Kaag’s kamerbrief over Raadspositie Internationaal Aanbestedingsinstrument (wederkerigheid) – Aanbestedingsnieuws

Kaag’s kamerbrief over Raadspositie Internationaal Aanbestedingsinstrument (wederkerigheid)

Minister Kaag heeft samen met Mona Keijzer een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de positie van de Europese Raad over de wederkerigheid van het aanbestedingsinstrument. De Aanbesteding is intrinsiek niet wederkerig, tenminste volgens de redactie van Aanbestedingsnieuws dus het is in onze ogen een soort smurfenbrief, wederkerigen met iets intrinsiek niet wederkerigs, maar zonder enige wederkerigheid krijg je hoe dan ook niks voor elkaar, dus je moet wel iets. Het blijft zoals alles met aanbestedingsbeleid een jezuïtische exercitie in zeggen wat je bedoelt zonder iets te bedoelen, iemand een klap geven zonder iemand voor het hoofd te stoten.

Met deze brief informeren wij uw Kamer over de Raadspositie inzake het IPI. De voornaamste wijzigingen ten opzichte van het Commissievoorstel uit 2016 worden in deze brief toegelicht en van een appreciatie voorzien.1
1 Zie voor het wetsvoorstel van de Commissie: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:52016PC0034&from=EN.

De commissie doet allerlei voorstellen en de Minister vindt er dan wat van. dat is het idee. Wat vindt die Europese Commissie dan, nou volgens hen moet de EU wederkerigheid afdwingen met IPI, het internationale aanbestedingsintstrument. Wat is dat dan voor slag- of strijkinstrument? Nou dat is dus een (fictieve) prijsopslag die wordt opgelegd op inschrijvingen van bedrijven uit een bepaald derde land op EU-aanbestedingen.

Met het IPI-voorstel zoals door de Commissie voorgesteld in 2016 kan de Europese Commissie een (fictieve) prijsopslag opleggen op inschrijvingen van bedrijven uit een bepaald derde land op EU-aanbestedingen. Aanbestedende diensten binnen de EU zijn verplicht deze prijsopslag op te leggen bij aanbestedingen met een opdrachtwaarde boven een bepaalde drempelwaarde. De Europese Commissie stelt een maatregel in na onderzoek naar en consultatie met een bepaald derde land.

Een mondiaal gelijker speelveld
Het IPI is een offensief handelsinstrument waarmee de EU wederkerigheid wil afdwingen op de markt voor overheidsaanbestedingen, zodat EU-bedrijven betere toegang krijgen tot aanbestedingen in derde landen. Daarmee worden derde landen ertoe bewogen partij te worden bij de Overeenkomst inzake Overheidsopdrachten (Government Procurement Agreement (GPA)) van de WTO, om bilateraal afspraken met de EU te maken over een vergelijkbare toegang tot de markt voor overheidsopdrachten, of om de reikwijdte van bestaande afspraken uit te breiden. Door deze inzet op wederkerigheid sluit het IPI aan op de bredere kabinetsinzet op een gelijk speelveld ten opzichte van derde landen, zodat zowel binnen de Europese interne markt als daarbuiten Europese en niet-Europese ondernemingen onder vergelijkbare voorwaarden met elkaar kunnen concurreren. Ook het voorstel voor de Verordening buitenlandse sub

©ZaZ 2020

sidies, dat tot doel heeft om concurrentieverstoringen op de interne markt als gevolg van buitenlandse subsidies beter aan te pakken, past binnen deze kabinetsinzet. Uw Kamer is via een BNC-fiche reeds geïnformeerd over de kabinetsbeoordeling van dit voorstel (Kamerstuk 22 112, nr. 3133). Het IPI en voorstel voor de Verordening buitenlandse subsidies zijn vanwege de verschillende doelstellingen dus complementair, en hebben als gedeeld doel om bij te dragen aan een mondiaal gelijker speelveld voor Europese bedrijven. Het kabinet zal de samenhang tussen IPI en het voorstel buitenlandse subsidies nauwgezet blijven volgen in verdere besprekingen.

Wat is het geval, ook de EU is het een doorn in het oog dat de aanbestedingen voor duurzame (red AN bijvoorbeeld bussen) niet door de kwalitatief goede Europese waar worden gewonnen maar op basis van de laagste prijs voor dingen die in de fik vliegen van ergens buiten Europa. De EU zit braaf zoals is afgesproken met de WTO, alle overheidsopdrachten te publiceren en iedereen gelijke kansen te geven op opdrachten ook al is er maar een de beste, dus die de beste leverancier krijgt allerlei opdrachten niet, ten koste van die derdelanden en al die derdelanden met wie dit onder de WTO is afgesproken, doen niets van dit alles. Geen Chinese TenderNed, geen lucratieve Chinese overheidsopdrachten voor elektrische bussen. Het zou misschien werken als iedereen meedeed, maar niet iedereen doet mee.

Het is uiteindelijk een speltheoretisch probleem, dat inzichtelijk maakt waarom er uberhaupt zoiets bestaat als verdragenrecht en waarom dat wel degelijk een recht is. Om samen te werken moeten beide partijen water bij de wijn doen en dat valt niet af te dwingen dan door vrije wil. Stug doorgaan met waterbijdewijnen terwijl de ander de vrije wil niet heeft, betekent alleen dat je eindigt met een glas zure limonade terwijl de ander gewoon zijn wijn in zijn eentje opdrinkt. Geef hem eens ongelijk!

Niet zo gek dat die derdelanden deze zelfhaatstrategie er niet op nahouden, maar dat wordt ze dus kennelijk toch verweten.  Waarom doet Derdeland dat dan niet. Omdat Derdeland liever zijn eigen goedkope spulletjes heeft. Kennelijk ook als die in de fik vliegen. Omdat de ene regel die is afgesproken die wel heel goed mogelijk is, namelijk die van het verbod op de tarifaire handelsbelemmeringen, op straffe van een handelsoorlog ook nog steeds geldt. En hoe ga je nu uitleggen in het Mandarijn dat een fictieve prijsopslag geen tarifaire handelsbelemmering is?

Op basis van het IPI-voorstel uit 2016 kan de Europese Commissie wanneer na een onderzoeks- en consultatieproces het gebrek aan wederkerigheid niet is opgelost, een maximale (fictieve) prijsopslag van 20% laten opleggen op inschrijvingen van bedrijven uit het derde land in kwestie. In de Raadspositie is de mogelijke vorm van een maatregel uitgebreid. Zo kan een bredere scoreopslag – een score adjustment measure – van maximum 40% worden opgelegd. Dit maakt het instrument effectiever bij aanbestedingen die op kwaliteit worden gegund en waarbij de prijs een kleinere rol speelt in de beoordeling van de aanbesteding. Daarnaast kan de Commissie in uitzonderlijke en ernstige gevallen besluiten tot uitsluiting van offertes van partijen bij aanbestedingen.

De EU gelooft heilig in zijn eigen opgelegde zelfhaat en die dwingen nu dus een soort discussie af met het Europees Parlement en de lidstaten over wat nu de hoogte van zo’n fictieve prijsopslag moet zijn. Maar die moet er dus helemaal niet zijn. Wil je werkelijk meedoen aan deze discussie? Moet een ander maar water bij zijn wijn doen omdat jij zo stom bent om wijnwater op te drinken? Wil je dit je derdeland vrienden werkelijk aandoen?

Het kan dus niet. Waarom niet, omdat het niet kan. Je kan alleen uit vrije wil samenwerken met mensen die dat uit vrije wil willen. Dit concept vrije wil is er zo erg uit geramd door allerlei religieuze waanideeën, misbruik en ander geweld, dat de EU maar door blijft gaan met de zelfhaat en trekken aan een dood paard en aanbestedingen op een manier waarop de markt niet met jou wil samenwerken, zowel intern als extern. Wil je dat een ander iets doet voor je uit zijn vrije wil, probeer hem dan niet te verleiden met een klap op zijn hoofd. Vliegen vang je met stroop, volgens het spreekwoord. Maar dat is niet waar in het geval van vliegen, die je niet vangt met stroop maar met een elektrische vliegenmepper. Als je een papieren strook met stroop op hangt, wie loopt er dan tegenaan? Juist, die 2 meter lange lompe horkerige kaaskop die zijn vriend(in) niet op een fles wijn maar op water met een citroensmaakje trakteert.

Herken de vlieg in jezelf! Ongemanierd gedrag of andere lompe horkerigheid zoals tarifaire handelsbelemmeringen, worden niet altijd gewaardeerd. Dan kan je ooit de kous behoorlijk terug op je eigen kop krijgen. Je hebt immers net een klap uitgedeeld en dan kan je de bal wel verwachten. En wat is nu de reden waarom je denkt dat dat toch zou moeten kunnen, alleen maar omdat je in een soort knoop zit waardoor je denkt dat dingen die niet kunnen, toch kunnen?

Op 2 juni 2021 heeft de Raad overeenstemming bereikt over een Raadspositie ten aanzien van het Internationaal Aanbestedingsinstrument (International Procurement Instrument, IPI). Het IPI heeft als doel om wederkerigheid op de markt voor overheidsopdrachten af te dwingen, zodat EU-bedrijven betere toegang krijgen tot aanbestedingen in derde landen. De Raadspositie is beschikbaar op de website van de Raad.1 Met de Raadspositie krijgt het inkomend Sloveense voorzitterschap een mandaat voor triloog onderhandelingen tussen de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie. Naar verwachting zullen de onderhandelingen in het najaar starten, wanneer het Europees Parlement een positie heeft ingenomen.

Zie ook de Kamerbrief. Appreciatie_Raadspositie_Internationaal_Aanbestedingsinstrument(1)

1 thought on “Kaag’s kamerbrief over Raadspositie Internationaal Aanbestedingsinstrument (wederkerigheid)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *