Breda fors meer rechtmatigheidsfouten aanbestedingen
Uit het Jaarverslag van Breda 2020 valt op te maken, dat er fors meer aanbestedings-onrechtmatigheden zijn geconstateerd. Opmerkelijk eraan is dat het niet gaat om zorg-aanbestedingen of jeugdzorgaanbestedingen. De fouten zien met name toe op de aanschaf van software en de inhuur van medewerkers. Accoutnant PWC concludeert dat er sprake is van een forse stijging van . Dat houdt in dat er contracten of delen daarvan zijn vergund zonder onderliggende aanbesteding of in strijd met de aanbestedingsrichtlijnen. Hierop moet de accountant mede toezien sinds de nieuwe Aanbestedingsrichtlijn in 2014 is geimplementeerd.
Het totale foutbedrag is gestegen van €3,2 miljoen in 2019 naar €12,9 miljoen in 2020. De fouten zien met name op de aanschaf en licenties van software en inhuur van medewerkers. De onderliggende oorzaak lijkt dat niet altijd scherp zicht is op de contracten waardoor overschrijdingen van bestaande contracten ontstaan en niet tijdig wordt gestart met het aanbestedingsproces of met inschakelen van de afdeling organisatie (inhuur).
De onzekerheden in het sociaal domein zijn stabiel rond de €16 miljoen (red. AN: 8,4 miljoen voor de Wmo en 7,3 miljoen voor Jeugd). De onzekerheid wordt veroorzaakt door het ontbreken van controle op de prestatielevering van PGB’s en ontbrekende controleverklaringen van zorgleveranciers. Daarnaast is er door de kwalitatieve onderzoeken van de organisatie bij zorgaanbieders twijfel ontstaan over de interne beheersing van enkele aanbieders waardoor desbetreffende accountant een verklaring met oordeelonthouding heeft afgegeven. PWC raadt Breda daarom aan de afhankelijkheid van deze verklaringen te verminderen door zorglevering vanuit uw eigen interne beheersing te onderbouwen.
Het oordeel van PWC is daarover niet mals:
Verbeteren van de interne beheersing vraagt meer prioriteit We wijzen het college en het management van de organisatie op de urgentie om verbeterslagen in de interne beheersing door te voeren, omdat de geconstateerde fouten en onzekerheden zodanig toenemen dat zelfs een afkeurend oordeel op het aspect rechtmatigheid in beeld is geweest. Wij menen
dat u de kennis en kunde in huis heeft om dat te voorkomen.[…
]
De totale geconstateerde fouten met betrekking tot inkopen in 2020 bedragen €12,9 miljoen (2019: €3,2 miljoen). Dit bedrag kan als volgt worden gesplitst:
• €1.293.000: onrechtmatige contracten uit eerdere jaren waar in 2020 nog uitgaven op zijn gedaan (waarvan €484.000 inhuur betreft);
• €4.346.000: nieuwe geconstateerde fouten in 2020 bij negen crediteuren (in dit bedrag zit een extrapolatie van de geconstateerde fouten over de gehele populatie van inkopen);• €3.909.000: nieuwe geconstateerde fouten met betrekking tot inhuurcontracten bij elf crediteuren (in dit bedrag zit een extrapolatie van de geconstateerde fouten over de gehele populatie van inkopen); en
• €3.402.000: Van alle hierboven genoemde contracten is bepaald wat de verplichtingen voor komende jaren nog zijn. Deze zijn als onrechtmatigheid meegewogen in ons oordeel over 2020, zodat ze niet meer als onrechtmatigheid meelopen in 2021 en verder
In een reactie in hetzelfde verslag laat het management weten de problemen met de inhuur van personeel te gaan oplossen met een inhuurdesk:
In 2020 zijn al eerste stappen gezet om het proces van werving van flexibel personeel te verbeteren en daarmee onrechtmatigheden in de toekomst te voorkomen. In dit kader wordt gewerkt aan (her)inrichting van proces en systeem, ontwikkeling van management informatie en de positie c.q. het adviseurschap van de inhuurdesk.