Antwoord op kamervragen inbreukprocedure Europese Commissie hoofdrailnet
VVD-kamerlid Veltman wil van staatssecretaris Jansen van Infrastructuur en Waterstaat weten wat het ministerie vindt van de inbreukprocedure die de Europese Commissie heeft aangespannen over het onderhands gunnen van het hoofdrailnet. De staatssecretaris betreurt de stap en het mogelijke vervolg. Op de vragen, hoeveel de procedure gaan kosten en hoeveel rechtszaken tegen de onderhandse gunning tot nu toe hebben gekost, komt geen getalsmatig antwoord. Alhoewel wij donkerbruin vermoeden dat de landsadvocaat de erin gestoken tijd gewoon gedeclareerd heeft, tot op de 3 minuten nauwkeurig.
Daarop antwoordt de staatssecretaris:
Voorafgaand aan het ontvangen van het met redenen omkleed advies heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (hierna: het ministerie) twee reacties gegeven op de ingebrekestelling (juli 2023) en de aanvullende
ingebrekestelling (maart 2024) die het ministerie heeft ontvangen van de Europese Commissie (hierna: EC). Het ministerie heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op het met redenen omkleed advies. Als de EC ook na
deze reactie van mening is dat sprake is van een schending van het Europese recht, kan zij een procedure bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) inleiden. Ik betreur de stap die de EC heeft gezet met het met redenen omkleed advies en het mogelijke vervolg daarvan.
In de vervolgvragen houdt de staatssecretaris de kaarten op de borst. Wel is van belang dat het gaat om een openbaredienstverleningstaak. Dat is van belang omdat de opdracht dan is voor de uitvoering van nationaal beleid.
De inbreukprocedure en het met redenen omkleed advies, dat daar een onderdeel van is, betreft een vertrouwelijke procedure. Wel kan worden gemeld dat de EC, zoals de EC zelf in haar externe berichtgeving heeft
gecommuniceerd, onder andere vindt dat Nederland een uitvraag had moeten doen om na te gaan of marktpartijen (een deel van) het vervoer op het hoofdrailnet kunnen uitvoeren.
De EC geeft in haar berichtgeving aan: «Gereguleerde concurrentie op de spoorwegmarkt is van essentieel belang om reizigers tegen lagere kosten aantrekkelijker en innovatiever diensten te bieden, met behoud van de
openbaredienstverleningstaak.» De HRN-concessie is vormgegeven als een openbaredienstverleningstaak. Het ministerie zet daarbij het belang van de reiziger altijd voorop. Om dat belang van de reiziger te waarborgen, liggen aan de hoofdrailnetconcessie 2025–2033 een aantal beleidsdoelen ten grondslag: 1) een zo goed mogelijk vervoersproduct, 2) een zo optimaal en drempelloos mogelijke deur-tot-deurreis en 3) maatschappelijk optimale publieke investeringen in het spoorsysteem. Over de HRN-concessie en de beleidsdoelen die daaraan ten grondslag liggen, is uitgebreid het debat gevoerd met de Tweede Kamer en hierover is de Kamer daarnaast geïnformeerd per brief.
De VVD zit er bovenop en dat valt heel erg op. Is er nu weer marktwerking op het spoor nodig? Waarom gunden al die Rutte kabinetten dat dan wel onderhands? Ah. en dan kom je eigenlijk op de kern-vervolgvraag, waarom komt de inbreukprocedure nu net nu, na 15 jaar onderhands gunnen aan de NS door de Mark Markwerking Rutte. En dat zegt alles over dit deel van de Europese Commissie, equivalent aan Ministeries valt de EU uiteen in directoraat-generaals, dit is de DG Single Market (DG GROW) en daar is Stéphane Séjourné de baas of zoals zij dat dan zeggen, de Executive Vice-President.
Vraag 5 Deelt u de mening dat het nog steeds onverstandig is om de marktanalyse
niet uit te voeren? Zo nee, waarom niet?Het besluit om de concessie voor het gehele hoofdrailnet aan NS onderhands te gunnen heb ik genomen na zorgvuldig en veelvuldig (markt)onderzoek. Daarmee is aangetoond dat de markt niet in staat is een dergelijke integrale en samenhangende prestatie te verrichten en daarmee in een kwalitatief gelijkwaardig vervoersaanbod te voorzien, zoals beoogd met de HRNconcessie. Er bestaat geen verplichting een marktanalyse uit te voeren zoals
de EC voorstaat. De conclusie dat het onverstandig is om een marktanalyse niet uit te voeren, deel ik dus niet. Hierover is uitgebreid debat gevoerd met de Tweede Kamer, en de Kamer is geïnformeerd over de gemaakte keuzes.
Vraag 6
Klopt het dat de brief van de Europese Commissie niet alleen aan Nederland vraagt om te reageren binnen twee maanden, maar ook om maatregelen te
treffen die de onrechtmatige situatie herstellen? Zo ja, welke acties moet u dan concreet nemen?
Antwoord 6
De EC heeft een met redenen omkleed advies aan de Nederlandse autoriteiten uitgebracht. Zij geeft Nederland twee maanden de tijd om hierop te
reageren en de nodige maatregelen te treffen. Het antwoord op het met redenen omkleed advies van de EC wordt op dit moment voorbereid.
Vraag 7
Hoe schat u de kans in dat de reactie die u binnen twee maanden moet geven op de brief van de Europese Commissie afdoende zal zijn om te
voorkomen dat de Europese Commissie naar het Europese Hof van Justitie stapt?

Antwoord 7
Het Ministerie van IenW blijft in gesprek met de EC. In deze fase heeft Nederland de mogelijkheid te onderbouwen dat de besluitvorming rondom
de onderhandse gunning van de concessie zeer zorgvuldig en binnen de grenzen van het Europese recht is geweest. Het Ministerie van IenW hoopt
dat de EC, na het lezen van onze reactie op het met redenen omkleed advies, niet naar het Hof zal stappen.
Vraag 8
Hoeveel procent van de procedures die de Europese Commissie aanhangig maakt bij het Europese Hof van Justitie worden door de Europese Commissie
gewonnen?
Antwoord 8
In het overgrote deel van de zaken die de EC aanhangig maakt bij het Hof wordt de EC in het gelijk gesteld door het Hof, uitgaande van de cijfers van
de afgelopen jaren. Het gaat om zeer uiteenlopende zaken. Ook eenvoudige zaken over niet-tijdige omzetting van richtlijnen vallen hieronder. Dit zijn
algemene cijfers die niets zeggen over de uitkomst in individuele zaken.
Vraag 9
In geval de Europese Commissie naar het Europese Hof stapt: hoe groot schat u de kans in dat de Europese Commissie een zaak tegen Nederland
wint of verliest?
Antwoord 9
Ik kan daar nu nog niet op vooruitlopen. De eerstvolgende stap is het opstellen van een reactie voor het met redenen omkleed advies.
Vraag 10
In het geval dat de Europese Commissie naar het Europese Hof stapt: wat zijn de financiële consequenties als de Nederlandse Staat de zaak zou verliezen?
Antwoord 10
Het is nog onbekend of de EC naar het Hof stapt, wat de eventuele uitspraak van het Hof zal zijn en wat de Nederlandse Staat dan precies moet doen. Het
Hof stelt namelijk vast of er wel of geen inbreuk van het Europese recht is, maar bepaalt – bij vaststelling van een inbreuk – niet concreet wat de lidstaat
moet doen om die inbreuk op te heffen. De lidstaat houdt daar bepaalde ruimte. Het Hof kan overigens pas een boete of dwangsom opleggen als een
lidstaat inbreuk blijft maken op het Europese recht, ook na de uitspraak waarin een inbreuk werd vastgesteld. Op dit moment kan ik dan ook niet inschatten wat de mogelijke financiële consequenties kunnen zijn.
Vraag 11
Wat hebben de rechtszaken rondom de onderhandse gunning van het hoofdrailnet de Nederlandse belastingbetaler tot nu toe gekost?
Antwoord 11
Rondom de onderhandse gunning van de concessie op het hoofdrailnet hebben verschillende rechtszaken gespeeld. Het gaat zowel om privaatrechtelijke als bestuursrechtelijke zaken, ook in het kader van de verzoeken tot openbaarmaking op grond van de Wet open overheid. Aan al deze dossiers hebben verschillende ambtenaren van het Ministerie van IenW gewerkt, waarbij soms afstemming nodig was met ambtenaren van andere departementen. Daarnaast heeft de Landsadvocaat bijstand verleend. De concrete kosten van dit alles voor de belastingbetaler laten zich lastig kwantificeren.