Rechter: Licentieovereenkomst Dong -Cure had moeten worden aanbesteed – Aanbestedingsnieuws

Rechter: Licentieovereenkomst Dong -Cure had moeten worden aanbesteed

Laatst geupdate op september 22, 2017 door redactie

De rechter heeft geoordeeld in een kort geding dat een tussen Dong en Cure gesloten overeenkomst, volgens Aterro voor het starten van een centrale voor Biogas, had moeten worden aanbesteed, volgens de regels voor speciale sectoren.  De rechter wijst de vordering van Attero tot intrekking van het gunningsvoornemen ten gunste van de Joint Venture toe.

Het idee van Cure (een regionale afvalsamenwerkingen tussen Eindhoven ) en Dong was dat het hier zou gaan om een publiek publieke samenwerking tussen twee nutsbedrijven, omdat Dong eveneens een nutsbedrijf is. Cure en Dong zouden samen een joint venture oprichten. Daarmee zouden ze een “enzymenfabriek” oprichten voor 85 miljoen voor de enzymatische afvalverwerking. Biogas moest wordt opgewekt “door middel van recycling met behulp van de unieke REnescience techniek”. Terwijl het volgens verantwoordelijk wethouder Schreurs (tevens bestuursvoorzitter van Cure) tegenover gemeenteraad nog vooral zou gaan om het terugdringen van huishoudelijk afval, draait het in de overeenkomst om de opwekking van gas via een publiek publieke samenwerking, die volgens Cure daarmee niet aanbestedingsplichtig zou zijn. Er werd volstaan met de summiere publicatie van een “vrijwillige transparantie vooraf”.

©ZaZ 2017

Attero liet erover weten dat die unieke techniek waarschijnlijk niet zo uniek is: ” DONG heeft in Kopenhagen in 2009 een proefinstallatie gebouwd met de zogenaamde “REnescience-technologie”. Volgens DONG’s vergunningsaanvraag betreft het “een biogrondstoffeninstallatie die recyclebare materialen en hernieuwbare energie uit afval terugwint. Het bestaat uit mechanische en biologische behandeling (MBT: mechanical biological treatment) van gemengd afval en opwekking van hernieuwbare energie door een proces van vergisting. De DONG REnescience technologie dankt zijn business case waarschijnlijk voor een belangrijk deel aan het opwekken van biogas uit de organische fractie van restafval.”

Aterro vermoedt dus dat de installatie alleen rendabel is omdat het uit het GFT-afval biogas opwekt. Dat wordt echter in Nederland in tegenstelling tot in Denemarken gescheiden opgehaald. Daartoe moest dan in tegenstelling tot nu, net zoals in Denemarken het GFT afval met het huishoudelijk afval op 1 hoop worden gegooid. Dat is in strijd met de VANG-doelstellingen van de rijksoverheid, zo stelt Aterro. En bovendien kan er zo geen compost van worden gemaakt. De rijksoverheid is duidelijk over GFT-scheiding: “Ombuigen van gft-afval is essentieel. In het huishoudelijk restafval is het verreweg de grootste stroom. Elke inwoner gooit nu elk jaar zo’n 80 kilo GFT-afval bij het restafval. Daarmee zitten we al bijna op het maximum van 100 kilo restafval”

Moet nu een dergelijke overeenkomst al worden aanbesteed, als het niet in de toekomst zeker is wat voor soort installatie daaruit voortvloeit? De rechter meent van wel:

 Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter vereist artikel 3.1 Aw niet dat de speciale-sector activiteiten worden verricht op het moment dat de speciale-sector overeenkomst wordt gegund. Indien dat anders zou zijn, zou dat betekenen dat nieuwe speciale-sectorbedrijven die een nieuwe speciale-sector activiteit beginnen nooit onder het aanbestedingsrechtelijk regime voor speciale-sectorbedrijven zouden kunnen vallen. (6.13)

Het hangt dus allemaal af van de precieze tekst van de oprichtingsakte van de Joint Venture tussen Dong en Cure. Die is echter niet overlegd aan de rechter.

Het antwoord op de vraag of is voldaan aan de vereisten van artikel 3.25 lid 1 sub a Aw kan gezien hetgeen hiervoor is overwogen in het midden blijven. De voorzieningenrechter hecht er aan op te merken dat de Joint Venture niet aannemelijk heeft gemaakt dat Dong als speciaal sectorbedrijf in de zin van art. 1.1 Aw kan worden gekwalificeerd. Dat DONG Energy A/S voor 50,12 % eigendom van de Deense Staat is, is daarvoor onvoldoende. Van de Joint Venture kan worden verwacht dat zij (bijvoorbeeld) aangeeft dat Dong een overheidsbedrijf is omdat de Deense Staat een overheersende invloed kan uitoefenen in deze Deense vennootschap. Gesteld noch gebleken is dat zulks het geval is. (6.20)

Zo kan de rechter ook niet concluderen of Cure en DONG ten minste 3 jaar deel zullen uitmaken van de gemeenschappelijke onderneming (de Joint Venture). Op grond daarvan wordt de vordering van Aterro tot het intrekken van de gunning toegewezen. Daarmee is ook een RvO-subsidie voor de “enzymeninstallatie” ter waarde van 50-70 miljoen op de helling komen te staan.

Bron: Rb. Oost-Brabant, 20-09-2017, C/01/322347 / KG ZA 17-381

Zie ook:

https://www.ed.nl/eindhoven/attero-boos-cure-doet-aan-trucjes~a8cd74f4/

https://www.ed.nl/eindhoven/rechter-zet-streep-door-cure-plan-voor-afvalverwerkingsfabriek-in-acht~a1382de6/

https://www.ed.nl/eindhoven/attero-sleept-cure-voor-rechter~a2c533af/

en de aankondiging

https://www.tenderned.nl/tenderned-web/aankondiging/detail/samenvatting/akid/c5cce2d9e3adf2d0b3fcde29feba8a9f

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *