van de geverifieerde
betrokkenheid van Nederlandse bedrijven bij de assistentie van de
bouw door de Franse werf Naval? Zo nee, waarom niet en wanneer
is die duidelijkheid er wel?

[…]

©Zaz 2015

 

 

Zie verder:

Kamerstukken II, 2023/24, Nds. 2024D16154

https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2024D16154&did=2024D16154

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *