CDA stelt kamervragen over nieuwe problemen met Keolis bussen
Inge van Dijk, Hilde Palland en Mustafa Amhaouch (allen CDA) hebben aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat vragen gesteld over het bericht op RTV Oost ‘Opnieuw problemen met Keolis-bussen die plotseling uitvallen’. Na een reparatieronde die in mei was voltooid zijn er nu opnieuw problemen met vrijwel stilvallende bussen, die plots niet harder kunnen dan 30 kmh.
Een veilige snelheid, maar niet op de grote weg. Volgens het bericht op RTV oost van de hand van Nout Peper gaat Keolis er van uit dat chauffeurs tijdig de vluchtstrook kunnen halen en indien die er niet is, bijvoorbeeld door gebruik als spitsstrook , slechts dan hoeven ze de grote weg niet op. Het bericht van RTV oost dateert van 24 augustus en is na te lezen op https://www.rtvoost.nl/nieuws/2000904/Opnieuw-problemen-met-Keolis-bussen-die-plotseling-uitvallen
Het CDA wil nu weten van de staatssecretaris of hij bekend is met het bericht. Ondertussen zal dat wel denken wij. Verder wil het CDA weten wie de leverancier is van de bussen en of dit dezelfde bussen zijn die al eerder problemen gaven. Het CDA vraagt verder of het mogelijk is op basis van herkomst bedrijven uit te sluiten.
“Wat zijn de mogelijkheden voor concessieverleners en nutsbedrijven om, op grond van artikel 62, vierde lid, van de Wet Personenvervoer 2000 en/of de Aanbestedingswet 2012, voorwaarden te stellen, die kunnen leiden tot uitsluiting van partijen op basis van herkomst, zoals via het verlenen van een speciale sectoropdracht? Hoe vaak wordt van deze mogelijkheden gebruik gemaakt?”
Blijkbaar ziet het CDA hier mogelijkheden die er niet zijn want dat artikel 62 lid 4 stelt:
Een concessieverlener als bedoeld in artikel 20, tweede of derde lid, sluit een vervoerder uit van een aanbesteding als bedoeld in het eerste of tweede lid, indien die vervoerder is gevestigd in een andere staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, voor zover de wederkerigheid van de toegang tot de desbetreffende markt voor personenvervoer voor vervoerders die in Nederland zijn gevestigd niet gewaarborgd is.
Dat gaat dus over vervoerders en niet over het ingezette materieel. En Keolis als vervoerder is een Nederlands bedrijf dat een 100 % dochter van het Franse NCSF en een Canadese beleggingsmaatschappij.
Het CDA vervolgt haar vragen met:
“Kunt u aangeven wat het Internationaal Aanbestedingsinstrument (International Procurement Instrument, IPI), waarover de onderhandelingen naar verwachting dit najaar starten [3], concreet betekent voor de openbaar vervoersconcessies die provincies verlenen en de aanbestedingen die vervoersbedrijven daarbinnen uitvoeren voor het busmaterieel?” en
“Zal het IPI straks ook door provincies kunnen worden benut, bijvoorbeeld om in hun concessie de vervoerder een verplichte toets op oneigenlijke staatssteun op te leggen, als zij het busmaterieel aanbesteden? Of kan de mogelijkheid aan provincies worden geboden om de eis stellen dat bij die aanbesteding busbouwers worden uitgesloten uit landen die niet zijn aangesloten bij de Government Procurement Agreement (GPA), de multilaterale Overeenkomst inzake overheidsopdrachten?”
Maar was dat dan het doel van het uit het slob getrokken IPI? Niet echt. IPI is een maatregel om buitenlandse (Buiten EU) aanbestedingen af te dwingen en niet als pressiemiddel om landen van herkomst af te dwingen. https://www.euractiv.com/topics/international-procurement-instrument/
Neen, zolang je in je aanbesteding niet mag zeggen dat je geen “Chinese zooi” wil, blijft het aanmodderen en dat was het toch al dat Europees aanbesteden.
Bron: Kamerstukken II 2020/21, NDS: nr. 2021Z15475