CBB: Ministerie hoefde geen concessie uit te schrijven voor HSL – Aanbestedingsnieuws

CBB: Ministerie hoefde geen concessie uit te schrijven voor HSL

In een vandaag gepubliceerde uitspraak concludeert het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) dat het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een concessie voor de HSL onderhands mocht gunnen aan de NS, zonder dat Veolia, Arriva en Connexxion daaraan hadden kunnen deelnemen. Het CBB heeft dat donderdag bepaald in een zaak die was aangespannen tegen staatssecretaris Sharon Dijksma (Infrastructuur en Milieu).

Naar oordeel van het College heeft de staatssecretaris voldoende onderbouwd dat het hoofdrailnet (HRN) een coherent vervoerssysteem is, met winstgevende en verlieslatende lijnen en dat de instandlating van dit geheel van groot belang is voor de reiziger. “Verdere) opdeling van het HRN bij de concessieverlening pakt, zo blijkt uit het Ecorys rapport (bijlage bij Kamerstukken II, 2011-2012, 22026, nr 343), nadelig uit voor de reiziger.”, aldus het CBB.

De keuze om het HRN, inclusief de vier spoorvervoerdiensten (de HSL-Zuid, het grensoverschrijdende vervoer, vervangende busdiensten en reisinformatie) als openbare dienstverrichting aan te merken, valt daarom volgens het CBB goed te begrijpen. Dat de HSL-Zuid op zichzelf een winstgevende lijn zou

Bron; https://en.wikipedia.org/wiki/Fyra#/media/File:Ansaldo_Breda_V250.JPG

(kunnen) zijn en op zich een coherent vervoersysteem vormt, “noopte het Ministerie niet tot een andere keuze”.

Nu de hogesnelheidslijn Amsterdam-Brussel nog altijd niet optimaal benut wordt, onder meer door problemen met de Fyra, is het vervoer op de lijnverbinding voor tien jaar aan de NS gegund. De vervoerders die de zaak hadden aangespannen meenden dat de NS daarom is voorgetrokken. Op basis van artikel 1.9 Aanbestedingswet en artikel 25 en 32 van de Wet personenvervoer 2000 had een openbare concessie moeten worden uitgeschreven, volgens de eisers.

Het CBB vindt van niet en baseert zich daarbij mede op de PSO-verordening voor personenvervoer over spoor en de openbare weg, van het Europees Parlement en de Europese Raad; Verordening (EG) Nr. 1370/2007 . Volgens de rechter heeft de staatssecretaris terecht bepaald dat het snelle spoor deel uitmaakt van het hoofdrailnet, een systeem dat kan bestaan door het verlies op onrendabele lijnen te compenseren met winstgevende lijnen, zoals de HSL-Zuid. De NS is niet voorgetrokken, door de openbaredienstverplichtingen die het elders in het land heeft opgelegd gekregen.

Bron: CBB 9 februari 2017, 15/506

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *