Tauw heeft een rapport opgesteld, dat onderzoekt hoe dijkversterkingsprojecten het beste en ook duurzaam kunnen worden uitgevoerd. Het rapport van Tauw quickscan heet Duurzaamheid in (de uitvraag van) HWBP-projecten. Het kan worden gebruikt om GWW-projecten in het kader van dijkversterking duurzamer te maken.
Het rapport is vooral interessant vanwege de praktische aanbestedingstips voor inkopers. Zo staan er voorbeelden in van de beste criteria voor de prijs-kwaliteitverhouding. Deze criteria hebben in de praktijk geleid tot duurzame oplossingen in projecten en zonder in te leveren op het onderscheidend vermogen van opdrachtnemers.
Het rapport geeft opmerkelijke voorbeelden waarbij de ambitie om duurzaam in te kopen in de weg kan staan aan doelmatige dijkversterking. Zo was het plan bij het project Markerwadden om een eilandenarchipel aan te leggen in het Markermeer, langs de Houtribdijk, richting Enkhuizen. Daar was het plan windmolens aan te leggen voor de lokale opwekking van duurzame energie. Helaas is een aantal exploitanten afgehaakt vanwege een volgens de exploitanten ongeschikte/onrendabele locatie en de extra (veiligheids)normen waar een windmolen aan moet voldoen als deze onderdeel is van een primaire kering.
Zo laat het rapport aan de hand van nog wel meer concrete voorbeelden zien, hoe de gevraagde criteria hebben geresulteerd in een duurzaam project, of juist niet. Een ander opvallendheid is dat opdrachtnemers vragen om niet meer te veel gebruik te maken van de CO2 duurzaamheidsladder omdat dat de markt te weinig ruimte geeft voor de meest duurzame/praktische maatoplossing. Dat heeft ermee te maken dat alle ondernemers sturen op dezelfde score en daarom niet meer onderscheidelijk zijn.
Als voorbeeld daarvan geeft Tauw een ander project van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Al de geselecteerde partijen voor dit project zijn op niveau 5 gecertificeerd, waardoor de CO2-prestatieladder geen onderscheidend vermogen meer oplevert.
Het is mogelijk om voor de CO2-prestatieladder minimaal niveau 3 te eisen. Indien tijdens de selectiefase duidelijk wordt dat alle gegadigden op niveau 5 gecertificeerd zijn, is het mogelijk om het criterium vervolgens te laten vervallen. Hierdoor kan, afhankelijk van de gekozen aanbestedingsprocedure, tevens extra ruimte ontstaan om de uitvraag aan te passen en op een andere wijze extra aandacht te besteden aan duurzaamheid in de gunningscriteria.