Advocaat Verberne: Woerden maakt intrekken aanbesteding te bont
In een analyse van een recente uitspraak van KVDM Intra tegen Woerden concludeert Gijs Verberne van Van Doorne advocaten dat de gemeente het te bont maakt met het intrekken van aanbestedingen.
De uitspraak gaat over een raamovereenkomst voor elementenonderhoud van de gemeenten Oudewater en Woerden. Het is een aanbesteding met 9 deelnemers, die een maand na de voorlopige gunning aan leverancier A. wordt ingetrokken omdat A niet blijkt te kunnen leveren en tweede geworden leverancier B ook al niet. Derde leverancier is KVDM en die spant de zaak aan.
De gemeente motiveerde de intrekking als volgt:
“ De aanbestedende dienst heeft moeten constateren dat thans onvoldoende zekerheid bestaat op een verantwoorde uitvoering van de opdracht die leidt tot het gewenste resultaat. Gelet op het feit dat de aanbestedende dienst op grond van artikel 1.4 lid 2 Aanbestedingswet 2012 verplicht is om zorg te dragen voor zo veel mogelijk maatschappelijke waarde voor de publieke middelen, kiest de aanbestedende dienst voor een heraanbesteding en zal zij zich beraden over een nieuwe/gewijzigde aanbestedingsprocedure. Het besluit van de aanbestedende dienst om de aanbestedingsprocedure te trekken vindt zijn rechtvaardiging in het beginsel van contractsvrijheid. Daar komt bij dat de aanbestedende dienst zich in paragraaf 2.9 van de aanbestedingsleidraad het recht heeft voorbehouden om de aanbestedingsprocedure geheel of gedeeltelijk, tijdelijk of definitief te stoppen. Door een inschrijving in te dienen heeft u met deze bepaling ingestemd.”
Het beroep dat KVDM daar tegen instelt wordt gewonnen. Op 19 september verbiedt de kort gedingrechter de aanbesteding in te trekken en gebiedt om door te gaan met de gevoerde aanbesteding.
In november besluit de gemeente dan tot een nieuwe intrekkingsbeslissing en een heraanbesteding.
Dan besluit een nieuwe kortgeding rechter dat dat niet kan.
3.4.
De vraag of de intrekkingsbeslissing van de Gemeenten (on)rechtmatig is moetworden beantwoord aan de hand van de maatstaven zoals die volgen uit het Croce Amica arrest. In dit arrest is beslist dat een aanbestedende dienst niet gehouden is een opgestarte aanbestedingsprocedure te voltooien en de betrokken opdracht te gunnen, mits hij daarbij de
beginselen van transparantie en gelijke behandeling in acht neemt. In dat verband id
overwogen dat
– de gegadigden en inschrijvers zo spoedig mogelijk in kennis moeten worden gesteld van het besluit tot intrekking van de aanbestedingsprocedure met opgave van de redenen ervoor,
– deze mededelingsverplichting is ingegeven door de zorg om in de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten waarop de regels van het Unierecht van toepassing zijn, een minimaal transparantieniveau en bijgevolg ook de naleving van het beginsel van gelijke behandeling te waarborgen, dat de basis van die regels vormt,
– het niet is vereist dat sprake is van een uitzonderlijk geval of van gewichtige redenen (zie rechtsoverweging 31 van het arrest).
Verder is in dit arrest geoordeeld dat de rechter integraal (vol) moet toetsen of de intrekking van de aanbestedingsprocedure rechtmatig is
(Red. AN overgenomen met weglating van voetnoten)

Verberne heeft ook praktisch advies voor aanbestedende diensten in het jurisprudentie alarm en wijst erop dat aanbestedende diensten niet te lichtzinnig om moeten gaan met intrekkingsbeslissingen en compleet moeten motiveren.
Zie voor zijn analyse verder: