Rijkswaterstaat laat oeverbermen sinusmaaien
Sinus maaibeheer houdt in dat gemaaid wordt in een organisch patroon, waarbij slechts een deel van de vegetatie wordt gemaaid en de rest blijft staan. Per keer wordt een ander maaipatroon aangehouden waardoor verschillende hoogtes van begroeiing in een natuurlijk patroon ontstaan. Zo krijg je op een klein oppervlak verschillende microklimaten, zoals warmer of koeler en gemaaid of met bloeiende planten. Hierdoor blijven er schuilplekken voor dieren, nectarplanten voor bestuivende insecten en er ontstaan ook extra plekken voor vlinders om op te warmen of om eitjes af te zetten.
Het verhogen van de biodiversiteit is een gedeelde ambitie van Rijkswaterstaat en Van Doorn. Op deze specifieke locaties is het de bedoeling dat door sinusmaaien er zich meer soorten vlinders, juffers, libellen en vaatplanten gaan vestigen. Ook moet het aantal per soort toenemen. Het bedrijf Econsultancy uit Boxmeer voert voor een periode van 6 jaar in de 3 verschillende kanaalbermen monitoring uit naar ongewervelden (vlinders, libellen en juffers), waarbij de ontwikkeling door de tijd heen gevolgd wordt. In 2019 en 2020 zijn hiervoor de 0-waarnemingen gedaan waarna er in 2024 een beeld is van het effect van sinusmaaien op het aantal soorten vlinders, juffers, libellen en vaatplanten en het aantal per soort.
Bron: Rijkswaterstaat, 5 juli 2021