Rechter: Reclame in Hilversum, had Europees aanbesteed moeten worden
Laatst geupdate op november 14, 2024 door redactie
Op 8 november publiceerde Rechtspraak.nl een uitspraak over een aanbesteding met de nationale procedure voor reclame op lichtmasten in Hilversum. De opdracht had volgens de rechter met een Europese aanbesteding in de markt moeten worden gezet. Om te voorkomen dat de opdracht alsnog gegund wordt, heeft de rechter een gunningsverbod opgelegd.
De eiser stelt zich daarbij hardliner aanbesteding op, en stelt dat voor de berekening van de totale omzet die de concessiehouder tijdens de looptijd van de concessieovereenkomst kán behalen, moet worden uitgegaan van het potentieel van de opdracht. Om die reden meent zij dat voor de factor ‘aantal lichtmastreclames’ moet worden gerekend met het maximumaantal reclames van 200 stuks dat volgens de aanbestedingsleidraad kan worden verhuurd, ongeacht of dit aantal wordt benut. (Zie ro. 4.14)
De voorzieningenrechter gaat daar ook in mee
De voorzieningenrechter volgt het standpunt van [eiseres] , omdat uit het commentaar bij artikel 2a.11 lid 2 Aw 2012 volgt dat voor de berekening van de totale omzet die de concessiehouder tijdens de looptijd van de concessieopdracht kán behalen, rekening moet worden gehouden met alle voor de waarde mogelijk relevante onderdelen.7 De voorzieningenrechter overweegt dat omdat het aantal lichtmastreclames relevant is voor de waardebepaling van de opdracht, moet worden gerekend met het maximumaantal van 200 stuks.
Met alle voor de waarde mogelijk relevante delen moet worden rekening gehouden bij de berekening van de waarde van de opdracht, staat er in artikel 2a lid 11 Aw. Wat zijn dat, mogelijk relevante delen voor de waarde? De onbekende toekomst? Zijn dat alle mogelijke toekomsten ook de toekomst waarin we allemaal de Lotto winnen en Brad Pitt de promotie doet voor Hilversumse lichtmastreclame? Want ja, zo kun je elk bord wel aanbesteden, per lichtmast apart.
De voorzieningenrechter volgt het standpunt van [eiseres] , omdat uit het commentaar bij artikel 2a.11 lid 2 Aw 2012 volgt dat voor de berekening van de totale omzet die de concessiehouder tijdens de looptijd van de concessieopdracht kán behalen, rekening moet worden gehouden met alle voor de waarde mogelijk relevante onderdelen. De voorzieningenrechter overweegt dat omdat het aantal lichtmastreclames relevant is voor de waardebepaling van de opdracht, moet worden gerekend met het maximumaantal van 200 stuks.
Bron: Rechtbank Midden-Nederland, 18 oktober 2024, publicatie: 8 november 2024, C/16/577970 / KG ZA 24-363