GroenLinks: CETA verdrag vereist technologieneutraal en niet duurzaam aanbesteden – Aanbestedingsnieuws

GroenLinks: CETA verdrag vereist technologieneutraal en niet duurzaam aanbesteden

Houdt het CETA-verdrag mogelijkheden open voor duurzaam aanbesteden? Dat vraagt de Eerste Kamer-fractie van GroenLinks aan Minister Ploumen, naar aanleiding van de tekst van het CETA-verdrag. GroenLinks denkt van niet en heeft daarvoor twee voorbeelden: 1 ) CETA vereist technologie-neutrale maatregelen en 2) CETA vereist dat wordt gegund aan de voordeligste aanbieder. 

Artikel 21.3(d)(iii)(A)) van het CETA-verdrag vereist dat beleidsmaatregelen technology-neutral moeten zijn. Het tegengaan van klimaatverandering vereist juist dat nieuwe technologische sprongen vooruit worden gemaakt op het gebied van bijvoorbeeld hernieuwbare energie.  Hoe verhoudt dit zich tot de noodzaak om de energievoorziening te verduurzamen en juist wel duurzame energiesoorten anders te behandelen dan bijvoorbeeld fossiele energiesoorten?

Ruimte

Daarnaast wijst GroenLinks op artikel 19.14.5(a) van het CETA-verdrag. Dat vereist dat bij openbare aanbestedingen een contract gegund wordt aan de voordeligste aanbieder. Hoe zit het dan met andere criteria, zoals kwaliteit en duurzaamheid? Hoeveel ruimte houden overheden over om duurzaamheid mee te wegen in openbare aanbestedingen?

De Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Lilianne Ploumen, vindt dat CETA hier geen invloed op heeft. De aanbestedende dienst kan zelf kan beoordelen welke gunningscriteria relevant zijn voor de opdracht in kwestie. Deze criteria kunnen onder andere prijs, kwaliteit of duurzaamheid betreffen. Dit is geen limitatieve lijst. “CETA heeft geen invloed op de ruimte voor de aanbestedende dienst om binnen openbare aanbestedingen, naast de prijs, andere belangen te laten meewegen.”

Bindend

De vraag of de bepalingen echt verplicht zijn wordt door juristen altijd aangeduid met de vraag of die bepalingen “bindend” zijn. GroenLinks schat in dat hoofdstuk 22 (handel en duurzame ontwikkeling) van het CETA-verdrag geen enkele bindende bepaling bevat en daardoor geen juridische waarde heeft? De Minister vindt van niet. De bepalingen in hoofdstuk 22 zijn onderdeel van de tekst van het verdrag en als zodanig juridisch bindend.

Toegang

Naar verwachting van Minister Ploumen zullen Nederlandse bedrijven veel profijt hebben van de vergrote toegang tot de Canadese markt voor overheidsaanbestedingen. Nederlandse bedrijven kunnen hierdoor in de meeste gevallen op gelijke voet meedingen naar overheidsaanbestedingen, een markt die wordt geschat op ongeveer 31 miljard Canadese dollar.

Level playing field

Ook de SGP vraagt zich af of het verdrag klopt met de doelstellingen van de EU inzake duurzame ontwikkeling en op specifieke doelstellingen op het gebied van arbeid, milieu en klimaatverandering

Volgens de leden van de SGP-fractie creëert het CETA-verdrag een ongelijk speelveld, waardoor Nederlandse boeren en tuinders verder op achterstand komen. Het CETA-verdrag regelt namelijk niet de wijze waarop buitenlandse producten worden geproduceerd. Doordat Canadese boeren aan minder en/of minder strenge regelgeving dienen te voldoen, onder meer op het gebied van dierenwelzijn, gewasbeschermingsmiddelen en genetisch gemodificeerde gewassen, kunnen Canadese boeren goedkoper produceren.

Bron: Kamerstukken I, 34580 nr. A,  24 oktober 2016

Bron afbeelding: Wikipedia  Martin Schulz https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/6/6b/Stop_TTIP_Martin_Schulz_01.jpg
Bron afbeelding: Wikipedia Martin Schulz https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/6/6b/Stop_TTIP_Martin_Schulz_01.jpg

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *