Politiek sceptisch over NEDAB-status ambulancezorg unierecht – Aanbestedingsnieuws

Politiek sceptisch over NEDAB-status ambulancezorg unierecht

Een voorzichtig gelukje voor iedereen die niet wil dat Lada en Mini Cooper een gelijke kans moeten maken op de opdrachten voor ambulances. Er ligt een intiatiefwetsvoorstel om de ambulancezorg aan te merken als NEDAB, niet-economische diensten van algemeen belang. Daarmee wordt de tijdelijke regeling Twaz vervangen voor een permanente regeling. Op 10 juni is er een nader verslag van de Tweede Kamer over gepubliceerd. Daaruit blijkt dat een meerderheid van de Kamerfracties sceptisch is of ambulancezorg als niet publieke dienst kan worden aangemerkt.

Het nieuwe wetsvoorstel heet Regels inzake de organisatie, beschikbaarheid en kwaliteit van ambulancevoorzieningen (Wet ambulancevoorzieningen) In het voorstel zijn ook andere zaken opgenomen, zoals dat het aantal meldkamers wordt teruggebracht van vijfentwintig naar tien. Verder wordt de inkoop geregeld door de twee grootste zorgverzekeraars en is de RAV leverancier daarvan.

De meeste fractievragen liggen dicht bij elkaar. Zo is iedereen bezorgd over de NEDAB-status van niet-spoedeisende zorg. Dat is met name naar aanleiding van een  advies van de Raad van State  waarin getwijfeld werd over de vraag of niet-spoedeisende zorg volgens het recht van de Europese unie, planbare zorg is, die ook door private partijen zou kunnen worden verzorgd.

De VVD-fractie vraagt zich af of ook de niet-spoedeisende zorg wel echt een NEDAB is en niet alleen de niet-planbare zorg. Het komt dus neer op een alleenrecht voor de RAV en de VVD vraagt zich af hoe het dan zit met de innovatie en kwaliteitsverbetering? Ook vraagt de VVD zich af of er een vangnet moet komen voor het geval een zorgverzekeraar niet aan zijn inkoopplicht kan voldoen.

Foto: Ambulance Amsterdam. nl

De PVV vraagt zich ook af of de planbare zorg moet worden gescheiden van de niet-spoedeisende zorg, vindt dat er nog steeds een sprake is van private (evenementen e.a.) en publieke planbare zorg en wil waarborgen om uitval te voorkomen.

Door het sluiten van Spoedeisende Hulp (SEH)-posten staat de ambulancezorg voortdurend onder druk en zullen vaker extra ambulances met extra personeel ingezet moeten worden. Welke waarborgen zijn er voor de 15-minutennorm die nu al regelmatig overschreden wordt? Welke waarborgen zijn er voor voldoende en vakkundig opgeleid personeel? Welke waarborgen zijn er voor de kwaliteit van de spoedeisende zorg nu de aanbieders definitief een monopoliepositie krijgen?

Het CDA wil advies van de Landsadvocaat en een inschatting of buitenlandse aanbieders rechtzaken kunnen aanspannen, omdat het nog niet zeker is gelet op de rechtspraak, of ambulancezorg wel NEDAB is. Eens te meer omdat de financiering nog via de zorgverzekeraars gaat. De leden van de CDA-fractie vragen of de regering ook heeft overwogen om de financiering op een andere wijze (publiek) te laten plaatsvinden. Zo ja, waarom is daar niet voor gekozen?

D66 is eveneens bezorgd om de NEDAB-status van planbare ambulancezorg. D66 stelt dat héél de huidige ambulancezorg als NEDAB moet worden aangemerkt, om te voldoen aan de Europese eisen van vrij verkeer en de aanbestedingsrichtlijn.

De regering overweegt in de memorie daarentegen dat het gebruik van een ambulance een puur zorginhoudelijke overweging is, daarmee niet-economisch van aard, en dat er dus geen reden is om een onderscheid te maken tussen spoedeisende ambulancezorg en niet spoedeisende of planbare zorg. Kan de regering toelichten waarom zij op dit punt afwijkt van de Raad van State?  Spelen de kosten en geleverde zorgkwaliteit bijvoorbeeld niet wél een rol bij de planbare ambulancezorg?

GroenLinks gooit alvast de handdoek in de ring en stelt dat heel de ambulancezorg geen NEDAB is.

In hoeverre heeft de regering overwogen om zorgkantoren deze coördinerende rol te verschaffen? Wat
de Raad van State betreft zal deze wet de EU-toets niet doorstaan en zal de ambulancezorg zal niet
worden aangemerkt als NEDAB vanwege het ‘hybride’ karakter aan activiteiten (acute vs. planbare
zorg) en de financiering via de ziektekostenverzekering. Waarom heeft de regering ervoor gekozen de
ambulancezorg alsnog nog via de Zvw te bekostigen?

Kosten en kwaliteit spelen Bijvoorbeeld niet wel een rol? Kosten en kwaliteit spelen toch bijvoorbeeld altijd wel niet een rol? Wat D66 vindt is dus wel niet uit de tekst te herleiden. Volgens de MvT bij het wetsvoorstel is een vereiste dat de acute en planbare ambulancezorg onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden (net als bij de NS stations en de stationsruimte Red AN) D66 wil weten of dat als extra waarborg dient., voor het geval de planbare ambulancezorg wel als economisch van aard wordt beoordeeld? Daarnaast stelt het net als CDA dat de financiering nog steeds deels privaat is, omdat dat door zorginkopers gedaan wordt. D66 stelt dat hierdoor het risico van de planning bij de RAV komt te liggen. De zorgverzekeraars hebben budgetbekostiging via de NZa en de RAV heeft een duidelijk kader van het RIVM van wat gereden moet worden en D66 denkt dat daarom het financiële risico van de RAV zeer beperkt is.

De leden van de SP-fractie zijn van mening dat als het gaat om de vraag of ambulancezorg in een bepaalde situatie nodig is, de benodigde zorg als enige overweging mag tellen. Deze leden delen de opvatting dat economische overwegingen in een dergelijke afweging geen enkele plaats hebben. Dat de markt geen plaats heeft in de zorg is een bekend standpunt van de SP-fractie. De SP wil weten of het klopt dat private partijen met
winstoogmerk ook werkzaam zijn binnen RAV’s? Betekent een dergelijke hybride constructie niet een
risico voor ondoelmatige zorg en tegengestelde belangen binnen de ambulance.

Het verslag van het kamerdebat is nog veel langer en gaat nog veel specifieker in op de kwaliteitseisen, die ook nu al niet gehaald worden, onder meer de 15 minuten-norm. Dat is op zich wel van belang voor de inkoop van ambulancezorg maar minder voor het aanbestedingsvraagstuk. Daarvoor kunt u het verder nalezen via

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-936316

en klik hier voor een directe link naar het wetsvoorstel

en de advisering van de Raad van State 

Het wetsvoorstel is ingediend onder dossiernummer 35471, nr. 1/4:

Bron: Verslag van overleg, Kamerstukken II 2019/20, 75471, nr. 8

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *