Warmtesysteem Beursgebied Utrecht
In Utrecht wordt al jaren gewerkt aan een nieuw stationsgebied. In het westelijke deel van het stationsgebied, het Beursgebied, wordt in de aankomende jaren veel nieuwbouw gerealiseerd. Deze nieuwbouw zal zich in de komende 15 jaar ontwikkelen tot ca. 6.000 á 9.100 appartementen en ca. 200.000 á 525.000 m2 BVO utiliteitsgebouwen. Vanuit haar duurzaamheidsambities streeft de gemeente naar zo duurzaam mogelijke energieoplossingen voor deze nieuwbouw. De transitie van aardgas als energiebron naar hernieuwbare energiebronnen, alsook duurzaamheid en milieukwaliteit zijn voor de gemeente belangrijke uitgangspunten bij de ontwikkeling van Beursgebied. Maar energie uit hernieuwbare bronnen is schaars. Dit betekent dat we de energie zo efficiënt mogelijk moeten gebruiken en verdelen over de stad. Nieuwbouw is goed te isoleren en kan zo ontworpen worden dat deze een lage temperatuur behoefte heeft. Daarom verwarmen we nieuwbouw bij voorkeur met duurzame lage temperatuur bronnen zoals warmte-koude opslag, aquathermie, en zonenergie. In Utrecht is in de bodem en het open water zoals kanalen en vaarten bruikbare hernieuwbare energie beschikbaar. Deze energie wil de gemeente optimaal benutten.
Voor de warmte- en koudevraag van de nieuwbouw in het Beursgebied wil de gemeente daarom een collectief warmtesysteem van lage temperatuur warmte, dat ook koude levert, realiseren. Hiermee wordt zo optimaal mogelijk gebruik gemaakt van beschikbare, lokaal aanwezige, hernieuwbare energiebronnen. Alle nieuwbouw in het gebied wordt in principe aangesloten op het systeem en kan zo gebruik maken van deze duurzame energie. Ook bestaande bouw kan, op verzoek van de vastgoedeigenaar, worden aangesloten bij het systeem. Voor dit collectieve warmtesysteem wil de gemeente een concessieovereenkomst afsluiten.
Het Beursgebied bestaat ruwweg uit de gebiedsontwikkelingen Beurskwartier, Lombokplein, Jaarbeursgebouw en Kruisvaartkade. In het gebied is ruimte voor ongeveer 15 nieuwe WKO doubletten en 1 tot 4 nieuwe installaties voor thermische energie uit oppervlaktewater (TEO). Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van het Merwedekanaal, de Kruisvaart en de Leidsche Rijn. Begrenzing van het Beursgebied is afgestemd op de voorziene nieuwbouwontwikkelingen in dit gebied.
Alle nieuwbouw dient van duurzame energie te worden voorzien en omdat gebruik van de ondergrondse watervoerende pakketten en de langs het gebied stromende oppervlakte wateren, met elkaar in verbinding staan en invloed op elkaar hebben, is gekozen voor gebiedsregie op de lokale energiebronnen. Het concessiegebied is gelijk aan het Beursgebied, de plankaart van het Bodemenergieplan en tevens het warmtekavel van het Warmteplan.
Het Warmtesysteem moet voorzien in de warmtevoorziening (ruimte verwarming en -koeling en leveren van warm tapwater) van de geplande nieuwbouw in het Beursgebied. De gemeente heeft ervoor gekozen om het ontwerp, de financiering, de aanleg en exploitatie van het Warmtesysteem onder te brengen bij een warmtebedrijf, de concessiehouder. Hiervoor sluit de gemeente een concessieovereenkomst.
De concessiehouder heeft de verantwoordelijkheid om het Warmtesysteem te ontwerpen, financieren, realiseren en te exploiteren, zodanig dat de overeengekomen energieprestatie wordt behaald. Hierbij moet er zoveel warmte en koude aan afnemers geleverd worden als nodig is om te voorzien in hun warmte- en koudevraag voor ruimtes en warm tapwater. Daarnaast verzorgt de concessiehouder diensten, zoals informatievoorziening, de ‘mijnwarmte-app’ een servicedesk voor de afnemers en het organiseren van betrokkenheid van de afnemers bij nieuwe ontwikkelingen in het Warmtesysteem.
De gemeente is juridisch eigenaar van het Warmtesysteem. Door middel van de Concessieovereenkomst verwerft de concessiehouder onder meer het exclusieve recht om voor eigen rekening en risico het Warmtesysteem te exploiteren (het economische eigendom). De gemeente is de concessiehouder geen vergoeding verschuldigd.
Naar verwachting wordt het Warmtesysteem in delen gerealiseerd in het tempo van de nieuwbouwontwikkelingen en het bestaande vastgoed dat aangesloten wenst te worden. Daardoor is er eerst sprake van een ingroeiperiode voor de realisatie en aansluiting van het vastgoed op het Warmtesysteem. In deze periode dient de concessiehouder warmte en koude te leveren aan het aangesloten vastgoed. Nadat er 3.000 nieuwbouwwoningen en/of woningequivalenten op het Warmtesysteem zijn aangesloten, vangt de 30 jaar lopende exploitatiefase aan. Hierdoor ontstaat de situatie dat gebouwen die vroeg in de
ingroeifase worden gerealiseerd, langer dan 30 jaar van warmte en koude dienen te worden voorzien door concessiehouder. Gebouwen die na de eerste 3.000 woningen worden aangesloten, zullen binnen deze concessie minder dan 30 jaar van warmte en koude worden voorzien. De looptijd van de exploitatiefase van 30 jaar is gebaseerd op door de gemeente opgestelde financiële berekeningen. Hieruit volgt dat een termijn van 30 jaar exploitatiefase nodig is om de investeringen (initiele investeringen en vervangingsinvesteringen tijdens de looptijd), met een marktconform rendement op geïnvesteerd vermogen, terug te kunnen verdienen. Daarnaast houdt de gemeente rekening met het wetsvoorstel voor de “Wet collectieve warmtevoorziening”. Hierin wordt een leveringsperiode van minimaal 20 jaar en maximaal 30 jaar genoemd.
De technische scope van het Warmtesysteem bestaat indicatief uit de volgende onderdelen (niet uitputtend):
– bronnen voor warmte en koude;
– bronpompen en injectievoorzieningen per bron;
– terreinleidingen en bekabeling tussen de bronnen en de warmtewisselaars;
– technische ruimten in het vastgoed;
– warmtewisselaar(s) die de warmte van het bronnensysteem overbrengen naar het distributiesysteem in de gebieden;
– distributienet met distributiepompen, vul- en expansievoorzieningen van warmte en koude dat de warmte naar de woningen en utiliteit brengt;
– collectieve warmtepompen in de gestapelde woon- werkgebouwen met voldoende vermogen voor de levering van, lage temperatuur ruimte verwarming en koeling (inclusief bemetering);
– individuele afleversets in de woningen bij toepassing van collectieve warmtepompen voor ruimteverwarming (op gebouwniveau), inclusief inpandige distributie van warmte en koude en warm tapwater tot en met de afleversets (inclusief bemetering) en voorzieningen voor warm tapwater;
– een regeneratievoorziening voor het laden van aanvullende warmte indien nodig voor de balancering;
– regeltechniek voor het besturen van de warmte-/koudevoorziening en bijbehorende componenten.
Tijdens het realiseren en exploiteren van een Warmtesysteem dient de concessiehouder tevens het procesmanagement voor afstemming en communicatie met de stakeholders, zoals afnemers (bewoners, kantoren, horeca etc.), omwonenden, gebouweigenaren (zoals projectontwikkelaars en beleggers) en gemeente, waterschap en provincie uit te voeren. Onder dit procesmanagement vallen onder meer (niet uitputtend):
– afstemmen met de gemeentelijke diensten van Utrecht en het waterschap over de ruimtelijke inpassing van het Warmtesysteem in de openbare ruimte en de verschijningsvorm van de installaties in de openbare ruimte;
– afstemmen met gebouweigenaren en overige afsluiters over ontwerpkeuzes van de binneninstallatie en de ontwerp- en realisatieplanning;
– verzorgen van storingsservice, beheer en onderhoud;
– verzorgen van bemetering en facturering;
– systematisch wijze van uitvoeren van het kwaliteitsmanagement;
– organiseren van klantenbetrokkenheid bij het Warmtesysteem, meten en continu op het gewenste niveau houden van de klanttevredenheid en bieden van 24/7 klantenservice;
– aangaan van aansluit- en leveringsovereenkomsten met de afnemers die een aansluiting wensen.
Voor deze opdracht volgt de Gemeente de Europese Concessieprocedure volgens het ARW 2016 hoofdstuk 16. De procedure wordt op basis van artikel 16.2.1 sub c van het ARW 2016 ingericht conform de concurrentiegerichte dialoog zoals deze beschreven is in het ARW 2016 hoofdstuk 4.De gemeente wil de concessieopdracht gunnen aan één inschrijver. De gemeente gunt de opdracht aan de inschrijver met de economisch meest voordelige inschrijving op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding.
Bron: Tenderned woensdag 15 september https://www.tenderned.nl/tenderned-tap/aankondigingen/238287