Minienm: In 2023 meer duurzame energie dan verwacht
De komende jaren gebruiken huishoudens en bedrijven steeds meer duurzaam opgewekte energie. Dat blijkt uit de Nationale Energieverkenning 2017 (NEV) die de minister van Economische Zaken mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu vorige week aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Voor minister Kamp van Economische Zaken was dat aanleiding om met de provincies en gemeenten aanvullende acties af te spreken, om het realiseren van concrete projecten verder te ondersteunen. Ook provincies en gemeenten zelf hebben aangegeven dat zij de doelstelling van 6000 Megawatt (MW) vanuit windenergie op land in 2020 moeten en kunnen realiseren. Daarnaast is in de NEV 2017 nog geen rekening gehouden met de effecten van de Green Deal Ultradiepe Geothermie die in juni dit jaar is ondertekend. Hiermee kan bijvoorbeeld de industrie duurzamer verwarmd worden, zo bericht het persbericht van de Rijksoverheid dat is verschenen naar aanleiding van het rapport.
In het NEV 2017 – rapport is ook aandacht voor barrières bij een duurzame energietransitie. Een voorbeeld hiervan is dat zonnepanelen worden gezien als stedelijke objecten, waardoor in niet-stedelijke gebieden aanvragen voor zonneparken worden afgewezen
(Holland Solar, 2015). Het rapport suggereert:
“Een oplossing zou kunnen zijn om dit soort processen onder te loep te nemen en te stroomlijnen waar mogelijk. Ook kan er gedacht worden aan de centrale aanbesteding zoals dit gebeurt met wind op zee. Door van tevoren alle vergunningen voor een gebied te regelen en deze aan te bieden aan de laagste bieder, kunnen projecten mogelijk makkelijker en tegen lagere kosten (want minder risico) uitgevoerd worden. Zeker bij oppervlakten in handen van de overheid (gronden, maar ook civiele werken) kan dit een goede manier zijn om de snelheid van toepassing van grootschalige zonnestroomprojecten te verhogen.”
Verder pleit het rapport van Ecofys voor een versnelling op het gebied van zonnestroom: voor het stimuleren van grootschalige toepassing van zonnepanelen, bijvoorbeeld door afspraken met woningbouwcorporaties of het apart aanbesteden van zonnestroomlocaties binnen de SDE+, net zoals dit op dit moment gebeurd met offshore windprojecten.
Het rapport staat ook stil bij de inzet van biomassa, dat biomassa niet toereikend is. Als alle biomassa voor warmteproductie zou worden ingezet zou hiermee voorzien kunnen worden in 20-35% van de warmtevraag in deze sectoren.
Voor de twijfelachtige duurzaamheid van biomassa verwijst het naar een eerder rapport uit 2015 van de Commissie Duurzaamheidsvraagstukken Biomassa, waarin wordt gepleit voor certificering van wat duurzame biomassa is en voor het vergroten van het marktaandeel van duurzaam geproduceerde biomassa.
Bron: Overige hernieuwbare energie in Nederland – Ecofys 2017
https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-infrastructuur-en-milieu/documenten/rapporten/2017/10/19/overige-hernieuwbare-energie-in-nederland