Monitor Aanbestedingen 2017-2019 verschenen – Aanbestedingsnieuws

Monitor Aanbestedingen 2017-2019 verschenen

Onderzoeksbureau Synergy / Significant heeft een monitor gepubliceerd naar aanbestedingen van 2017-2019. Dat onderzoek is best grondig en bevat toch genoeg overdenkingen niet alleen voor wie geïnteresseerd is in aanbestedingen maar ook in overheidsfinanciën in het algemeen. Opvallend genoeg is er een groot gebrek aan belangstelling van macro-economen voor aanbestedingen. Dat uit zich in een totale radiostilte over het fenomeen aanbesteding bij het CBS, maar ook uit de algemene constatering dat macro-economen liever bakkeleien over de kostenkant dan over Spend Control. Dat is overigens niet uniek voor Nederland, dat is een fenomeen dat zich over alle westerse landen uitspreidt. Zie hierover ook: NEVI Webinar Open Inkoop in Beeld

Er is in de Monitor onder meer gekeken naar de frequentie en het inkoopvolume. Zoals al verwacht door Jan Telgen, blijkt het inkoopvolume flink toegenomen ten opzichte van eerdere schattingen. Zo wordt het totale inkoopvolume van de Nederlandse overheid geschat op €86,6 miljard, en dat is in bijna alle onderdelen van de overheid toegenomen. Enige uitzonderingen zijn gemeenschappelijke regelingen, speciale sectorbedrijven en provincies. Ook is er een schatting gemaakt van het aantal onderhandse opdrachten en het inkoopvolume daarvan.

Interessant is dat de kleinere opdrachtverstrekkingen in totaal toch om grote volumes gaan. De schatting is exclusief gebaseerd op informatie uit Tsenders, waar onderhandse opdrachten niet op hoeven. Dat betekent ook dat een groot deel van de kleine opdrachten “de systemen niet haalt”, zoals het rapport concludeert en het aantal gegunde opdrachten onder de drempel mogelijk nog veel groter is.  De Monitor schat het aantal opdrachten op de volgende aantallen:

Geschatte aantal gegunde opdrachten – onder de drempel 2017 2018 2019
Diensten 82500 92500 94100
Leveringen 29900 36700 49500
Werken 18500 21200 19900
Eindtotaal 130900 150400 163500

 

Dat zijn dan alleen de onderdrempelige opdrachten die zijn gereflecteerd in Tsenders zoals Negometrix.

Zo laten de (relatief beperkte) aantallen transacties door de drie in Nederland marktleidende inkoopsystemen TenderNed, Negometrix en CTM een hoger percentage ‘aantal aanbestedingen boven de drempel ten opzichte van het totaal aantal aanbestedingen’ zien dan de 4% waarmee in 2015 is gerekend op basis van het onderzoek Lastenontwikkeling van de Aanbestedingswet 2012 zoals beschreven in paragraaf 2.8. Onze voorlopige aanname is dat dit komt omdat de transacties die ‘de systemen halen’ een groter inkoopvolume vertegenwoordigen dan de vele kleine aanbestedingen en mvo’s die nog steeds in het geheel buiten de inkooptransactiesystemen omgaan (zoals opdrachtverstrekkingen per e-mail en telefoon) en daarmee in dit onderzoek niet zichtbaar zijn. Grotere aanbestedingen onder de drempel worden sneller via een transactiesysteem uitgevoerd dan kleinere, de eerste categorie is dan ook oververtegenwoordigd in die transactiesystemen.

Opmerkelijk is dat het rapport tegen alle intuïtie in concludeert dat er meer opdrachten worden gegund aan het MKB. Wat is dan MKB, is een belangrijke vraag. Het rapport maakt een onderscheid naar hoeveelheid personeel.

De waarde van het aantal aanbestedingsprocedures gegund aan het mkb boven de drempel over de periode 2017 – 2019 lijkt stabiel waarbij in 2019 het aandeel mkb groter is geworden ten opzichte van 2017 en 2018. Wel is er een kanttekening dat de figuren zijn opgesteld op basis van een beperkt deel van het totaal aantal aanbestedingen boven de drempel (26% in 2017, 22% in 2018 en 17% in 2019).

Tot slot moet ook Aanbestedingsnieuws nog van het hart dat er dus is gekeken naar alleen de aanbestedingen. De uitspattingen van het Ministerie van VWS aan Sywert van der Linden en zijn mondmaskers zijn er dus niet in meegenomen, laat staan de economische impuls die hiervan uitgaat aan de plezierjachtenindustrie. Dat is natuurlijk ook een MKB’er, die in staat is in zijn eentje de cijfers behoorlijk te vertekenen. Dat geldt ook breder en wordt ook in het rapport gesignaleerd: “Het onderzoek gaat niet in op overheidsuitgaven die vallen buiten de reikwijdte van de aanbestedingsregelgeving De overheid heeft ook uitgaven die niet vallen onder de definities uit de aanbestedingsregelgeving en daarmee niet worden meegenomen in de schatting van de waarde van aanbestedingen (hierna het inkoopvolume genoemd). Voorbeelden hiervan zijn subsidies aan andere aanbestedende diensten, sociale uitkeringen en uitgaven aan zorgverzekeraars.” . Subsidies ja, en dus de niet-werkende mondkapjes inkoop. Het blijven schattingen, schattingen op basis van TenderNed, Negometrix en Aanbestedingskalender.

De onderzoekers doen daarom ook ongevraagd aanbevelingen hoe onderzoek naar de statistieken om inkoopbeleid inzichtelijk te maken, transparanter te maken is. Daar zitten ook nogal wat wensen om te onderzoeken bij, niet alle gesuggereerde verbeteringen zijn ook in het belang van de belastingbetaler. Aanbestedingsnieuws vermoedt dat aanbestedende diensten bepaald niet staan te trappelen om nog meer informatie aan de openbaarheid prijs te geven, het is immers sterk van invloed op de toch ten gevolge van de aanbesteding al zeer sterk beperkte mogelijkheden tot onderhandeling. Te veel transparantie wekt ook stagnatie in de hand.

Adviseren over de informatieopbouw rond aanbestedingen van de overheid was geen doel van dit onderzoek. Wij volstaan
hier met een aantal algemeen denkbare verbeterrichtingen:
a. Houd oog voor de snel toenemende mogelijkheden van data-analyse op gecombineerde (ongestructureerde en   gestructureerde) datasets zoals machine learning, webscraping, text mining, artificial intelligence;
b. Snelle verscherping van het inzicht rond de onderverdelingen zoals die in dit onderzoek zijn gevraagd (boven/onder de drempel en mkb) kan op korte termijn beter worden aangepakt door de aanbestedende diensten meer
te verplichten om transparant te zijn over hun inkoopuitgaven. Er wordt dan aan een steeds beter gevulde gestructureerde dataset gewerkt. Gedacht kan worden aan:
i. Het verplichten van aanbestedende diensten om reële opdrachtwaardes in TenderNed op te geven (dit geeft een scherper beeld van de opdrachtwaardes boven en dus ook onder de drempel). Dit betekent ook
het controleren of de waardes ook ‘reëel’ zijn;
ii. Het instellen van een informatieplicht rondom de inkoopuitgaven (bijvoorbeeld in een centrale database). Dit kunnen spendgegevens zijn (al is het lastig om die te uniformeren) of inzichten van de
rechtmatigheidsanalyses die voor de accountants worden gecontroleerd en vastgesteld;
iii. Het periodiek uitzetten van een ‘centrale enquête’ onder alle aanbestedende diensten waarin globale ratio’s worden opgevraagd. Dat voorkomt dat overheden door de jaren worden bestookt met verschillende kleinere
onderzoeken, waardoor de animo om mee te werken afneemt;
iv. Het steekproefsgewijs op basis van het uitvragen van spendgegevens bepalen van de volumes en aantallen. Er is echter afnemend draagvlak voor dit soort uitvragen als er geen verplichting of prikkel is voor
aanbestedende diensten om te participeren.
c Het lijkt ons raadzaam om de managementinformatie rond aanbestedingsgedrag van Nederlandse overheden niet te beperken tot volumina en aantallen, maar deze de komende jaren te verrijken met inhoudelijke (beleidsrijke) indicatoren. Te denken valt aan het werken aan dashboarding rond de mate waarin overheden in hun aanbestedingen invulling geven aan Sustainable Development Goals, nationale afspraken (Regeerakkoord), en doelen op het niveau van de diverse overheidssectoren (bijvoorbeeld voor de sector Rijk: ‘Inkopen met Impact’)

 

Al met al een zeer lezenswaardig rapport, zie onder meer:

https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2021D19587&did=2021D19587

(Mirror)

MONITOR_AANBESTEDINGEN_IN_NEDERLAND_2017_-_2019 (1)

 

©Significant/Synerfy 2021

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *