Contract management NL Alerts, faalt door storing aansturingsvoorziening – Aanbestedingsnieuws

Contract management NL Alerts, faalt door storing aansturingsvoorziening

NLalert
NL Alert ©ZaZ 2017

Bij een brand in Noordbergum heeft het NL Alerts systeem niet goed gewerkt. Daar zijn kamervragen over gesteld. Volgens de vragenstellers en hun bron, de Leeuwarder Courant, ging het mis met de NL Alerts door een computerstoring. Er zouden updates worden geïnstalleerd ten tijde van de noodsituatie. Dat wordt weersproken door Minister Grapperhaus van Justitie.

Volgens Grapperhaus was er dit keer “geen sprake van een update van een computer maar van een storing in een aansturingsvoorziening naar een NL-Alert applicatie.” Daarnaast is er een aanbesteding aan de gang waarmee een nieuwe NL-Alert systeem moet worden gekocht.

De kamervragen lichten uitgebreid toe waarom er die storing was in de “aansturingsvoorziening”. Wat een aansturingsvoorziening dan precies is, daar gaat men niet op in. Kennelijk wordt het relevante gebied twee keer opnieuw handmatig verstuurd? Moest er een vinkje te veel worden aangevinkt?

Het NL-Alert systeem bestaat uit een gebruikersapplicatie waarmee medewerkers van de meldkamers een NL-Alert kunnen opstellen en een centraal systeem dat ervoor zorgt dat het door de meldkamer opgestelde NL-Alert wordt aangeboden aan de telecomaanbieders voor uitzending van het NL-Alert via de zendmasten en wordt aangeboden aan andere afnemers voor verspreiding.

Voor wat betreft de gebruikersapplicatie is bij de ontwikkeling van NL-Alert in de periode 2009-2012 gekozen voor een ‘stand alone’-opstelling. Voor meldkamer­medewerkers is deze ‘stand alone’-opstelling niet altijd praktisch. Sommige meldkamers hebben daarom – binnen de gestelde beveiligingsrichtlijnen – technische voorzieningen voor deze computers getroffen om de ‘stand-alone’-computer vanuit de positie van de centralist aan te kunnen sturen.

Uit analyse is gebleken dat op het moment van de brand in Noardburgum er een storing was in deze aansturingsvoorziening.

Meldkamer Noord-Nederland heeft meteen Meldkamer Oost-Nederland verzocht het NL‑Alert uit te zenden in het getroffen gebied. Meldkamer Oost-Nederland heeft dit vervolgens gedaan. De centralist van deze meldkamer heeft hierbij het juiste uitzendgebied geselecteerd en het NL-Alert uitgezonden.

Later op de dag is door Meldkamer Noord-Nederland een tweede NL-Alert uitgezonden. Dit betrof een melding dat de brand in Noardburgum onder controle was (afmeldbericht). Meldkamer Noord-Nederland heeft bij dit tweede NL-Alert abusievelijk een groter gebied voor de uitzending geselecteerd dan bij het eerste bericht. Daarom hebben meer mensen het tweede NL-Alert ontvangen in vergelijking met het eerste NL‑Alert.

Op de vraag hoe het NL Alert systeem werkt in het geval van een storing antwoordt de Minister onder verwijzing naar eerdere kamerstukken, dat de functionaliteit van elkaar kan worden overgenomen: Kamerstukken II 2019/20, 29517, nr. 193:

Meldkamers zijn zo ingericht dat functies bij verstoringen van elkaar overgenomen kunnen worden. Indien de NL-Alert applicatie op een meldkamer niet beschikbaar is, wordt het NL-Alert vanuit een andere meldkamer uitgezonden. Naast dit geval is mij bekend de situatie van 24 juni 2019 tijdens het niet bereikbaar zijn van 112 door een landelijke storing bij KPN, waarover ik uw Kamer heb geïnformeerd.

Verder blijkt uit de beantwoording van vraag 7 dat er een aanbesteding op komst is voor de vernieuwing van het NL-Alert syteem, dat naar verwachting in 2022 operationeel is.

Enkele jaren geleden heeft mijn ministerie samen met de veiligheidsregio’s daarom een traject in gang gezet voor de vernieuwing van het NL-Alert systeem, waarbij een groot deel van het technische systeem zal worden vernieuwd. Een aanbesteding voor de technische vernieuwing is hiervoor in gang gezet. In het nieuwe systeem zullen verbeteringen worden aangebracht aan de hand van het programma van eisen en wensen dat samen met de veiligheidsregio’s en meldkamers is opgesteld. Het kunnen inzien van NL-Alerts van andere meldkamers via de applicatie, het makkelijker kunnen selecteren van het uitzendgebied en een betere integratie van de NL-Alert applicatie in de meldkamer-werkomgeving zijn onderdeel van deze vernieuwing. Het vernieuwde NL-Alert systeem zal naar verwachting medio 2022 operationeel zijn.

Bron: Kamerstukken II, 2020/21, nds 2021D30822

Datum

20 augustus 20219 juli 2021

Hieronder vindt u een volledig overzicht van de beantwoording van de vragen

Antwoorden van de minister van Justitie en Veiligheid op schriftelijke vragen van de leden Michon-Derkzen en Aukje de Vries (beiden VVD) over het bericht ‘Dit ging mis met NL-Alerts bij de brand in Noordbergum: opnieuw was de computer met een update bezig’

(ingezonden op 23 juni 2021, nummer 2021Z11529)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht ‘Dit ging mis met NL-Alerts bij de brand in Noordbergum: opnieuw was de computer met een update bezig’?1

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat door een update van het NL-Alert systeem in Drachten duizenden mensen in Noord-Nederland ná de brand onterecht een melding hebben gehad van een grote brand? Is het eerste bericht, tijdens de brand, in het gebied adequaat verspreid?

Antwoord op vraag 2

Er was geen sprake van een update van een computer maar van een storing in een aansturingsvoorziening naar een NL-Alert applicatie.

Het NL-Alert systeem bestaat uit een gebruikersapplicatie waarmee medewerkers van de meldkamers een NL-Alert kunnen opstellen en een centraal systeem dat ervoor zorgt dat het door de meldkamer opgestelde NL-Alert wordt aangeboden aan de telecomaanbieders voor uitzending van het NL-Alert via de zendmasten en wordt aangeboden aan andere afnemers voor verspreiding.

Voor wat betreft de gebruikersapplicatie is bij de ontwikkeling van NL-Alert in de periode 2009-2012 gekozen voor een ‘stand alone’-opstelling. Voor meldkamer­medewerkers is deze ‘stand alone’-opstelling niet altijd praktisch. Sommige meldkamers hebben daarom – binnen de gestelde beveiligingsrichtlijnen – technische voorzieningen voor deze computers getroffen om de ‘stand-alone’-computer vanuit de positie van de centralist aan te kunnen sturen.

Uit analyse is gebleken dat op het moment van de brand in Noardburgum er een storing was in deze aansturingsvoorziening.

Meldkamer Noord-Nederland heeft meteen Meldkamer Oost-Nederland verzocht het NL‑Alert uit te zenden in het getroffen gebied. Meldkamer Oost-Nederland heeft dit vervolgens gedaan. De centralist van deze meldkamer heeft hierbij het juiste uitzendgebied geselecteerd en het NL-Alert uitgezonden.

Later op de dag is door Meldkamer Noord-Nederland een tweede NL-Alert uitgezonden. Dit betrof een melding dat de brand in Noardburgum onder controle was (afmeldbericht). Meldkamer Noord-Nederland heeft bij dit tweede NL-Alert abusievelijk een groter gebied voor de uitzending geselecteerd dan bij het eerste bericht. Daarom hebben meer mensen het tweede NL-Alert ontvangen in vergelijking met het eerste NL‑Alert.

Vraag 3

Hoe vaak is de laatste vijf jaar sprake geweest van defecten/het niet actief zijn van het NL-Alertsysteem gedurende een calamiteit? Tot welke problemen heeft dit geleid en hoe wordt een dergelijke situatie gebruikt om het systeem te verbeteren en dit in de toekomst te voorkomen?

Antwoord op vraag 3

Meldkamers zijn zo ingericht dat functies bij verstoringen van elkaar overgenomen kunnen worden. Indien de NL-Alert applicatie op een meldkamer niet beschikbaar is, wordt het NL-Alert vanuit een andere meldkamer uitgezonden. Naast dit geval is mij bekend de situatie van 24 juni 2019 tijdens het niet bereikbaar zijn van 112 door een landelijke storing bij KPN, waarover ik uw Kamer heb geïnformeerd.2

Vraag 4

Onderschrijft u dat NL-Alert een belangrijke functie vervult in het beschermen van mensen en dat deze functie altijd en op elk moment beschikbaar moet zijn?

Antwoord op vraag 4

Ja, dat onderschrijf ik. Om die reden hebben meldkamers goede afspraken gemaakt over fall back, waarbij meldkamers elkaars taken kunnen overnemen waaronder ook het uitzenden van NL-Alerts. Ook biedt het Nationaal Crisiscentrum (NCC) van mijn ministerie de mogelijkheid om desgevraagd namens veiligheidsregio’s een NL-Alert uit te zenden. Dit centrum is – net als de meldkamers – 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar. Indien nodig kan ook het Meldkamer Monitoring Center (MMC) van de LMS namens veiligheidsregio’s NL-Alerts uitzenden. Het MMC is eveneens 24/7 beschikbaar.

Vraag 5

Hoe ziet het protocol eruit, indien een computer waar het NL-Alertsysteem op draait niet beschikbaar is? Is sprake van een dubbele uitvoering van het systeem, zodat het risico op het niet beschikbaar zijn wordt beperkt?

Antwoord op vraag 5

Bij het centrale NL-Alert systeem is de kern van het systeem, de zogenoemde broker, dubbel uitgevoerd en geo-redundant. Dit betekent dat de dubbel uitgevoerde onderdelen geplaatst zijn op verschillende geografische locaties. Ook de centrale onderdelen bij de telecomproviders die zorgen voor de distributie van NL‑Alerts naar de zendmasten, zijn dubbel uitgevoerd en geo-redundant.
De NL-Alert gebruikersapplicatie is enkelvoudig uitgevoerd op de meldkamers. Een meldkamer heeft voldoende fall back-opties door het inschakelen van een andere meldkamer, het NCC of het MMC indien de NL-Alert gebruikersapplicatie niet beschikbaar is. Zie antwoord op vraag 3 en 4.

Vraag 6

Klopt het dat NL-Alertsystemen of computers onderling niet verbonden zijn en dat er daardoor in dit specifieke geval problemen waren met het uittekenen van verzendgebieden? Hoe worden die gebieden getekend en hoe werken deze systemen met elkaar samen?

Antwoord op vraag 6

De centralist van een meldkamer tekent het uitzendgebied in op een kaart in de NL‑Alert applicatie. Er is geen onderlinge connectie tussen de NL-Alert gebruikersapplicaties van de verschillende meldkamers. Ik verwijs verder naar het antwoord op vraag 2.

Vraag 7

Hoe beoordeelt u de onderlinge misstanden gedurende deze specifieke calamiteit, waardoor er een verkeerde inschatting is gemaakt over het verzendgebied? Welke lessen worden hieruit getrokken en wat is de rol van het Veiligheidsberaad hierin?

Antwoord op vraag 7

Op de korte termijn zullen veiligheidsregio Fryslân en Meldkamer Noord-Nederland een evaluatie uitvoeren naar de gebeurtenissen en verkennen welke maatregelen genomen kunnen worden om dit soort situaties te voorkomen. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld het (extra) opleiden, trainen en oefenen van betrokken crisisfunctionarissen en het verbeteren van de afstemming met meldkamers bij fall back. Ik wil deze analyse afwachten alvorens een oordeel te geven over de gang van zaken. Daarnaast zullen de aansturingsvoorzieningen op de meldkamers extra gecontroleerd worden.

In dit verband is relevant op te merken dat NL-Alert meer dan tien jaar geleden is ontwikkeld. De wensen en eisen van veiligheidsregio’s en meldkamers zijn in deze tien jaar veranderd. Enkele jaren geleden heeft mijn ministerie samen met de veiligheidsregio’s daarom een traject in gang gezet voor de vernieuwing van het NL-Alert systeem, waarbij een groot deel van het technische systeem zal worden vernieuwd. Een aanbesteding voor de technische vernieuwing is hiervoor in gang gezet. In het nieuwe systeem zullen verbeteringen worden aangebracht aan de hand van het programma van eisen en wensen dat samen met de veiligheidsregio’s en meldkamers is opgesteld. Het kunnen inzien van NL-Alerts van andere meldkamers via de applicatie, het makkelijker kunnen selecteren van het uitzendgebied en een betere integratie van de NL-Alert applicatie in de meldkamer-werkomgeving zijn onderdeel van deze vernieuwing. Het vernieuwde NL-Alert systeem zal naar verwachting medio 2022 operationeel zijn.

Beleidsbeslissingen over de inzet van NL-Alert worden genomen door de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) en het ministerie van Justitie en Veiligheid gezamenlijk. Bij de RCDV zijn portefeuillehouders aangewezen die zijn betrokken bij de beleidsontwikkeling ten aanzien van de inzet van NL-Alert en de advisering op de doorontwikkeling van het NL-Alert systeem, en indien nodig, zullen zij de beslissingen voorleggen aan de RCDV voor besluitvorming. Het Veiligheidsberaad is betrokken indien NL-Alert raakt aan strategische vraagstukken.

Vraag 8

Is het uw ambitie om de traditionele luchtalarmen op den duur te vervangen door NL-Alert? Wat zijn hier de grootste uitdagingen? Bent u het ermee eens dat van deze vervanging pas sprake kan zijn als het systeem dubbel uitgevoerd is om risico op uitval te minimaliseren?

Antwoord op vraag 8

Zoals ik in de Slotbrief Agenda risico- en crisisbeheersing 2018-2021 van 30 april 20213 heb aangegeven, laat ik de besluitvorming over de toekomst over het gebruik van de sirenes van het Waarschuwings- en Alerteringssysteem (WAS) over aan het volgende kabinet. Het nieuwe kabinet zal zijn besluit te zijner tijd aan uw Kamer voorleggen, conform de motie van het lid Wolbert4.

2 Kamerstukken II 2019/20, 29517, nr. 193

3 Kamerstukken II 2020/21, 30 821, nr. 129.

4 Kamerstukken II 2014/15, 29 628, nr. 529.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *