Uitspraak in bodemzaak inbesteden schoonmaak Dordrecht
Laatst geupdate op februari 7, 2021 door redactie
De rechter heeft uitspraak gedaan in een zaak over het inbesteden van schoonmaakwerk voor de gemeente Dordrecht. Daar had de gemeente het bestaande contract met een schoonmaakbedrijf opgezegd en mensen uit de sociale werkplaats neergezet. Daartegen is Schoonmaakbedrijf GOM in beroep gegaan. Samenwerken op het gebied van schoonmaak is volgens GOM geen publiek-publieke samenwerking.
Gemeente Dordrecht had het schoonmaakwerk in eigen beheer uitgevoerd door mensen met een arbeidsbeperking. De werkkrachten werden ingeleend bij Drechtwerk, de sociale werkvoorziening. Drechtwerk leent op zijn beurt weer een deel van het benodigde personeel van haar dochteronderneming FrisFacilitair. GRD is verantwoordelijk voor instructie en begeleiding van deze ingeleende schoonmakers en huurt daartoe sociale begeleiders in bij Drechtwerk.
Schoonmaakbedrijf GOM kwam hiertegen in verweer. Volgens GOM gaat het om schoonmaakwerkzaamheden die moeten worden gekwalificeerd als een 2A-dienst, waardoor het gewoon moet worden aanbesteed. Van arbeidsbemiddeling kan geen sprake zijn, nu Drechtwerk geen uitzendbureau is maar een openbaar lichaam op basis van een gemeenschappelijke regeling (en dus een aanbestedende dienst), aldus GOM.
De rechter oordeelt dat het hier niet gaat om schoonmaakwerk maar om arbeidsbemiddeling en dat is een 2B-dienst, die een lichtere aanbestedingsplicht kent. Daarom kan in het midden blijven of in de gekozen constructie (tevens) sprake is van een publiek-publieke samenwerking.