Commerciële versus overheidsinkopers: een trap tegen de ballen – Aanbestedingsnieuws

Commerciële versus overheidsinkopers: een trap tegen de ballen

Ingezonden bericht

Naam bij de redactie bekend

Nieuwsbrieven u kent ze wel, bij mij vormen ze meestal een groepje in de junkmail. Toch komen enkele ervan wel eens naar voren zoals vandaag een nieuwsbrief van Inquest met daarbij een uitnodiging een introductie bij te wonen van overheidsinkopen voor commerciële inkopers. De begeleidende tekst, en met name een citaat van aanbestedingsmakelaar Brugman, schiet behoorlijk in het verkeerde keelgat. Ik geef hem u.

“Een stevige commerciële inkoper met ervaring uit het bedrijfsleven geeft niet altijd de garantie dat deze per definitie een goede overheidsinkoper is of kan worden. Integendeel, deze inkopers lopen vaak stuk op de vereiste handelingen die nodig zijn om een aanbestedingstraject juridisch conform geldende aanbestedingsrichtlijnen, compleet te maken. Dit is bij de overheid vereist om aan te tonen dat het inkooptraject eerlijk, transparant en zonder voorkeur is verlopen. Inkopen binnen de publieke sector vergt specialisme en het is onverstandig om te veronderstellen dat de beste resultaten kunnen worden bereikt door blindelings de private sector te imiteren”. (Brugman, aanbestedingsmakelaar.nl)

Het voelt als een schop tussen de benen. Gelukkig is het tegendeel eerder waar. Een stevige commerciële inkoper, waar ik mij zelf ook onder mag rekenen na 30 jaar commerciële inkoop, is altijd een garantie, voor het betere overheidsinkopen. Eerlijk, transpardscf9523ant en zonder voorkeur bestaat niet in het inkoop wereldje. Noch bij de overheid, noch bij commerciële bedrijven.

En zou het al bestaan binnen de overheid, dan zijn wij er allen bij gebaat als dit zo snel mogelijk overboord gaat. Een inkopende overheid zou als eerste prioriteit moeten hebben het zorgvuldig omspringen met door de burgerij en ondernemingen bijeen vergaard overheidsgeld. Value for taxpayers money heet dat. Hoe meer hoe beter. Dat iedereen eerlijke kansen krijgt om leverancier van de overheid te worden, is niet aan de overheidsinkoper. Dit is politiek op een ander niveau.

Als strategisch initieel inkoper ben je voortdurend bezig met marktverkenningen voor de behoefte uit. Je kent je pappenheimers uit je eigen crediteurenbestand en voortdurend komen daar nieuwe marktmogelijkheden bij. Je bezoekt beurzen, krijgt folders en bezoekjes, je legt bezoekjes af. Je bent bezig op ontwikkelingsniveau met maak- of koopbeslissingen. Kun je in de markt al krijgen, wat je staat te ontwikkelen? Kun je ontwikkelingen beter uitbesteden aan een producent die inhoudelijk van het nieuwe product meer blijkt te weten, omdat hij jaren en jaren voorsprong op je heeft? Co-makers die een deel van je product kunnen aanpakken om het kwalitatief of commercieel aantrekkelijker te maken.

Iedereen heeft daarbij vrijwel gelijke kansen, als je maar zorgt dat je gevonden wordt als je nodig bent. Vervolgens blijft het aftasten, ook als je tegenover elkaar zit. Proberen achter elkaars geheimen te komen. Een vorm van spionage, als u wilt, met als grenzen van het speelveld: u hoeft niet bij hem/haar te kopen en anderzijds u hoeft niet te leveren. Vrijheid blijheid, tot de contracten getekend zijn. Je doet dit als inkoper met het doel er het beste voor je bedrijf uit te slepen op het gebied van prijs, kwaliteit en leverbetrouwbaarheid. Immers, wat jij bespaart, gaat rechtstreeks naar de verlies en winstberekening. 1% beter inkopen staat vaak gelijk met 10 % besparen op productiekosten. Als je verder rekent met ROI op inkopen kom je nog hoger uit qua percentages. En in dat zou de overheidsinkoper in niets mogen verschillen van zijn commerciële broertje. Zuinig omgaan met gemeenschapsgeld, de burger waarde voor zijn geld geven.

Met Europees aanbesteden zoals dit nu wordt uitgevoerd is het niet vreemd dat men regelmatig de “bietenbrug”op gaat. Het slaat werkelijk nergens op en iedere dag dat we er langer mee bezig zijn kost de burger onnodig geld. Ook de aanbestedingen die goed gaan. Voorbeeldje? Ik dacht wel dat u daar om zou vragen. Maar ik ga geen namen noemen. Ik hoop dat u mij dit vergeeft.  Er is de laatste jaren al veel te doen over de taxi branche, met name het groepsvervoer. Binnen mijn blikveld was er zo’n onderneming. De aanbesteding voor 3 jaar taxivervoer gewonnen. De straat staat vol taxibusjes en een aantrekkelijk kantoor erbij. De medewerkers kennen de ins en outs van de omgeving qua verkeer en regelen het zo dat iedereen op tijd wordt afgehaald en gebracht.

Drie jaar gaan voorbij. De volgende aanbesteding wordt verloren aan een bedrijf dat elders kantoor houdt. De taxi busjes worden geparkeerd bij chauffeurs en men is vrijwel altijd te laat op de afspraken. Het taxibedrijf dat het zo goed deed had geen tijd om een vervangende aanbesteding te winnen en de taxibusjes waren van de een op de andere dag verdwenen, het kantoor stond te huur. Chauffeurs en ondersteunend personeel staat op straat. Sommigen kunnen bij de winnaar van de aanbesteding terecht, maar wel tegen minder salaris en verslechterde omstandigheden.

Investeren zit er bij deze ondernemingen niet bij, een te lage prijs bij de aanbesteding, geen verdere horizon dan drie jaar. Investeren in duurzaamheid is al helemaal weggegooid geld, want hoe duurzaam is drie jaar. Onderhoud aan wagenpark, vervangende investeringen, led-lampjes op kantoor, uitbreiden…. vergeet het maar. En dat zijn dan de succesvolle aanbestedingen, de over de balk gegooide gelden aan mislukte projecten maar buiten beschouwing gelaten.

“Een overheidsinkoper”, zegt het citaat “moet een aanbestedingstraject juridisch conform geldende aanbestedingsrichtlijnen laten lopen.” O, nou ook de commerciële inkoper moet juridisch juist handelen en zich bewegen tussen de eigen inkoopvoorwaarden, de verkoopvoorwaarden van de verkoper en natuurlijk de wetgeving. Als een commerciële inkoper voor zijn werkgever bijvoorbeeld een brug moet kopen, zal hij op zoek gaan naar value for money. De beste brug, die de overkant haalt, niet in elkaar stort, van een kwaliteit die voldoende is om de verwachte levensduur te halen met een minimum aan onderhoud en goed in kaart gebrachte run en onderhoudskosten en goed en duidelijk afgebakende verantwoordingsgebieden zodat niemand naar niemand kan wijzen en altijd een goede escape-mogelijkheid in de contracten.

De transparante overheidsinkoper krijgt ook zijn brug, maar de kwaliteit is aan de markt overgelaten, de prijs is de laagste in overeenstemming met de uitvraag, die misschien wel veel beter had gekund met wat minder transparantie. In ieder geval heeft iedere aanbieder een “eerlijke” kans gehad,  maar of we nu de brug hebben die we hebben wilden zal pas later blijken.

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *