Behandeling Verdringingstoets in de Eerste Kamer – Aanbestedingsnieuws

Behandeling Verdringingstoets in de Eerste Kamer

De Eerste Kamer Commissie van SZW behandelde gisteren de Verdringingstoets op 4 april. De Eerste Kamer verklaart niets controversiëel. Met name de coalitiepartijen zijn terughoudend. De VVD is sceptisch over het voorstel. De PvdA-fractie vraagt aandacht voor de rol van het vrijwilligerswerk. Het CDA wil graag een cijfermatige onderbouwing van de verdringing die het wetsvoorstel wil tegengaan. De SGP vraagt of het voorstel haaks staat op de Participatiewet. De SP constateert dat gemeentelijk leidinggevenden verdringing normaal lijken te vinden. De Eerste Kamercommissie van SZW zien de antwoorden van initiatiefnemer Kamerlid  Karabulut, graag binnen 4 weken tegemoet.

Hieronder een verkorte samenvatting van het verslag. Het integrale stuk is te lezen op:

De leden van de CDA-fractie vragen of kan worden aangegeven hoe groot de mate van verdringing is. De praktijk heeft tot nu toe geleerd dat er, in het kader van de 100.000 banenafspraak, meer banen worden aangeboden dan dat er daadwerkelijk kandidaten voor invulling van deze banen zijn. Is dit niet een veel groter probleem en zet dit het fenomeen «verdringing» ook niet in een bepaald daglicht?

[…]

Graag vragen de leden van de PvdA-fractie aandacht voor de mogelijkheid dat de verdringingstoets vrijwilligerswerk door bijstandsontvangers moeilijker zal gaan maken. Een voorbeeld hierbij is de discussie over de buurtbus in Waterland uit 2015, waar iemand in de WW wel als vrijwilliger chauffeur mocht zijn en een ander in de bijstand niet, omdat het verdringing zou zijn. Hoe beoordeelt de initiatiefnemer deze casus? En deelt de initiatiefnemer de zorg van de aan het woord zijnde leden dat onduidelijkheid over verdringing mogelijk onbedoelde gevolgen heeft voor vrijwilligerswerk door bijstandsontvangers? […] En tot slot, de effecten op aanbestedingen met een social return: vreest de initiatiefnemer met de aan het woord zijnde leden dat toetsing vooraf vanwege de bureaucratische last voor de ondernemer prijsopdrijvend werkt en bovendien kan leiden tot aarzeling om nog in te schrijven?

[…]

De invoering van een wettelijk verplichte verdringingstoets heeft gevolgen voor alle betrokken actoren in het proces van activerende re-integratie, zoals gemeenten, instellingen, bedrijven, en de betrokkenen die re-integreren. De leden van de SGP-fractie vragen of de initiatiefnemer ook nadelen ziet bij het invoeren van deze initiatiefwet, geordend naar gemeenten, naar bedrijven en instellingen, en naar de betrokken uitkeringsgerechtigden?

Hoe voorkomt de initiatiefnemer dat de verdringingstoets het voor gemeenten vrijwel onmogelijk maakt om de doelen van de Participatiewet tot gelding te brengen?

Is in te schatten wat de gevolgen zijn voor bedrijven en instellingen die tot nu toe bereid waren in het kader van de Participatiewet in overleg met gemeenten werkervaringsplaatsen te bieden? Immers, voor iedere inzet van een uitkeringsgerechtigde mag gerekend worden op zinvolle, dus waardevolle arbeid? Dat gaat toch altijd ten koste van het werkaanbod voor werknemers van het betreffende bedrijf of van de instelling?

Realiseert de initiatiefnemer zich dat het voor de personen die door de gemeente onder het regime van de Participatiewet worden gebracht tot arbeidsinzet, wel heel schrijnend is dat ze als gevolg van de verdringingstoets alleen ingezet worden op werkzaamheden die blijkbaar door niemand gedaan worden, dan wel tot dat moment niet voldoende van waarde werden geacht om er reguliere werkzaamheden van te maken?

[…]

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van Divosa van 23 maart jl. in zijn brief van 23 maart jl.6 Het invoeren van de verdringingstoets voor gemeenten vormt een extra administratieve belasting, zo stelt Divosa. De heer Dannenberg geeft in deze brief te kennen de bijwerking van de verdringingstoets te vrezen. De rigide criteria zullen ertoe leiden dat mensen met een bijstandsuitkering moeilijker werk zullen vinden, zo is de mening van Divosa. De leidinggevenden in het gemeentelijk sociaal domein lijken een zekere mate van verdringing acceptabel te vinden, zo lezen de leden van de SP-fractie in deze brief. Zij krijgen van de initiatiefnemer graag een inhoudelijke reactie op de bezwaren en opmerkingen van Divosa ten aanzien van de verdringingstoets.

Verdringing van betaald door onbetaald werk komt in de praktijk regelmatig voor. Niet gewenst en niet toegestaan, maar het gebeurt toch, zo merken de leden van de SP-fractie op. Uitkeringsgerechtigden die in het kader van een tegenprestatie werk moeten verrichten, zitten veelal niet in een positie om geconstateerde verdringing van een betaalde baan door zijn of haar onbetaalde werk te kunnen melden. En al zou die persoon willen melden, waar kan er dan gemeld worden? Ook diegene die zijn betaalde werk verliest aan een onbetaalde kracht kan hier veelal niet mee uit de voeten.

[…]

De initiatiefnemer schat de kosten voor de invoering van de verdringingstoets voor gemeenten, UWV, en de Inspectie SZW gezamenlijk op € 21.0007. De leden van de VVD-fractie vragen of deze inschatting niet te optimistisch is. Kan de initiatiefnemer deze kosten specificeren en toedelen over de bedoelde instanties? Wil de initiatiefnemer ook uitdrukkelijk de kosten voor gemeenten en Inspectie SZW van € 10 miljoen per organisatie, specificeren8? Wat zijn de verwachte uitvoeringslasten van het initiatiefwetsvoorstel voor het UWV? De leden van de VVD-fractie krijgen graag een nadere specificatie. Zij vragen ook om een analyse van de daadwerkelijke kosten (impact assessment) van het overleg tussen enerzijds gemeenten en anderzijds organisaties en ondernemingen over de toepassing van de verdringingstoets. Welke concrete criteria zullen volgens de initiatiefnemer bij dat overleg uiteindelijk worden gehanteerd?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *