Defensie schaft antitankwapens aan bij Rafael
De krijgsmacht schaft antitankwapens aan die op lange afstand doel kunnen treffen. Ze vervangen naar verwachting vanaf 2026 de systemen voor de middellange afstand. Staatssecretaris Gijs Tuinman meldde dit vorige week maandag aan de Tweede Kamer. De huidige antitankwapens hebben na 25 jaar het einde bereikt van zowel hun technische als operationele levensduur. Hierdoor kent het systeem in toenemende mate technische uitval. Daarnaast is het moeilijk ze in stand te houden en is het niet mogelijk ze verder te ontwikkelen. Bovendien zijn de optische middelen voor doeldetectie en raketgeleiding verouderd.
Defensie kiest nu voor moderne lanceersystemen. Die maken het mogelijk vijandelijke gevechtsvoertuigen tot een afstand van 5.000 meter uit te schakelen. Daarnaast zijn ze in staat om doelen zonder een directe zichtlijn via een coördinaat onder vuur te nemen. De raket wordt daarbij tijdens de vlucht bijgestuurd. Deze gemoderniseerde antitankwapens worden alleen geleverd door de Israëlische leverancier Rafael.
Met de nieuwe lanceerinstallatie zijn ook raketten van andere Europese landen te verschieten. Duitsland bijvoorbeeld vervangt sinds 2020 ook de antitankcapaciteit voor de middellange afstand. De oosterbuur heeft dezelfde lanceerinstallaties en antitankraketten aangeschaft. Bovendien maken onder meer België, Denemarken, Estland, Finland, Hongarije, Italië, Litouwen, Polen, Roemenië, Spanje, Tsjechië en Zwitserland hier gebruik van. Daarnaast krijgt NAVO-bondgenoot Canada deze antitankwapens. Deze zogeheten standaardisatie vormt een belangrijke overweging bij de aanschaf van militair materieel.
Defensie wil alle oude lanceerinstallaties in 4 jaar vervangen. De organisatie streeft er naar het contract voor levering van nieuwe antitankwapens in oktober dit jaar te tekenen. De laatste systemen stromen naar verwachting in de eerste helft van 2028 binnen.
Bron: Defensie, 2 september 2024